Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

dimanche, 07 mai 2017

Ce que la cosmologie celte a encore à nous dire, avec Patrice Lajoye

CernunnosHerne.jpg

Ce que la cosmologie celte a encore à nous dire, avec Patrice Lajoye

Les mythes celtes peuvent nous aider à éclairer les racines profondes de notre identité mais aussi et surtout à mieux comprendre le monde dans lequel nous vivons et les forces à l’œuvre en nous-mêmes.

Avec Patrice Lajoye, historien des religions, spécialiste du monde celte, qui a cofondé la revue Nouvelle Mythologie comparée, aux éditions Lingva et est secrétaire de rédaction des revues Gallia et Histoire des sociétés rurales. Il a publié chez CNRS éditions (collection Biblis), un ouvrage très savant intitulé L’arbre du monde : La cosmologie celte.

Intervenant : Patrice Lajoye (Historien des religions)

Les chevaliers teutoniques avec Sylvain Gouguenheim

deutscher_orden_hm.jpg

Les chevaliers teutoniques avec Sylvain Gouguenheim

Peu connue dans notre pays marqué par l’épopée des Templiers et dans une moindre mesure par celle des Hospitaliers, l’histoire des Chevaliers teutoniques est au contraire largement étudiée dans l’historiographie germanique. Fils de la croisade, l’Ordre teutonique ou « maison de l’hôpital des Allemands de Sainte Marie de Jérusalem» est à la fois tourné vers les armes, mais aussi vers l’hospitalité au sens propre du terme.

Nous ne connaissons pas la date exacte de sa fondation, que l’on situe entre le mois d’août 1189 et le mois de septembre 1190 alors que Saint-Jean-d’Acre était assiégé. Aux origines, l’ordre ne fut qu’un petit hôpital de campagne fondé par des marchands de Brême et de Lübeck… La fondation vit dans ses premières années quelques difficultés et il faut attendre 1198 pour voir l’Ordre émerger au cours d’une assemblée de princes allemands, de laïcs et d’ecclésiastiques. Quelques siècles plus tard, l’Ordre est confisqué à tort par une vision nationaliste de l’histoire allemande en général et de la Prusse en particulier.

Qui furent donc les chevaliers teutoniques ? Quelle fut l’influence des Templiers et des Hospitaliers sur l’Ordre ? Existe-t-il une spécificité de l’ordre teutonique, de sa règle ? C’est que ce vous propose Sylvain Gouguenheim.

LE PARIS DE CÉLINE par David ALLIOT (2017)

celinechoiseul68-640x480-horz.jpg

LE PARIS DE CÉLINE par David ALLIOT (2017)

samedi, 06 mai 2017

Paris, Frankrijk, en de Guillotine Permanente: haalde IS de mosterd bij Robespierre?

guillotine.jpg

Paris, Frankrijk, en de Guillotine Permanente: haalde IS de mosterd bij Robespierre?

Johan Sanctorum

Ex: https://visionairbelgie.wordpress.com 

Onvoorstelbaar hoeveel “Frankrijkkenners” de laatste dagen in de media zijn opgedoken, naar aanleiding van de presidentsverkiezingen waarvan de 1steronde zich morgen voltrekt. In Knack dook onlangs zowaar zelfs Koen Dillen op, zoon van VB-stichter Karel Dillen en auteur van een Mitterrand-biografie. Het expertendom neemt exponentieel toe met de nieuwswaarde van het onderwerp. Mij hebben ze nog niet gevraagd, niettegenstaande ik regelmatig de Bretoense kust bezoek en een goeie Bordeaux wel kan appreciëren.

Gisteren mocht ook DS-columniste Mia Doornaert, het tragisch geval van een 71-jarige barones die er wil uitzien als een 30-jarige airhostess, haar visie komen toelichten en reclame maken voor haar boek in … Het Nieuwsblad, de volks-simpele versie van De Standaard. Ze had het over vergane glorie, en neen, het ging niet over la Doornaert zelf maar over Frankrijk dus, ooit zelfverklaard uitvinder en exportland nummer 1 van de Verlichting, maar nu in diepe duisternis gehuld. Wat is er aan de hand?

êtresu^reme88759219.jpg

De Eredienst van het Opperwezen

Die Verlichtingslegendes, we gaan ze niet allemaal terug oprakelen: de heden plat geciteerde rebel/humanist Voltaire (die wel de slavernij verdedigde als het economisch opbracht voor Frankrijk), pedagoog J.J. Rousseau (die zijn eigen kinderen in het weeshuis achterliet), en natuurlijk Maximilien-Marie-Isidore de Robespierre niet te vergeten, de man die de 22ste Prairial van het jaar II (in onze kalender: 10 juni 1794) de Loi de la grande terreur instelde, een wet waarmee werkelijk elke zogezegde tegenstander van de revolutie zonder vorm van proces onder de guillotine kon belanden. Iedereen was verdacht en iedereen moest iedereen bespioneren, in naam van de Vrije Rede en de Macht van het Volk.

