(Novopress) Marcel Rüter - De Turkse financiële ballon is geploft en de vlucht weg van de Turkse Lira is een feit. De Turkse Centralebank heeft de afgelopen tijd de ene renteverhoging na de andere gepresenteerd en bevindt zich nu reeds boven de 17%. Grote kapitaalvlucht uit Turkije is reeds een feit.
Jarenlang bevond Turkije zich in een praktisch paradijselijke roes: Groeicijfers tussen de 7 en 9 procent, inflatie op de laagste stand sinds 30 jaar, een grote kapitaal toestroom. Slechts de dieprode handelsbalans leek een zwak punt. Maar daarnaast trokken door de groei veel arbeidskrachten van het land naar de steden en zorgden samen met jarenlange geboortgolven ervoor dat de werkloosheid ondanks de economische groei sterk toenam.
Met de waardeval van de Turkse Lira loopt ook de schuldenlast van de Turkse industrie hoog op, die zich in de ogenschijnlijke paradijselijke jaren tegoed heeft gedaan aan massale investeringen. Neem daarbij de politieke en sociale problemen en tegenstellingen in Turkije en niemand hoeft meer te twijfelen dat Turkije niet tot de EU kan toetreden.
Een toetreding van Turkije zou een directe en langdurige aderlating van de Europese Unie betekenen. Turkije valt immers socio-economisch niet in te passen. 15% van de Turken leven onder de armoedegrens (die in Turkije nota bene op 35 euro vastgelegd werd terwijl ze in de EU op 300 euro ligt!). Turkije is een straatarm land waarvan het merendeel van de staatsuitgaven naar defensie en religie gaan. Het BBP per capita in Turkije bedraagt net 2,000 euro terwijl het in de EU-15 meer dan 27,000 euro bedraagt. Deze kloof is onoverbrugbaar zonder decennialang steun te blijven geven aan Turkije. Een Turkse toetreding en de massale geld Ook de toekomst ziet er niet beter uit. De Turkse economie groeit jaarlijks nauwelijks met 1%, wat neerkomt op een lagere groei dan de groei van hun bevolking. Turkije kan ook zijn inflatie niet onder controle houden. Over de laatste dertig jaar bedraagt de gemiddelde inflatievoet meer dan 65%. Ook hun archaische landbouwmethodes maken een uniform Europees landbouwbeleid onmogelijk zonder massa’s investeringen in de Turkse landbouw.
Het oprichten van bedrijven duurt maanden. Er is geen toegang tot de internationale kapitaalmarkten. Import- en exportbeperkingen volgen elkaar in sneltempo op. Overheidsbedrijven draaien slecht maar blijven bestaan. De Turkse staat controleert zelfs traditioneel “vrije” markten zoals het bankwezen en - een deel van - de toeristische sector. Slechts een kleine 45% van de Turken heeft werk. Het onderwijs biedt nauwelijks terdege opleidingen om de economie van competente werknemers te kunnen voorzien. Ook het instabiele politieke klimaat, de voortdurende bemoeienissen van de overheid en het ontbreken van een volwaardig onafhankelijk onpartijdig niet-corrupt rechtssysteem zijn welvaartsvernietigend.
Niet alleen economisch is Turkije voor toetreding tot de EU een brug te ver.
Bovenal is Turkije geen Europees land. Slechts een klein deel van Turkije ligt geografisch in Europa. Noch historische motieven (de Turkse aanwezigheid in Europa was er een van oorlog, bezetting, onderdrukking en plundering), noch defensiemotieven (Turkije zal echt niet uit de NAVO stappen als het niet tot de EU toe mag treden) kunnen hier een rol spelen. Dat op termijn de Middellandse Zee, de Bosphorus en de Zwarte Zee de Europese zuidgrenzen worden, lijkt voor zich te spreken. Turkije past niet in de EU !
Ook de absorptiekracht van de EU kan Turkije niet aan. Turkije zou het grootste land in de Unie worden met een bevolking die tegen 2020 groter zal zijn dan die van Duitsland. Daarbij komt nog het feit dat miljoenen Turken als gevolg van hun diaspora reeds uitgeweken zijn naar andere Europese landen. Tegen de politieke macht van Turkije zal niets of niemand nog opgewassen zijn. De EU zal verworden tot een groot nieuw Ottomaans rijk waar de Islamisering een feit zal zijn.
De verschillen tussen Europa en de Islam zijn te groot om een dergelijke Unie werkbaar te kunnen houden. De zee tussen onze beide beschavingen is nog te diep. Ook de toenemende radicalisering van de Turkse islam is eerder zorgwekkend te noemen.
Turkije respecteert de mensenrechten niet. De Koerden worden nog steeds onderdrukt. Burgerlijke vrijheden zijn ondergeschikt aan de willekeur van de staat. Vrouwen zijn minderwaardig aan mannen. Eremoorden en kinderarbeid zijn gereglementeerd maar worden oogluikend toegelaten. De Armeense genocide wordt doodgezwegen en ontkend. De steun aan staten - zoals Afghanistan, Soedan, Nigeria en Palestina - die het niet nauw nemen met de mensenrechten en het terrorisme financieren, wordt ononderbroken voortgezet.
De grootste paradox in het “seculiere democratische” Turkse bestel is de almacht van het leger. Het Turkse leger hangt nog steeds het kemalisme aan dat areligieus was, terwijl de politieke wereld steeds meer de kant kiest van de - al dan niet fundamentalistische - islam.
Turkije hoort niet thuis in de EU. De Turkse president Demirel noemde Turkije een brug tussen oost en west. Maar Turkije is niet zomaar een brug te ver, Turkije is een brug te veel voor Europa !
Les commentaires sont fermés.