Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

mardi, 21 juin 2016

Wallonië. Li pantaln trawé d'Walonreye.. de grenzen van de Belgische multicultuur

RepOutremeuse.jpg

Wallonië. Li pantaln trawé d'Walonreye.. de grenzen van de Belgische multicultuur

Kevin De Laet

Ex: http://www.meervoud.org

Weinig Vlamingen weten dat vandaag, en men zou de indruk kunnen krijgen dat er ook maar weinig Franstalige Belgen het nog (willen) weten, maar er bestaat zoiets als een Waalse taal. Niet het "Belgisch Frans" maar een echte aparte taal die zich van het Frans onderscheid als meer dan alleen maar een dialect. Li lingaedje Walon, zoals het in Waals heet, waarvan de sprekers dus echte Wallonofonen zijn, of waloncåzants. Deze taal behoort weliswaar tot dezelfde familie van de Langues d'Oil als het Frans van Parijs en omgeving, maar kent toch een andere geschiedenis en ontwikkeling. Over de grens tussen taal en dialect valt uiteraard veel te discussiëren maar in de taalkunde wordt Waals wel doorgaans als een aparte "zustertaal" van het Frans gezien. Ooit de volkstaal van een gebied van Lidje (Luik) tot net voorbij Tchålerwè (Charleroi dus). Vakkundig uitgeroeid door een Belgische staat, die naar goed Frans voorbeeld een zeer jacobijns taalbeleid wilde voeren. La Belgique sera latine, gaat een befaamd gezegde... zelfs dat niet, want de eigen Romaanse taal van zuidelijk België mocht geen plaats krijgen in dat ideale, Latijnse België van 1830.

Vandaag blijft er niet veel meer over van de Waalse volkstaal. De verfransingspolitiek die op Brussel na in Vlaanderen mislukte, lukte in Wallonië wel. Het "patois" is inmiddels gereduceerd tot een minderheidstaal, van hooguit een half miljoen sprekers. Daarmee zit het Waals demografisch gezien wel nog in dezelfde categorie van ordegrootte als bijvoorbeeld Fries, Welsh en Bretoens. Maar het Fries en het Welsh hebben inmiddels een bescheiden plaats weten te verwerven als officiële bestuurlijke taal, voor het Waals is dat in het geheel niet het geval. De taal heeft geen enkele rol in de Belgische staatsstructuren, ook niet die van Wallonië. Net zo min trouwens als andere streektalen zoals het Luxemburgs, Picardisch of Platdiets. En net daaruit blijken de grenzen van de zo geprezen Belgische verdraagzaamheid, meertaligheid en multicultuur.

Met een half miljoen sprekers zou het Waals in principe een sterke aanspraak kunnen maken op een officieel statuut als minderheidstaal en een reeks faciliteiten opeisen. Per slot van rekening doen een handvol Franstalige inwijkelingen in de Vlaamse rand dat al jaar en dag. Maar de verdraagzaamheid en de rechten die de francofonie opeist buiten haar grondgebied, weigert ze te verlenen aan anderen op het eigen grondgebied. Slechts schoorvoetend en in de marge willen officiële instanties en reguliere media in Wallonië wel eens het Waals opvoeren, maar dan vooral als folkloreverschijnsel, zeker niet als echte, levende, maatschappelijk relevante taal. De Waalse taalbeweging, die inderdaad nog steeds bestaat maar uiteraard op geen enkele steun uit de culturele elite moet rekenen, ijvert voor een ratificering van de Europese verdragen over minderheden en hun talen, zonder succes. Met dat verdrag hopen ze een officieel statuut voor hun taal af te kunnen dwingen. Het verdrag wordt trouwens door Vlaanderen tegen gehouden, omdat Vlaanderen (misschien terecht) vreest dat het verdrag als politiek wapen zal gebruikt worden door de Franstaligen in en rond Brussel. Wallonofonen zijn daar boos om: niet zozeer omdat ze de zaak van de Franstaligen in Vlaanderen zo genegen zijn, maar omdat naar hun mening daardoor ook de erkenning van het Waals tegen gehouden wordt. Een onterecht verwijt: een eventuele erkenning en toepassing van het Waals is immers een zaak van de bevoegde gemeenschap, in casu de Franstalige Gemeenschap. En die is, ook al noemt ze zichzelf tegenwoordig de federatieWallonie-Bruxelles, in wezen nog steeds antiwaals. Het is niet zozeer Vlaanderen dat een officieel statuut voor Waals tegen houdt, maar wel de Waalse politieke elite zelf.