Minder bekend is dat Robespierre ook een nieuwe staatsgodsdienst invoerde, namelijk de Eredienst van het Opperwezen (le culte de l’Être suprême), waaraan elke burger tot zijn laatste vezel toegewijd moest zijn, ook weer op straffe van onthoofding. Doet het een belletje rinkelen?

Grote hypotheses worden nu door bovenvermelde experten naar voor gebracht, omtrent de reden waarom Frankrijk, en speciaal Parijs, zo geliefd is bij de IS-strategen om er Bataclan te maken. Zeker speelt het toeristisch aspect een rol, werk met ontspanning combineren, een reis naar Parijs blijft leuk en romantisch. Er is de Arc de Triomphe, het Louvre en de Pont des Arts, waar verliefden hun slotjes vastmaakten tot de brug in 2014 ernstige verzakkingsverschijnselen vertoonde. Zo’n brug kan je dan toch gelijk meteen opblazen. Anderen beweren dat het moslimfundamentalisme Parijs uitkiest als vermaledijd symbool van de westerse goddeloosheid. Of een wraak voor de bombardementen op Syrië.

Maar er is nog een andere hypothese. Misschien is de Franse revolutie, de moeder van alle revoluties, ook wel de moeder van de Jihad-revolutie en de kalifaatdroom, en is die aanslag juist een eerbetoon aan de terreurperiode en zijn culte de l’Être suprême. Of waarom de IS-top misschien wel de mosterd bij Robespierre haalde, in navolging van Lenin, Trotzki, Stalin, Pol Pot en andere leiders die het groot zagen.

Het idee dat een staat een revolutionaire ideologie helemaal kan belichamen, in naam van de totale maakbaarheid, met de verplichte medewerking van alle intellectuelen, maakt ook het fameuze Verlichtingsidealisme tot een obscurant fenomeen waar in de limiet zelfs religieuze bewegingen zich op kunnen inspireren. Anders gezegd: het Verlichtingsideaal leidt in zijn pure vorm tot complete duisternis, te beginnen al met Dr. Guillotin die een machine ontwikkelde om politieke dissidenten op “menselijke wijze” te elimineren, zijnde de Guillotine Permanente.

Die kritiek is uiteraard niet nieuw. De filosofen Max Horkheimer (1895–1973) en Theodor W. Adorno (1903 – 1969) beschreven in hun “Dialektik der Aufklärung” al nauwgezet hoe het Westerse denken dacht de mensheid te bevrijden via de wetenschap en de ratio, terwijl het omgekeerde zich voltrok: een nieuwe, ongekende verknechting aan de permanente technologische revolutie, het wetenschappelijk positivisme, de totale objectivering en manipuleerbaarheid van alles en iedereen, bejaarden die in tehuizen tegen robotjes moeten spreken, enzovoort,- dat alles met medewerking van de massamedia en de ingebedde journalistiek. Het verschil tussen religieus fundamentalisme en extreem techno-materialisme, is maar een kwestie van punten en komma’s. Het onthoofdingsritueel hebben ze alvast gemeen, ook al respecteert de guillotine de Droits de l’Homme.

french-cancan.jpg

French Cancan

Zo bekeken is Frankrijk, bakermat van de Revolutie, het achterlijkste land ter wereld, waar de achterlijkste religie ter wereld zich op fixeert. De implosie van het welbekende Franse chauvinisme tot de huidige j’en ai marre-mentaliteit (het kan me geen kloten meer bommen) en het feit dat de helft niet eens gaat stemmen, heeft veel te maken met dat besef: de republiek is, met haar politieke elites, weinig meer dan de travestie van het Ancien Régime en zijn despotisme.

En veel fundamenteler nog: heel de bevrijdingsideologie die toeterend de 18de eeuw afsloot, heeft twee eeuwen later het monster van het vrijemarktglobalisme gebaard, de totale onderhorigheid van het individu aan de Google’s en Monsanto’s van deze wereld. Zij hebben het politieke vrijheidsideaal, sowieso al een waanidee, helemaal ontledigd en getransformeerd tot onderwerping aan het Gouden Kalf van de vooruitgang. Dat alles, paradoxaal genoeg, gekoppeld aan een duizelingwekkende bureaucratie die het rationele universum doorlopend in goede banen moet leiden via duizenden wetten en wetjes waaraan alleen de hogepriesters van de culte de l’Être suprême ontsnappen.

IS is dus op het juiste adres, het is een beetje thuiskomen, in het zelfgewaande middelpunt van het universum, en Frankrijk wordt, zoals Houellebecq het voorspelt, dé plek waar de Europese sharia zijn intrede doet. Niet als antithese, maar als orgelpunt van de Franse Revolutie, als dat geen grap is.

Onfray (1).jpg

De nieuwe intellectuele vague in Parijs is, hoe kan het anders, die van het cynisme en het Titanic-orkest: we gaan naar de haaien, maar met stijl. Aanvoerder is een zekere Michel Onfray (1959), auteur van boeken met veelbetekenende titels als “Décadence”, waarin het einde van de Westerse cultuur wordt aangekondigd. Ik mag generatiegenoot Onfray wel, onder meer voor zijn zin voor humor (“Filosofen die niet kunnen lachen moeten we mijden als de pest”) en zijn anarchistische ingesteldheid.

