Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

vendredi, 31 décembre 2010

Het onomkeerbare einde

belgique.jpg

Ex: http://opinie.deredactie.be/2010/12/23/het-onomkeerbare-einde/

 
Het onomkeerbare einde

Marc PLATEL

Goed een half jaar “onderhandelen” en nog altijd geen nieuwe regering. Geen probleem, in Irak duurde het nog langer voordat de Irakezen eindelijk hun nieuwe regering kregen! Geduld dus.

Het feitelijke overlijden van België

Zo simpel is het natuurlijk niet. Tweehonderd dagen en het resultaat is zo
goed als niets. Men moet nog beginnen met het palaver over mekaars
boodschappenlijstje. Intussen blijven de kranten het bericht van het
feitelijke Belgische overlijden maar herhalen. Elke dag met andere woorden
en vanuit een andere gezichtshoek maar de grond van de journalistieke
mededeling blijft dezelfde: het Belgische overlegsysteem is eens en voorgoed
vastgelopen.

In een zeldzaam moment van historische helderziendheid, trok Yves Leterme in
een vorig leven een zelfde conclusie uit zijn mislukken:”We zijn toen
gebotst op de grenzen van het federale overlegmodel. Dat betekent dat de
gemeenschappen en de gewesten volwaardig mee de leiding moeten nemen.” (1)
De voorbije zes maanden kregen we precies hetzelfde scenario voorgeschoteld
als na de vorige keer: er is in de Brusselse Wetstraat nog nooit zoveel
geïnformeerd, geconsulteerd en zelfs geclarifieerd. Met als enig resultaat:
de boodschap dat men er na de eindejaarsdrukte toch eens moet aan beginnen.

Jules Destrée

Dat het met hun wereldberoemde arrangeurkunde ooit verkeerd zou gaan, kon
iedereen verwachten. In het begin van de vorige eeuw werd dat vastlopen
trouwens al aangekondigd door de Waalse socialist Jules Destrée. In een
brief aan zijn toenmalig koninklijk staatshoofd liet hij weten dat er in dit
land geen Belgen leefden, alleen maar Vlamingen en Walen, dat gewoon verder
samenleven van die niet Belgische Vlamingen en Walen niet langer mogelijk
was. Een echtscheiding leek hem toen al vanzelfsprekend. (2) Deze boude taal
belette de man niet om later Belgisch minister te worden. Misschien nog eens
Leterme in herinnering brengen die net niet een eeuw later met andere
woorden precies dezelfde vaststelling deed. Zoals Destrée werd ook hij
Belgisch minister.

Intussen zijn we honderd jaar verder. Het zo vaak vermaledijde Belgische
systeem overleefde politieke tornado’s en bedwong economische en sociale
tsunami’s. De Belgische vindingrijkheid in het vinden van Belgische
oplossingen leek tot voor kort zo goed als grenzeloos. Dat voor die
oplossingen à la Belge vaak stevige prijskaartjes betaald werden, vond men
vanzelfsprekend. Als het eindresultaat maar dusdanig was dat alle bij de
zaak betrokken partijen konden zeggen “dat zij gewonnen hadden.”

Belgische arrangementen

Een kleine greep uit die overvolle mand met Belgische arrangementen.
Goed dertig jaar lang maakten we begin de vorige eeuw binnen en buiten het
parlement ruzie over de vernederlandsing van de Gentse universiteit. August
Vermeylen die binnen de muren van het parlement tegen die vernederlandsing
stemde, voelde zich meer dan vereerd toen hij als eerste rector van die
Vlaamse universiteit op de foto mocht staan van het nieuwe professorencorps.
Nog eens veertig jaar later was Leuven het toneel van het dagelijks gevecht
om de vernederlandsing van de Leuvense Alma Mater. De Leuvense Franstaligen
kregen in ruil een gloednieuwe universiteit. Het prijskaartje was voor de
Belgische belastingbetaler. Over Voeren hadden weinig Belgen ooit horen
spreken tot ene José Happart er zich mee bemoeide. Met als resultaat:
krijgshaftige Vlaamse wandelingen langsheen die Voerense landwegen die
daarmee het wereldnieuws haalden. Belgische excellenties braken hun
politieke nek over het Voerense egeltje. Tot de Parti Socialiste zo
vriendelijk was om kwelduivel Happart uit Voeren weg te kopen, hij werd als
burgemeester van een wettelijk Vlaamse gemeente Waals minister en
parlementsvoorzitter. Voeren was geen nieuws meer.

Niet alleen taalkwesties bezorgden de Brusselse Wetstraat extra kopzorgen.
Men moest daar ook een uitweg vinden voor de koningskwestie. Een ruzie die
volle vijf jaar aansleepte en zelfs mensenlevens heeft gekost. Tot men “de
mensen” aan het woord liet. De Vlaamse “mensen”’ wilden Leopold III terug,
hun Waalse buren dreigden er mee om het land in vuur en vlam te zetten. De
Belgische oplossing: Vlaanderen kreeg Leopold III terug op eigen Belgische
bodem te zien, maar Wallonië kon er genoegen mee nemen dat diezelfde Leopold
III als koning wilde opstappen.