Heel merkwaardig is dan ook de houding van de Belgischgezinde milieus in de kwestie. Zo ze het al aandurven te erkennen dat er in Wallonië ook iets anders bestaat dan het Frans, is hun houding tegenover dat "patois" overwegend negatief. Als folkloreverschijnsel is het Waals nog amusant, maar overwegen om de taal een officiële plaats te geven binnen het verdraagzame en meertalige België is toch een serieuze stap te ver. Zowat alle Bel gischgezinde retoriek over verdraagzaamheid en tegen het taalnationalisme is gericht op Vlaamse "onverdraagzaamheid" tegen Franstaligen. Onverdraagzaamheid in omgekeerde richting wordt veel minder aangeklaagd, zoals we weten. Onverdraagzaamheid vanwege de francofonie tegenover de eigen minderheden, daar spreekt men simpelweg nièt over. De Waalse taal komt nergens aan bod in de communicatie van de Belgicistische kringen, ook niet wanneer ze het meertalige België prijzen. De Belgische meertaligheid en verdraagzaamheid blijft dus toch vooral een kwestie van overal Frans te mogen bezigen.

cheval1.jpgZoals gezegd speelt het Waals geen rol van betekenis meer in de Waalse maatschappij, toch niet de 'officiële'. De verfransing is volledig gelukt en dat is ook te merken aan de Waalse Beweging, die de eigen volkstaal grotendeels heeft laten vallen. Rattachisme is er springlevend, zo niet staatkundig dan wel cultureel. In zekere zin heeft het Waals de strijd dus verloren en mogen we deze taal over een aantal decennia tot de uitgestorven talen rekenen. Hoewel, niet noodzakelijk na tuurlijk. Er zijn heel wat voorbeelden van taalbewegingen in Europa die tegen alle verwachtingen in zijn opgestaan en terugvochten om hun bestaansrecht te verwerven. Zoals gezegd, zit het Waals momenteel nog steeds in de categorie van minderheidstalen van de ordegrootte van (naar schatting) een half miljoen mensen met 'actieve kennis', op dezelfde hoogte ongeveer als Welsh, Fries, Bretoens en Baskisch, die allen tussen een half en één miljoen schommelen. Een aantal daarvan hebben al aangetoond dat er wel degelijk mogelijkheden zijn voor een sterke taalbeweging om een en ander gedaan te krijgen. Daarvoor moet natuurlijk wel de hele natie of volksgemeenschap mee willen, en net dat ligt moeilijk in Wallonië. Want er is niet alleen een neerkijken op de eigen taal, maar op de Waalse identiteit in z'n geheel, gevoed door een zeer Belgisch-Franstalige culturele elite en bovendien een enorm vijandelijke Vlaamse Beweging die het onderscheid tussen Waals en Franstalig-Belgisch niet maakt. De teloorgang van het Waals als volkstaal is dan ook symbolisch voor een veel diepere teloorgang van Wallonië, gedirigeerd vanuit Franstalige elites in Brussel, of anders gezegd, het verdwijnen van de Waalse taal is een treffend bewijs voor de politieke en economische analyses die Antoon Roossens eerder al over Wallonië maakte.

Er is een bekend Waals gedicht, getiteld Li Pantalon Trawé, ofte de gescheurde broek, dat de Waalse worsteling met de eigen identiteit wel mooi weergeeft. Het gaat over een soldaat (jawel, met gescheurde broek) die achtereenvolgens diende in het leger van Napoleon, van Nederland en van België, en zich keer op keer bedrogen voelt. De laatste strofe gaat zo (meteen als illustratiefragment voor wie de taal eens wil proeven):

Dji m' a batou, come on bon påtriyote (Ik heb me verweerd als een goede patriot)

Dj' a stu blessî, dj' a må tos mes ohês. (ik ben gewond geraakt, heb pijn aan mijn rug)

Dji n' dimande rin et n' pou dj' ni l' hay ni l' trote, (ik vraag niets en ik doe geen beroep op u)

Ca l' diâle todi tcheye sol pu gros hopê. (want het geluk is voor zij die het al hebben*)

Vozôtes, messieus, k' on-st avou totes les plèces, (u heren, die de goede plaatsen (jobs) bezetten)

Vos k' so nosse dos, nos avans fêt monter, (u die op onze schouders stond om te klimmen)

Ni rouvîz måy ki vos dvez vos ritchesses (vergeet niet dat u uw rijkdom te danken hebt)

Å vî såro, å pantalon trawé. (2 cops) (aan de oude vest, de gescheurde broek)

* Letterlijk: want de duivel schijt altijd op de grootste stapel. Waals kent nog heel veel van deze kleurrijke gezegdes.

Kevin DE LAET

 

00:05 Publié dans Belgicana | Lien permanent | Commentaires (0) | Tags : belgique, wallonie, belgicana, wallon | |  del.icio.us | | Digg! Digg |  Facebook

Les commentaires sont fermés.