Zijn boeken verkopen als zoete broodjes, er valt ook met de culturele malaise veel geld te verdienen. Maar het einde van Frankrijk is natuurlijk niet het einde van de wereld. Als de EU uiteenvalt dankzij de Le Pen aan de rechterkant of Mélenchon aan de linkerkant, zie ik best wel mogelijkheden om aan de loi de la grande terreur, zowel de westerse als de Arabische, te ontsnappen en een Europese Renaissance te zien oprijzen die zowel politiek als cultureel nieuwe bakens zet. Als we maar stoppen met alles en iedereen heel de tijd te willen verlichten, want het is net daardoor dat de energieschaarste toeslaat, de luchtkwaliteit zo slecht wordt en het ecofascisme weer zijn eigen versie van terreur verzint.

Ziezo, nu heb ik toch wel iedereen een veeg uit de pan gegeven en kunnen we met een gerust hart de French Cancan dansen waardoor we Décadence helemaal niet hoeven te lezen. Veel beter voor de bloedsomloop zolang we het hoofd niet verliezen. Of zoals het refrein gaat uit een strijdlied van 1793 “C’est la guillotine gaie, c’est la guilloti-ne”.

Sputnik et RT déposeront plainte suite aux accusations portées contre eux par Macron

RT.jpg

Sputnik et RT déposeront plainte suite aux accusations portées contre eux par Macron

Auteur : Sputnik (Russie)

Ex: http://zejournal.mobi 

Margarita Simonian, rédactrice en chef de Sputnik et de RT, a déclaré que les médias déposeront plainte suite aux accusations portées contre eux par le QG d'Emmanuel Macron.

Suite à des accusations portées par le QG du candidat à la présidentielle contre Sputnik et RT concernant une prétendue « diffusion active » de l'information, le service de presse de Sputnik a donné ses commentaires:

« Au moment de la déclaration par le parti de M. Macron concernant une prétendue "diffusion active" de l'information, Sputnik avait publié deux articles basés sur les déclarations publiques du parti En Marche!: l'un contenait le démenti de Macron de l'information sur l'offshore, le second évoquait le dépôt de plainte. De plus, la déclaration des parties n'a pas du tout été évoquée sur les réseaux sociaux de Sputnik. Le QG d'En Marche! n'a pas répondu à Sputnik au sujet des raisons de ces fausses accusations. Sputnik a l'intention de consulter ses avocats concernant les accusations mensongères permanentes du QG d'En Marche! »

Le message officiel du service de presse de l'agence indique que la mention de Sputnik et de RT par le QG de M. Macron dans le contexte de l'enquête n'est pas du tout justifiée. C'est un exemple marquant de la naissance d'un faux qui a pour objectif de tromper la confiance des lecteurs, d'après l'agence.

Margarita Simonian, rédactrice en chef de Sputnik et de RT, a déclaré que les agences attaqueraient le QG de Macron en justice:

"On en a marre de leurs mensonges. On va les attaquer en justice", a-t-elle écrit sur son Twitter.

Le QG de campagne d'Emmanuel Macron, candidat à la présidence française du mouvement En Marche!, a accusé les médias Sputnik et RT d'être impliqués dans la diffusion de l'information concernant la détention, par le politicien, d'un compte offshore aux Bahamas. Cette déclaration du QG a été citée par l'AFP: « Quelques minutes plus tard l'information est apparue sur Twitter et a été "activement diffusée" par les "pages des partisans" du président américain Donald Trump, ainsi que par des comptes proches des sites qui soutiennent le dirigeant russe Vladimir Poutine, par exemple Sputnik et RussiaToday" ».

La rédaction de Sputnik répond à la «marche russe» de Macron

Après les allégations de Mme Le Pen sur de supposés comptes offshores de M. Macron aux Bahamas, l’équipe de ce dernier a entraîné Sputnik dans un scandale sur lequel nous n’avons pourtant jamais rien publié. Lassé de ces accusations de fabrication de fake news, répétées et non documentées, Sputnik France répond par cette lettre ouverte au candidat.

Emmanuel Macron, les rumeurs sur sa vie privée, sa visite au Liban, ses comptes offshores aux Bahamas et l'on en oublie sûrement, tout ceci serait des fabrications de Sputnik France, qui voudrait à tout prix influencer les résultats de l'élection présidentielle, selon l'équipe du candidat En Marche! Cette « litanie russe », cette « marche russe » a rythmé la campagne électorale du candidat, mais elle commence à nuire à la réputation de notre média, dont la rédaction publie cette lettre ouverte.

Monsieur le candidat, 

« La menace russe est partout »: nous sommes prêts à jouer à ce petit jeu tant que les journalistes qui travaillent pour Sputnik France peuvent continuer à exercer librement leur métier. Nous avons répondu à plusieurs reprises aux accusations infondées de la part de l'équipe de M. Macron, en invitant à chaque fois ce dernier et ses représentants au dialogue et à venir s'exprimer librement à notre antenne ou dans nos colonnes.

