Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

dimanche, 28 janvier 2007

Mohammed Mossadeq (1882-1967) (NL)

Mohammed Mossadeq (1882-1967)

Yves PERNET

Iran is een land dat periodes van op- en neergang kent. Het Iran dat we nu kennen, is pas ontstaan in 1979 bij de Islamitische Revolutie, die Khomeini aan de macht bracht (en samen met hem, het huidige regime van de ayatollahs). Maar voor deze revolutie hebben nog andere belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden. Gebeurtenissen in gang gezet door personen die het beste voorhadden met hun land, maar door buitenlandse krachten werden afgezet. Eén van die personen was Mohammed Mossadeq.
 
 
Mohammed Mossadeq werd geboren in 1882. Het Iran waarin hij opgroeide, werd reeds 129 jaar geregeerd door de Qajar-dynastie. Mossadeq zelf behoorde ook tot deze familie. Zijn vader, Hedayat Ashtiani, was de minister van financiën voor toenmalige koning van Iran, Naser al-Din Sjah Qajar. De moeder van Mossadeq was dan weer een kleindochter van de kroonprins Abbas Mirza.
In 1906 werd Mossadeq verkozen tot dit parlement vanuit het kanton Isfahan. Maar aangezien hij jonger was dan dertig, weigerde hij zijn zetel. Een slimme zet zo bleek later want ondertussen was Mohammed Ali Sjah Qajar aan de macht gekomen. Hij ontbond het parlement en liet liberalen en andere democratisch-gezinden opsluiten en/of executeren. Dit met de steun van Rusland. Mossadeq dook onder en in 1909 verliet hij Iran. Datzelfde jaar werd Mohammed Ali Sjah Qajar afgezet door een tweede democratische revolutie. Mossadeq reisde rond door Europa, tot hij in 1914 terugkeerde naar Iran waar hij les ging geven aan het Politieke Instituut van Teheran als professor. In 1917 werd Mossadeq vice-minister van Financiën. Op deze positie liet hij zich opmerken als iemand die vele stappen zette tegen corruptie op het ministerie.
 
In 1919, nadat Britse troepen via Iran de Russische revolutie probeerden neer te slaan, tekende het kabinet van Vosugh al-Doleh een overeenkomst met de Britten. Deze overeenkomst kwam er op neer dat Iran een Britse kolonie werd. Mossadeq protesteerde hevig tegen deze overeenkomst en verliet Iran.
Een paar maand later viel het kabinet van Vosguh door de druk van het volk. De nieuwe eerste minister wordt Moshir al-Doleh. Hij loodste Mossadeq zijn kabinet binnen, deze keer als minister van Justitie. In 1921 keerden de Britten terug. Dit door een pro-Britse coup te steunen, waardoor Seyed Zia en Reza Khan aan de macht kwamen. Mossadeq trok de legitimiteit van dit regime, dat 100 dagen zou duren, in twijfel en gaf zijn gouverneurspost op.
 In 1932 werd hij opnieuw verkozen in het parlement maar geeft ook deze keer zijn zetel op, dit keer vanwege het aanstellen van Reza Pahlavi als sjah. Maar het tij keerde en in 1944 wordt Mossadeq opnieuw verkozen. Dit keer werd Mossadeq verkozen als lid van het Nationaal Front. Het Nationaal Front was gesticht om de buitenlandse invloed uit Iran te krijgen, een invloed die na WOII zeer groot was geworden. Vooral de ontginning van Iran’s oliebronnen was een heikel punt.
 
De nationalisatie van de oliebronnen
 De Iraanse olie werd ontgonnen door de Anglo-Iranian Oil Company. Een minimum van hun winst ging naar Iran en het bedrijf was, zoals te verwachten, volledig in Britse handen. Eerst probeerde de Iraanse regering te onderhandelen voor meer oliegeld maar de AIOC weigerde. Mede onder invloed van Mossadeq, stemde het parlement voor de nationalisatie. De eerste minister, Haij-Ali Razmara, was tegen deze nationalisatiewet maar werd vermoord op 7 maart 1951. Op 28 april 1951 werd Mohammed Mossadeq ingezworen als eerste minister.
 Eén van zijn eerste taken was het doorvoeren van de nationalisatiewet en nam eigendommen van de AIOC in Iran in beslag. Ook andere westerse bedrijven konden hun koffers pakken, de Iraanse olie kwam nu in Iraanse handen. De Britten reageerden met een verbod op olie-export vanuit Iran en blokkeerde de Perzische Golf met hun vloot.
Dit zorgde echter voor een groot probleem. Tot aan de nationalisatie was Groot-Brittannië de grootste afnemer van Iraanse olie geweest. Tot voor de nationalisatie exporteerde Iran voor meer dan 100 miljoen dollar naar Groot-Brittannië. Hou hierbij in het achterhoofd dat we het hebben over de jaren ’50. 100 miljoen dollar toen was dan ook een veelvoud van wat het nu is. Door het verbod op Iraanse olie, ontstond er dus een crisis. Deze crisis zou de naam “Abadan Crisis” toegewezen krijgen.
Ondanks de economische crisis die ontstond, bleef Mossadeq immens populair. In 1952 werd hij opnieuw aangesteld door het parlement als eerste minister en vroeg aan de sjah (die nog steeds staatshoofd was) voor volmachten. Deze zouden volledige controle over het leger en het ministerie van oorlog inhouden. De sjah weigerde en Mossadeq trad af. Ahmed Qavam werd aangesteld als vervanger en maakte bekend dat hij met de Britten wilde onderhandelen om het oliedispuut op te lossen. Iets dat zeer zeker zou leiden tot het terugdraaien van de nationalisatie van Mossadeq’s beleid.
Dit leidde tot grote straatprotesten en de sjah moest al snel inbinden en benoemde Mossadeq opnieuw tot eerste minister met al de volmachten die eerder geweigerd waren. Meteen begon hij met het doorvoeren van verdere hervormingen.
 De nationalisatie werd door het herbenoemen van Mossadeq bevestigd en hij verlegde zijn aandacht dan ook snel naar andere sectoren. De Iraanse landbouw zou de volgende worden. Sinds eeuwen was het landbouwsysteem van Iran gebaseerd op feodale basis. Een paar grootgrondbezitters beheersten alles en de kleinere boeren leverden delen van hun oogst aan hen. Ook hier volgde Mossadeq de weg van de nationalisatie. Landbouw werd genationaliseerd en een systeem van collectieve boerderijen werd ingevoerd. De grond werd eigendom van de staat en de macht van de agrarische elites werd gebroken. Mossadeq deed zijn best om Iran de moderne tijden in te leiden, iets waar hij waarschijnlijk in zou zijn geslaagd wanneer hij op dat moment niet de verkeerde vijand zou uitgekozen hebben.
 
