Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

samedi, 27 janvier 2007

De Duitse "Burschenschaften"

Vormingsavond met Patrick Verbraecken

De Burschenschaften was de eerste politieke studentenbeweging. Maar als men van student spreekt dan heeft men ook een instelling nodig waaraan deze kunnen studeren. Daarom eerst een korte geschiedenis van de universiteiten.
De eerste universiteit die kon voldoen aan de normen die men in gedachte heeft voor een universiteit was die van Uppsula te Zweden, opgericht in 700 N.C. De tweede universiteit was de universiteit te Salamanca, opgericht in 1222. Zelfs in onze tijd kennen wij nog het restant van deze universiteit dat overgebleven is nl. de melodie “La cucaracha”, een melodie gebaseerd op een oud studentenlied. De derde oudste onderwijsinstelling is die van Bologna, maar deze specialiseerde zich vooral op de rechtsfaculteit. De allereerste universiteit die zich echt bezig hield met alle faculteiten was die van Frankrijk: de Sorbonne, opgericht rond 1300.
Het is vanaf 1300 dat de universiteiten bijna overal uit de grond schieten en er een snelle vermeerdering komt van deze instellingen:
                                     1348                Eerste Duitse universiteit te Praag
                                     1364                Krakau
                                     1386                Heidelberg
                                     1388                Keulen
                                     +/- 1400          Leuven
Tot zover de geschiedenis van de universiteiten.
 

Het is te Bologna dat ons verhaal begint. Aan deze universiteit had men twee soorten studenten: zij die kwamen van aan de zuidkant van de Alpen en zij die kwamen van aan de noordkant van de Alpen, dit zijn onze Teutoonse gewesten. Het is omdat er door deze Germaanse studenten veel gereisd werd dat de Duitse Keizer Frederik Barbarossa een speciaal statuut voor studenten heeft uitgevaardigd. Studenten mochten, bij wijze van zelfverdediging, een wapen dragen, een voorrecht dat voorheen enkel voor de adel en de soldaten gold. Later kregen de studenten een apart juridisch statuut zodat ze niet meer door de burgerlijke rechtbank gevonnist konden worden, maar enkel door de Rechterlijke Macht van de universiteiten zelf.
De leefwijze van de studenten in de Middeleeuwen verschilde niet veel van die van een hond. Ze huurden een huis waar men met veertig tot zestig studenten verbleef, inclusief de professoren. Deze laatsten doceerden daar ook. Het was een gemeenschap dat de vage karaktertrekken had van een commune. Men had een gemeenschappelijke beurs en de nieuwelingen, of schachten, konden alles wat ze van thuis meekregen van geld afgeven aan deze gemeenschappelijke beurs. Er ontstaat ook een ander verschijnsel: het bejaniseren. Dit is het voor schut zetten en het leegzuigen van de schachten. Na een jaar behoren ze echter zelf tot de ouderen en kunnen zij op hun beurt nieuwe schachten leegzuigen. Wanneer de beurs leeg was, gingen de studenten en hun professoren op rooftocht. Uiteraard namen de burgers dat niet en wanneer ze het na de zoveelste rooftocht beu waren, vielen de burgers op hun beurt de studenten aan. Hieruit spruit het studentenlied “Burschen heraus!” voort. Bij een tegenaanval riepen de studenten “Burschen heraus” uit waardoor de commune wist dat ze zich moesten bewapenen.
 

Wanneer de studenten dan eindelijk afgestudeerd waren, kregen ze van de adel minderwaardig werk omdat ze in hun ogen niet meer waren dan burgerjongens met een papiertje. Het is daarom dat de studenten vaak werden ingezet op het gebied van beheer.
De structuur van deze gemeenschappen van omstreeks 1300 was gebaseerd op identiteit: etnisch, soort, cultureel, nationaliteit,…
Verder waren er twee soorten van studenten: zij die lid waren van Burschas, de studentenverenigingen; en de vaganten, de bewapende en rondtrekkende studenten. Een voorbeeld van de vaganten kan men vandaag nog terugvinden in de opera “Carmina Burana” van Karl Orff. Dit zijn eigenlijk studentenliederen van de vaganten.
De Landsmannschaften, dit zijn ook de studentenbewegingen, waren niet aanwezig rond de universiteit van Leuven, in tegenstelling tot de universiteiten van de rest van Europa. Een gevolg hiervan is dat er in Leuven andere tradities bestonden dan in de rest van Europa. Jef van den Eynde was uiteindelijk de man die het studentenleven onder studentenbewegingen in Leuven leven inblies.
 

In 1770 ontstonden aan de universiteit van Guttingen de Studentische Orden, die qua gedachtengoed nauw verwant waren aan de loges, maar dit is niet bedoeld in de zin van de Loge van het Grootoosten. Daarna ontstonden er in Jena vriendschapsbanden tussen studenten dankzij het Ordekruis, een verwijzing naar de Studentische Orden van 1770. Vervolgens waren er de unitisten die door de overheden verboden waren en moesten communiceren via geheimschrift. Het was hierdoor dat in 1783 voor de eerste keer de zirkel ontstond. De zirkel bestaat uit de letter VFC, wat zoveel wil zeggen als Vivat Fratres Coniuncti.     
 