Si nous réitérons bien volontiers cette invitation, nous souhaitons aussi pointer de doigt une situation grave. Le jour du premier tour, nos journalistes n'ont pas pu travailler, comme le faisaient des centaines de leurs collègues, en raison du rejet de la demande d'accréditation par le QG du candidat Macron.

Plusieurs rejets pour être précis.

D'après un porte-parole d'En Marche!, Sputnik France ne peut être considéré « comme un organe de presse ni comme un média, mais réellement comme une agence de propagande d'État ». Le même porte-parole complimente Sputnik France en nous qualifiant de « phénomène assez singulier » et en assurant qu'il se tient « à la disposition » des autorités russes pour leur « expliquer pièces à l'appui » leur choix de ne pas accréditer Sputnik France.

Laissons d'ailleurs le QG d'Emmanuel Macron et le Kremlin se débrouiller pour communiquer entre eux. Mais puisque c'est de Sputnik France qu'il est question dans ces accusations, nous demandons que soient rendues publiques ces fameuses « pièces à l'appui », pour que les personnes (nous en l'occurrence) qui s'occupent quotidiennement du contenu de https://fr.sputniknews.com/ et de notre journal radiophonique apprennent enfin où se trouvent les « fake news » sur ce site.

D'après les journalistes que nous sommes, ne vous en déplaise, il est pour le moins étrange d'affirmer sans cesse qu'il existe des preuves « de la fabrication de "fake news" par Sputnik France », mais de ne jamais les produire. À chaque accusation infondée, Sputnik a répondu honnêtement et de bonne foi, avec les preuves à sa disposition.

Pourquoi donc l'équipe du candidat Macron ne peut-elle pas se permettre la même chose?

Nous pouvons vous assurer qu'avec l'actualité internationale à traiter en continu, notre rédaction ne peut pas se payer le luxe de passer des heures à inventer des histoires concernant Emmanuel Macron, quand bien même nous en aurions envie.

Pour mémoire, Sputnik est une agence qui existe dans plus de 30 langues et 30 pays. Nous travaillons tous les jours en coordination avec nos collègues dans le monde entier, y compris dans les zones de guerre; ils écrivent tous les jours des articles, font des reportages, parfois au péril de leur vie et donnent des points de vue et des informations que la presse mainstream ne traite jamais. Allez donc leur dire qu'ils ne sont pas journalistes, comme vous l'évoquez.

Votre cheval de bataille, le « péril russe », rapportera très certainement encore quelques suffrages à Emmanuel Macron. C'est votre choix de mener une campagne électorale en partie fondée sur des clichés, au risque de lasser le public avec ces rengaines.

Mais ceci est après tout votre problème. Le plus grave dans cette histoire est de mettre en cause le professionnalisme et l'honnêteté de journalistes travaillant pour un média qui vous déplaît et de faire de celui-ci un bouc émissaire pour votre campagne électorale.

Vous qui reprochez au Front national d'entraver la liberté de la presse parce qu'il refuse d'accréditer certains de nos confrères, n'avez-vous pas le sentiment d'un léger manque de cohérence quand vous refoulez nos reporters de vos propres événements?

Terminons cette lettre par notre traditionnelle invitation à Emmanuel Macron et à son équipe à répondre à nos demandes d'interview et à venir nous présenter leurs preuves de fake news sur Sputnik France.

Peut-être pourront-ils en profiter pour nous donner leur commentaire sur le nombre important de proches du candidat qui ont été décorés alors qu'il était Secrétaire général adjoint à l'Élysée ou ministre de l'Économie, une information révélée par Sputnik France et qui n'a jamais fait l'objet d'accusation en fake news.

Cela se fait à deux jours avant le deuxième tour de la présidentielle.

Source: Sputnik


- Source : Sputnik (Russie)

vendredi, 05 mai 2017

The Promise

promise04452.jpg

The Promise

When the Young Turk government dragged the Ottoman Empire into the First World War on the side of the Central Powers, their aim was to create a pan-Turkic empire incorporating Turkic lands that were part of the Russian Empire. A major impediment to these plans were the Christian minorities of Eastern Anatolia: the Armenians, Greeks, and Assyrians, who naturally looked to Russia as a potential ally and protector. Thus the Young Turks hatched a plan to exterminate these groups.

The Promise, helmed by Irish director Terry George, is a story from the Armenian genocide, which began with the arrest of the leaders of the Armenian community in Constantinople on April 24, 1915. Most of them were later murdered. Young Armenian men were inducted into the Turkish military, where they were put to work as slave laborers building roads and railroads, then massacred. Older and infirm men, as well as women and children, were marched out of their towns and villages, ostensibly to be relocated to Syria, then massacred. All told, 1.5 million Armenians were killed, as well as 450,000 to 750,000 Greeks and 150,000 to 300,000 Assyrians. Most survivors fled abroad, essentially ridding the heartland of the Empire, which is now modern-day Turkey, of Christians.