Zijn volgende hervorming zou als onderwerp het leger hebben. Hij ontsloeg vele officieren in de hogere rangen die bekend stonden om hun loyaliteit ten aanzien van de sjah. Dit deed hij waarschijnlijk om een stap in de richting van de ontbinding van de monarchie te zetten. De officieren die ontslagen werden, bleven echter niet bij de pakken zitten en zochten contact met het Verenigd Koninkrijk en de VSA.
Deze twee landen waren ondertussen ongerust geraakt over Iran. Zij beschouwden Iran als een bedreiging voor hun handelsbelangen. Deze twee landen deden Mossadeq’s beleid af als schadelijk voor Iran en probeerden lucratieve oliecontracten met Iran te bekomen. Mossadeq, die niet van gisteren was, schoof deze voorstellen van de baan en werd daardoor gedwongen om hechter samen te werken met de Tudeh Partij (de communisten van Iran). Hierdoor werd de VSA nog wantrouwiger aangezien zij Iran nu als voorpost van de USSR begonnen te zien.
 De Britten en Amerikanen begonnen naar bondgenoten te zoeken in Iran om Mossadeq te doen “bijdraaien”. Iets waar de persoon in kwestie nogal snel achterkwam. In 1952 verklaarde hij het Verenigd Koninkrijk een “vijand van de staat” en beëindigde alle diplomatiek relaties ermee. Hierna zou het redelijk snel gaan.
 
Operatie Ajax
 De CIA begon met “Operatie Ajax” om de sjah ervan te overtuigen Mossadeq af te zetten. Zo deden CIA-agenten zich voor als aanhangers van Mossadeq en bedreigden uit zijn naam andere groeperingen (zoals de islamieten). Dit zorgde voor een onhoudbare situatie en Mossadeq moest maatregelen nemen. Zo riep hij een nationaal referendum uit om het parlement te ontbinden en zijn volmachten te verlengen. Dit referendum verliep gunstig voor hem aangezien 99,9% ja stemde. Waarschijnlijk was dit referendum dan ook “lichtjes bijgestuurd” door hem.
 
Door de onrust in Iran kon de economie niet heropleven en de crisis duurde voort. De communisten langs links en de religieus-conservatieven langs rechts lieten Mossadeq vallen. Toch ging Mossadeq door met zijn hervormingen en deze keer mikte hij op de sjah. Hij probeerde de sjah in augustus 1953 te overhalen het land te verlaten, wat mislukte. Hierdoor werd de volgende fase van “Operatie Ajax” ingezet en Mossadeq werd door de sjah afgezet. Mossadeq weigerde dit echter te aanvaarden en al snel begon er een mini-burgeroorlog in Iran.
Pro- en anti-monarchisten bevochten elkaar op de straat en er vielen meer dan 300 doden. Met Amerikaans en Brits geld en middelen kregen de pro-monarchisten al snel de overhand en reeds op 19 augustus 1953 werd een coup gepleegd door pro-monarchisten. Mossadeq werd gearresteerd.
 De nieuwe regering draaide zijn hervormingen terug en in augustus 1954 werd de Iraanse olie terug in buitenlandse handen geplaatst. Mossadeq zou sterven op 5 maart 1967. In maart 2000 zou Madeleine Albright over Mossadeq het volgende zeggen: “The Eisenhower administration believed its actions were justified for strategic reasons. But the coup was clearly a setback for Iran’s political development and it is easy to see now why many Iranians continue to resent this intervention by America.”In 2004 zou de Pahlavi-straat in Caïro veranderd worden in de Mossadeq-straat.
 Mossadeq wou van Iran een moderne natie maken. Zijn plan was om Iraanse grond(stoffen) in Iraanse handen te krijgen. Waarschijnlijk wou hij ook de sjah afzetten en Iran omvormen tot een republiek, waar hij zelf de eerste president van zou zijn. Door het afzetten van Mossadeq, werd een corrupt regime in het leven geroepen. Iets dat later, na de Islamitische Revolutie, zou uitmonden in het huidige theocratische regime.
 Yves Pernet
Scriptor NSV!-Antwerpen
Stud. rer.
 

07:25 Publié dans Biographie | Lien permanent | Commentaires (0) | |  del.icio.us | | Digg! Digg |  Facebook

Les commentaires sont fermés.