Schoolstrijd

Pas was de heisa rond Leopold III gaan liggen of het aan de macht komen van
een paarse regering zorgde voor een bijzonder bitsige schoolstrijd. Vier
jaar straatgeweld, er kwamen zelfs oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid
aan te pas – men vroeg de katholieke “mensen” hun spaargeld van de
rekeningen te halen – tot de heren politici een discrete afspraak maakten
ten huizen van Gaston Eyskens in Leuven en daar het historische schoolpact
bedisselden, een historisch ideologisch vredesverdrag maar dan wel
onbetaalbaar duur.

Diezelfde Eyskens kreeg het later wel erg moeilijk toen hij zijn Eenheidswet
door het parlement wilde loodsen. Een meer dan ingrijpend besparingspakket
waar vooral het socialistisch Waalse zuiden van het land niet van wou weten.
De wet werd uiteindelijk goedgekeurd, de regeringsleider werd wel vervangen
door zijn partijgenoot Théo Lefèvre die volle vier jaar zou regeren samen
met diezelfde Waalse socialisten. Hand in hand zorgden ze voor de uitvoering
van de wet die zoveel onrust veroorzaakt had.

Diezelfde Lefèvre slaagde er later in zijn Vlaamse partijgenoten naar het
Brusselse Hertoginnedal te lokken en daar de wereldberoemde Vlaamse
faciliteitengemeenten rond Brussel te doen slikken. Dezelfde Vlaamse
gemeenten die ze binnen de parlementaire muren niet wilden afgeven.

Geven en nemen, een beetje duwen en desnoods ook wat trekken. En dan koopjes
sluiten maar de rekening doorschuiven naar hen die nadien kwamen. Het
Belgisch systeem van weleer in twee zinnen samengevat. Dat was het België
dat vandaag niet meer is, het België dat naar het woord van Leterme op zijn
grenzen is gestoten.

Geen Belgen meer!

Ook in dat België van weleer werden regeringen in elkaar geknutseld door
politici uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Rond de onderhandelingstafel
werkten ze mee aan een oplossing die uiteraard dienstig was voor hun gewest,
maar binnen het Belgische kader. Ze stapten uiteindelijk samen in een
Belgische regering. Die tijd is definitief voorbij. Voor zover die er ooit
waren, zijn er vandaag geen Belgische politieke partijen meer. En dus ook
geen Belgische politici meer. Een federale kieskring zou dat kunnen
verhelpen. Zo zeggen sommigen.

Zij vergeten dat we vandaag alleen nog maar Vlaamse partijen zien met
Vlaamse politici die zien dat de Vlaamse kiezer niet zinnens is om op zijn
vorige Vlaamse keuze terug te komen. Volgens de beroepspeilers komt er
straks een regering met slechts 1 Vlaamse en 1 Waalse partij met elk nog een
klein broertje of zusje dat mag meedoen. Om de boodschappen te doen. Zoals
er in het Vlaamse Vlaanderen politici zijn die Vlaamse politici willen zijn,
is er ook in het Waalse zuiden vandaag een politieke klasse voor wie het
Waal zijn geen terughoudendheid meer kost. Dat is het niet meer terug te
schroeven resultaat van decennia staatshervormingen. Die zorgden er
overigens voor dat nog een derde soort Belgen het levenslicht zag, de
Brusselaar met zijn of haar Brussel/Bruxelles.

Die nieuwe Walen, Vlamingen en Brusselaars voelen zich best thuis in hun
eigen keizerrijkje, waarvoor het aloude België liefst zoveel mogelijk de
rekeningen mag betalen, maar zich voor het overige zich niet al te veel mee
moet bemoeien. We zitten rond de versleten Belgische tafel met drie soorten
politici die van drie soorten kiezers elk hun huiswerk kregen. Drie soorten
kiezers die elkaar niet meer (willen) kennen. Drie soorten kiezers met ieder
hun eigen kerktoren.

Doodgebloed

Intussen is de aloude Belgische politieke ruilhandel – traditie definitief
doodgebloed. Leuven Vlaams in ruil voor Louvain la Neuve, kan nooit meer. Er
valt gewoon niets meer te ruilen. Al jaren herhalen onze Franstalige buren
dat zij geen vragende partij meer zijn, het België van vandaag mag wat hen
betreft blijven zoals het vandaag is. Hun Vlaamse noorderburen willen het
anders en moeten dus op zoek naar centen om koopjes te kunnen voorstellen,
geld dat er niet meer is.

Leterme had het ooit over een “Historisch Kantelmoment” (met hoofdletters!).
Dat is intussen lang geleden. Politiek Brussel doet er goed aan te willen
aanvaarden dat hun kiezers met die idee intussen leerden leven, dat zij zich
in hun Vlaanderen, hun Brussel en hun Wallonië best thuis voelen.

Marc Platel

(Marc Platel is oud-journalist en voormalig stafmedewerker van Volksunie en
N-VA)

(1)Marc Platel, België op zijn kop, 2008, DF. Leuven
(2)Jules Destrée, Lettre au Roi sur la Séparation de la Wallonie et de la
Flandre, 1912, Brussel.

Les commentaires sont fermés.