The Promise is an excellent movie: a visually sumptuous, old-fashioned period film — a story of love, family, and survival set against the backdrop of a decadent and crumbling empire, the First World War, and the 20th century’s first genocide. In terms of visual grandeur and emotional power, The Promise brought to mind David Lean’s Doctor Zhivago. Although some have criticized The Promise for making the Armenian genocide the backdrop of a love triangle, what did they expect? A documentary? Besides, The Promise is no mere chick flick. It is a genuinely moving film, with a host of excellent performances, not just a predictable, cardboard melodrama — as fun as those can be. And although the comparison actually cheapens this film, if you like historical soaps like Masterpiece Theatre, Downtown Abbey, and Merchant-Ivory films — or high-order chick flicks like Anthony Minghella’s The English Patient — you will love The Promise.

Another delightful, old-fashioned feature of The Promise is its original orchestral score by Lebanese composer Gabriel Yared, who incorporates Armenian music. There is also gorgeous music in a church scene in which the great Armenian composer and musicologist Father Komitas [2] is portrayed singing on the eve of his arrest along with the other leading Armenians of Constantinople. (He survived but was driven mad by his ordeal and never composed again.)

The Promise focuses on Mikael Boghosian (Oscar Isaac), a young Armenian from a small village in southern Turkey who takes the dowry from his betrothal (the promise of the title) to Marak (Angela Sarafyan) to enroll in the Imperial Medical Academy in Constantinople. There he meets and falls in love with Ana Khesarian (Charlotte Le Bon), the French-educated daughter of a famous Armenian violinist, who is the lover of American journalist Chris Myers (Christian Bale). When the genocide begins, Mikael’s wealthy uncle is arrested, Mikael is conscripted as a slave laborer, and Ana and Chris work to document the atrocities and save lives. Eventually Mikael makes his way back to his village, finds his family, and marries his betrothed. He then encounters Ana and Chris and joins forces with them to try to save his family, his village, and other Armenians.

All the leading characters in The Promise are convincingly three-dimensional and well-performed. Oscar Isaac is excellent as Mikael, as is Charlotte Le Bon in the role of Ana. Every Christian Bale fan, of course, will want to see this film. Although this is not his most compelling character, it is an enjoyable performance nonetheless. My favorite minor character was Mikael’s mother Marta, played by the charismatic, husky-voiced Persian actress Shohreh Aghdashloo.

armenia-genocide.jpg

I recommend that all my readers see The Promise. It is worth seeing simply as a film, but it is also worth seeing to send a message. For powerful forces are working together to make sure that you do not see this film. A movie about the Armenian genocide is viewed as a threat by the Turkish government and the organized Jewish community, both of which oppose designating the Armenian tragedy a genocide. The Turks wish to evade responsibility, and the Jews fear any encroachment on their profitable status as the world’s biggest victims. Before the film’s release, Turkish internet trolls spammed IMDb [3]with bogus one-star reviews. Since the film’s release, the Jewish-dominated media has given the film tepid to negative reviews. Given the film’s obvious quality, I suspect an organized campaign to stifle this film. Don’t let the bastards win.

kirkkerkorian.jpg

For many years, I illustrated the Jewish will-to-power compared to other market-dominant minorities with the story of Kirk Kerkorian’s purchase of MGM Studios. Kirk Kerkorian was a self-made Armenian-American billionaire. At his peak, he was worth $16 billion and was the richest man in California. In 1969, Kerkorian bought MGM, and instead of seeing it as an opportunity to influence the culture by making movies and television shows, he sold off a lot of its properties and basically turned it into a hotel company. Before he died at the age of 98, however, Kerkorian realized the cultural value of movies and bankrolled The Promise with $100 million.

Over his lifetime, Kerkorian gave away more than $1 billion, spending most of it on helping the Republic of Armenia. If only white American billionaires had a shred of this sort of ethnic consciousness, White Nationalism would be flourishing. Until such figures emerge and start taking media power seriously, the Western mind will be nothing more than a battleground over which highly-organized Levantines fight for control. From a White Nationalist point of view, of course, this is an intolerable situation. But anything that challenges Jewish media hegemony is in the long-term interests of whites. White Nationalism, moreover, has many Armenian allies and well-wishers. So I regard The Promise not just as an excellent film, but as a positive cultural and political development. Thus we should wish it every success.

I can hardly wait for a movie about Operation Nemesis [4].

Article printed from Counter-Currents Publishing: https://www.counter-currents.com

URL to article: https://www.counter-currents.com/2017/05/the-promise/

URLs in this post:

[1] Image: https://www.counter-currents.com/wp-content/uploads/2017/05/The_Promise_2016_film.jpg

[2] Komitas: https://en.wikipedia.org/wiki/Komitas

[3] spammed IMDb : https://en.wikipedia.org/wiki/The_Promise_(2016_film)#IMDb_pre-release_voting_controversy

[4] Operation Nemesis: https://www.counter-currents.com/2015/07/operation-nemesis/

 

Copyright © 2015 Counter-Currents Publishing. All rights reserved.