Eind 18° eeuw ontstonden de eerste kapitalisten die de universiteiten subsidies voor studenten gingen geven. Dit hield in dat ze gewoonweg de universiteit opkochten. De studenten gaven daarom feesten voor hun mecenas, Landesvaten genoemd.
Er ontstond zoiets als “Academische Gerichtsbarkeit”. Dit was het afscheiden van de burgers door het beginnen dragen van petten, linten, uniformen, etc. Deze kledij haalde de inspiratie bij de Poolse uniformen, er was namelijk een voorkeur voor gouden tinten. Deze Gerichtsbarkeit hield een volledige assimilatie in. Je moest niet denken als een student, maar je moest een student zijn. De wetten van de studenten werden allemaal neergeschreven in het “Comment”. Het “Comment” bevatte een reeks voorschriften die de studenten moesten toepassen in hun dagelijkse leven. Zo had men een zwaard-groet-ritueel en het gewone duelleren. Er was bij dit duelleren ook een verschil tussen de studenten. Zo hielden de Romaanse studenten op met duelleren wanneer er bloed vloeide. De Germaanse studenten duelleerden met slagwapens en richtten daarbij op de schedel van de tegenstander. Er was echter steeds een dokter aanwezig voor het geval er toch wonden moesten gehecht worden, dit werd zonder verdoving gedaan.
Sinds de Franse revolutie zijn de Burschenschaften een katalysator van denkmanieren. Enerzijds hanteerde men het onderscheidende criterium IQ (“Die Gedanken sind frei”) en wou men het feodaal stelsel omverwerpen door onder andere linten te dragen, iets wat een adellijke bijbetekenis heeft.
Later volgeden de Napoleontische Oorlogen. Na de slag in Leipizig wou men een toegeving doen aan de “kaste” die het IQ van de maatschappij droeg. In Oostenrijk riep von Metternich de studenten op om zich te melden voor het vormen van een Vrijkorps. Als beloning voor het vechten zouden ze daarna inspraak krijgen in de maatschappij en politiek. Er vormden zich Vrijkorpsen zoals de “Freiheit von Lutshof”. Dit Vrijkorps had zwarte uniformen bedekt met rood en goud. Ze hadden een rode vlag met een zwarte rand en in het midden gouden eiken-bladeren. Het is door toedoen van deze Vrijkorpsen dat Napoleon werd verslagen. Von Metternich zei achteraf dat de toegevingen indien voldaan aan zijn eisen om een Vrijkorps te vormen een verzinsel was en dat de studenten dus geen enkele inspraak zouden krijgen. Om hun kameraden die tijdens deze oorlogen gestorven zijn te eren, ontstaat het IJzeren Kruis als gedenkteken en herkenningsteken voor zij die nog leven.
Omdat ze hun politieke eisen wilden doordrukken kwamen de studenten samen in een herberg te Eisenach in 1817 en eisten ze een nieuw staatsbestel. Deze eis staat bekend onder de naam “Erste Beansprechung der Demokratie”. De toenmalige regering wou de Burschenschaften afschaffen en wanneer er een Russische spion onder hen vermoord werd, eiste von Metternich de vervolging van de studentenbeweging.
Het gevolg was dat de hele intellectuele beweging vervolgd werd en velen moesten op de vlucht, onder hen enkele bekenden als Beethoven en Wagner. Een ander persoon is Haze. Deze man heeft vier dagen ondervraging doorstaan door op elke vraag over zijn mede-studenten te antwoorden: “Mein Name ist Haze. Ich weiss von nichts”. Vandaar de bekende spreuk.
Naast de studentenbeweging bestonden er ook scholierenverenigingen, de Pedaliën. Deze scholierenverenigingen droegen naar het voorbeeld van de Burschenschaften houten wapens, petten en uniformen.
 

Vanaaf 1848 dat er confessionele studentenbewegingen ontstaan zoals die door Jef van den Eynde opgestart werd te Leuven.
Het doel van de Burschenschaften is uitgebreid?
In de eerste plaats betekent aangesloten zijn bij een studentenbeweging dat men kleur bekent. Een lint dragen is kleur bekennen. En als men de kleuren van de club aanvalt dan valt men de persoon die ze draagt ook aan. Vandaar dat men Bestimmungsmensuren hield. Dit waren duels tussen studenten van wie de kleuren beledigd waren. De allereerste Bestimmungsmensur is gewonnen door niemand minder dan Friedrich Nietzsche.
Op de tweede plaats dient de Burschenschaft om de studenten en oud-studenten structureel bij elkaar te houden en met elkaar te verbinden. Zowel op het studentikoze gebied als op het financiële gebied.
Op de derde en laatste plaats waren de Burschenschaften een antwoord op de “revolutie” van 1830. Ze dienen als tegenantwoord op de verfransing van Europa en vechten voor een Germaans Europa. 
 

Verslag opgetekend door
Yannick Goossens v/o Jokke II

Scriptor NSV!-Antwerpen 2006-2007

05:55 Publié dans Mouvements de jeunesse | Lien permanent | Commentaires (0) | |  del.icio.us | | Digg! Digg |  Facebook

Les commentaires sont fermés.