NIETZSCHE’S ENLIGHTENMENT

nietzsche-v2vvvvvvvvv.jpg

NIETZSCHE’S ENLIGHTENMENT

The German philosopher is not the proto-postmodern relativist some have mistaken him for.

Since his death in 1900, the philosopher Friedrich Nietzsche has had the unfortunate distinction of being blamed for three catastrophes to have befallen Western civilisation. He was blamed for the First World War, when his inflammatory and bellicose writing became cult reading not only for Europe’s restless youth, yearning for blood sacrifice at the beginning of the 20th century, but also for a German military class adjudged to have initiated that catastrophe.

As if being charged for one world war wasn’t bad enough, Nietzsche was also blamed for the Second World War, with his talk of superior ‘Supermen’ [Übermenschen] crushing the ‘decadent’ and ‘weak’ selectively appropriated by Hitler and the Nazis. This was despite the fact that Nietzsche loathed German nationalism and especially despised anti-Semites for their pathetic resentment.

And thirdly, in the past 50 years, Nietzsche has been blamed for a more silent disaster: the rise of relativism and the idea that there is no such thing as objective truth. Seldom now, especially in academia, do you now read the word ‘truth’ written without those doubting – and even contemptuous – inverted commas. One of the most resilient doctrines of our times is that all knowledge depends on who is saying it and for what motive. This relativism is invariably traced back to Nietzsche.

This is largely to do with French philosopher Michel Foucault’s rehabilitation of Nietzsche. Foucault’s writing on power and knowledge in the 1960s and 1970s, which has been widely disseminated in society ever since, drew upon quotes from Nietzsche that ‘truth’ stems from the desire for power and has no eternal objective foundation. In his landmark lectures, ‘Truth and Juridical Forms’, delivered in 1973, Foucault said of the myth of ‘pure truth’: ‘This great myth needs to be dispelled. It is this myth which Nietzsche began to demolish by showing… that behind all knowledge [savoir], behind all attainment of knowledge [connaissance], what is involved is a struggle for power. Political power is not absent from knowledge, it is woven together with it.’

I believe that it’s time that the great man and free-thinker par excellence was reclaimed by the school of the Enlightenment

When you hear cries on campus or in academic literature these days that knowledge, truth or science are but ‘white’ or ‘male’ inventions, look no further than Foucault to discover from where this rhetoric came. And because Foucault is open in his debt to Nietzsche, he helped to raise Nietzsche to his current status as the godfather of postmodernist relativism.

He has consequently been maligned as the source of our nihilist discontents. In Allan Bloom’s The Closing of the American Mind (1987), a key work in the Culture Wars, Bloom complained that Nietzsche was behind the emergent spirit of nihilism in academia, the fount of the corrosive culture of relativism eating away at the values of liberal democracy. ‘Nobody really believes in anything anymore’, wrote Bloom, ‘and everyone spends his life in frenzied work and frenzied play so as not to face the fact, not to look into the abyss. Nietzsche’s call to revolt against liberal democracy is more powerful and more radical than is Marx’s.’

Elsewhere, in Experiments Against Reality (2000), conservative commentator Roger Kimball damns ‘Nietzscheanism for the masses, as squads of cozy nihilists parrot his ideas and attitudes. Nietzsche’s contention that truth is merely “a moveable host of metaphors, metonymies and anthropomorphisms”, for example, has become a veritable mantra in comparative literature departments across the country.’ More recently, Peter Watson opened his 2014 work The Age of Nothing with the following questions on the book’s very first page: ‘Is there something missing in our lives? Is Nietzsche to blame?’

But is Nietzsche really to blame? And was he really a relativist? I would say that he isn’t and he wasn’t. I believe that it’s time that the great man and free-thinker par excellence was reclaimed by the school of the Enlightenment.

Nietzsche is often invoked favourably by relativists, or denounced by their detractors, for an infamous statement near the beginning of his 1878 work, Human, All Too Human. It reads: ‘there are no eternal facts, nor are there any absolute truths’.  Yet elsewhere in the same book he exhorts the values of ‘rigorous reflection, compression, coldness, plainness… restraint of feeling and taciturnity’. Thus spoke the real, authentic language of Nietzsche’s rational, harsh and demanding philosophy – not the lazy relativism of legend and hearsay. And the most interesting and telling thing about Human, All Too Human is that it is actually dedicated by the author to Voltaire, one of the principal propagators of the Enlightenment.

This shouldn’t surprise us. Nietzsche, after all, attacked superstition, religious dogma and uncritical, unexamined and outdated ways of thinking – just as Voltaire did. They both believed that Christianity’s god was dead. And they believed in thinking for yourself and daring to challenge the consensus. As Nietzsche later reflected: ‘Voltaire is, in contrast to all who have written after him, above all a grand seigneur of the spirit: precisely what I am, too.’ When writing Ecce Homo in the late 1880s, Nietzsche sought to resurrect the Voltairean spirit in Europe, which he felt by his times had been washed away by pessimistic Romanticism. ‘Voltaire still comprehended umanità in the Renaissance’, Nietzsche wrote, ‘the cause of taste, of science, of the arts, of progress itself and civilisation’.

In Human, All Too Human, Nietzsche in turn denounces Jean-Jacques Rousseau, the writer many claim birthed Romanticism. ‘It’s not Voltaire’s temperate nature, inclined to organising, cleansing and restructuring, but rather Rousseau’s passionate idiocies and half-truths that have called awake the optimistic spirit of revolution, counter to which I shout: “Ecrasez l’infame!” [‘crush the infamous thing!’— referencing Voltaire’s cry against superstition]. Because of him, the spirit of the Enlightenment and of progressive development has been scared off for a long time to come: let us see (each one for himself) whether it is not possible to call it back again!’

Truths were to be obtained and striven for, but they were always to be tentatively held, ready to be jettisoned when they were disproved or no longer useful

Nietzsche believed in truth, albeit of an unstable, contingent, perspectival and disposable variety. He believed in constant experimentation and argument. His Übermensch forever goes beyond and above. This is why they had to struggle, because truth was difficult but ultimately necessary to obtain through free-thinking and reason. As he wrote in Daybreak (1881): ‘Every smallest step in the field of free thinking, and of the personally formed life, has ever been fought for at a cost of spiritual and physical tortures… change has required its innumerable martyrs… Nothing has been bought more dearly than that little bit of human reason and sense of freedom that is now the basis of our pride.’ Far from being casual about truth, Nietzsche cared deeply about it. And any truth we held had to earn its keep. ‘Truth has had to be fought for every step of the way, almost everything else dear to our hearts, on which our love and our trust in life depend, had to be sacrificed to it’, he wrote later in 1888 in The Antichrist.

Nietzsche believed truths had to be earnt. He believed we had to cross swords in the struggle for truth, because it mattered so dearly, not because ‘anything goes’. We had to accept as true even that which we found intolerable and unacceptable, when the evidence proved it so. All points of view certainly are not valid. Walter Kaufmann, who began the mainstream rehabilitation of Nietzsche after the Second World War, concluded in the fourth edition of his classic Nietzsche: Philosopher, Psychologist, Antichrist (1974): ‘Nietzsche’s valuation of suffering and cruelty was not the consequence of any gory irrationality, but a corollary of his high esteem of rationality. The powerful man is the rational man who subjects even his most cherished faith to the severe scrutiny of reason and is prepared to give up his beliefs if they cannot stand this stern test. He abandons what he loves most, if rationality requires it. He does not yield to his inclinations and impulses.’

Of course our truths aren’t eternal. Times change. While Nietzsche’s quote that ‘there are no eternal facts’ has been appropriated by relativists, this statement is entirely consistent with our Popperian approach to truth today: we hold on to truths before new evidence comes along to prove otherwise. Copernicus had fathomed the truth until Galileo came along with a better one. Newton’s physics were right until Einstein supplanted them. The science of tomorrow will inevitably disprove the science of today.

Nietzsche was in the end a radical empiricist – a self-declared enemy of ideology, ideologues and people who cling dogmatically to systems, beliefs and ‘-isms’

Truths were to be obtained and striven for, but they were always to be tentatively held, ready to be jettisoned when they were disproved or no longer useful. Nietzsche wrote how contingent truths were useful for our everyday lives: ‘One should not understand this compulsion to construct concepts, species, forms, purposes, laws… as if they enable us to fix the real world; but as a compulsion to arrange a world for ourselves in which our existence is made possible. We thereby create a world which is calculable, simplified, comprehensible, etc, for us.’ Not all points of view were equally valid, because some were useful, and others were useless.

Nietzsche was in the end a radical empiricist – a self-declared enemy of ideology, ideologues and people who cling dogmatically to systems, beliefs and ‘-isms’. He deplored Kantian metaphysics for the same reason he decried Rousseau’s Romanticism: both were detached from the here and the now of real life. Both told us nothing about what was important or useful.

Truths do change with the times. Our truths are not eternal and do indeed evolve, and not all truths are ‘equally valid’. They have to prove their worth. Nietzsche put it so in a youthful letter to his sister, ‘if you wish to be a devotee of truth, then inquire’. What champion of the Enlightenment would argue with that?

Patrick West is a spiked columnist. His new book, Get Over Yourself: Nietzsche For Our Times, will be published on 1 August by Imprint Academic. Preorder it here. Follow him on Twitter: @patrickxwest

For permission to republish spiked articles, please contact Viv Regan.

18:31 Publié dans Philosophie | Lien permanent | Commentaires (0) | Tags : nietzsche, allemagne, philosophie | |  del.icio.us | | Digg! Digg |  Facebook

jeudi, 04 mai 2017

1917 : les Etats-Unis entrent en guerre

US17-914bd3b3.jpg

Bernhard Löhri

1917 : les Etats-Unis entrent en guerre

Cette entrée en belligérance a révolutionné durablement la communication politique

Il y a cent ans, la politique américaine mettait un terme définitif à son isolationnisme, celui qu’avait préconisé la Doctrine de Monroe (« L’Amérique aux Américains »). Cette doctrine impliquait la neutralité américaine dans tous les conflits qui déchiraient l’Europe. En 1917, les Etats-Unis disent adieu à cette neutralité et entrent en guerre aux côtés des Alliés franco-britanniques. Le Président américain James Monroe avait souligné, dans les années 1820,  que les Etats d’Amérique entraient dans un processus irréversible d’indépendance et se détachaient ainsi des puissances européennes, du Vieux Monde. Monroe évoquait alors l’émergence de deux sphères politiques (le Vieux et le Nouveau Mondes) et l’avènement d’un principe de non immixtion des Etats-Unis d’Amérique dans les conflits européens. Suite à cette déclaration de leur Président, les Etats-Unis ont pu développer une stratégie hémisphérique brillante, ont consolidé leurs acquis territoriaux et les ont protégés. L’Europe, elle, ne s’occupait que d’elle-même en cette période post-napoléonienne : elle entendait conférer aux Etats qui la constituaient une épine dorsale constitutionnelle destinée à les stabiliser. Pendant ce temps, les Etats-Unis bâtissaient leur propre Etat aux dimensions continentales, avec la ferme intention de le rendre militairement invulnérable. Sur le plan de la sécurisation militaire, les Etats-Unis acquièrent, dans le dernier tiers du 19ème siècle, l’Alaska et annexent les Iles Hawai, parachevant de la sorte leur projet stratégique. En entrant en belligérance dans la première guerre mondiale, déclenchée en Europe par les puissances européennes, les Etats-Unis manifestent ipso facto la prétention d’agir activement sur la scène mondiale, en y imprimant leur volonté, comme l’histoire ultérieure le démontrera.

L’entrée en guerre des Etats-Unis a surpris car, à l’automne 1916, le Président américain Woodrow Wilson avait fait campagne pour les Démocrates avec le slogan ‘He kept us out of war !’ (« Il nous a maintenu hors de la guerre »). Il a été réélu. Se maintenir hors de la guerre qui faisait rage en Europe fut le message principal du mouvement politique animé par Wilson. Mais cette promesse n’a duré que quelques mois, au bout desquels les Etats-Unis sont bel et bien entrés en guerre. Une victoire des puissances centrales, c’est-à-dire l’Empire allemand, l’Empire austro-hongrois, avec la Bulgarie et l’Empire ottoman comme partenaires mineurs, était parfaitement envisageable au printemps de 1917. L’entrée en guerre des Etats-Unis, d’abord contre l’Allemagne seule, peut donc être considérée comme décisive dans la défaite des puissances centrales. La supériorité des Alliés en troupes et en armes a fait la décision au détriment de l’Allemagne sur le front occidental.

doughboy.jpgSur les plans idéologique et moral, cette entrée en guerre a été décrite comme « une croisade nécessaire contre les monarchies militaristes et autoritaires de l’Empire allemand et de l’Autriche-Hongrie ». A cela s’ajoute la conscience d’une mission quasi religieuse et bien précise : « Rendre la monde sûr pour la démocratie ». Mais ce conglomérat de moralisme et d’idéologie à connotations puritaines était pur discours : derrière lui se profilaient des motivations essentiellement économiques. Les dettes de guerre inter-alliées, soit les dettes contractées entre Alliés et celles contractées entre les Alliés et les puissances associées, avaient pour créancier principal les Etats-Unis et comme débiteur principal la Grande-Bretagne : cette dernière avait contracté la grosse masse de ses endettements auprès du gouvernement fédéral américain. Au total, les crédits pris sur le système financier américain s’élevaient à un capital de 26,5 milliards de dollars (somme sur laquelle intérêt était dû). Une victoire des puissances centrales aurait eu des conséquences considérables sur le système financier américain. Il fallait l’éviter à tout prix. En entrant en guerre, Wilson rendait un immense service aux intérêts vitaux du secteur financier américain.

Dans l’espace-temps qui va de l’automne 1916 au printemps 1917, nous avons assisté à un renversement total de l’opinion publique aux Etats-Unis. Ce renversement inaugure dans l’histoire mondiale l’avènement du marketing politique moderne et du modelage médiatique des mentalités. Le plus important des experts en ce façonnage des mentalités nouvelles fut Edward Louis Bernays, né à Vienne en 1891. On le considère désormais comme le père des techniques de « relations publiques » et de l’art des « spin-doctors ». Ce fut lui qui transforma la notion de « propagande », la débaptisa en « relations publiques ». Il était fasciné par la capacité à « produire des opinions ». Bernays était l’un des neveux de Sigmund Freud. Il s’est efforcé de populariser les thèses psychanalytiques de Freud aux Etats-Unis. Bernays était fasciné par l’idée freudienne qu’il existait des forces cachées et irrationnelles qui poussaient les hommes à l’action. Il avait reconnu le fait que les sociétés humaines étaient dirigées sur les plans économique, politique et social par une poignée d’hommes puissants « qui tiraient les ficelles de l’opinion publique » après avoir donné les directives adéquates. Quand il a fallu, en 1916/1917, faire basculer l’opinion publique américaine et lui faire accepter l’entrée en guerre du pays-continent, le jeune Edward Bernays prit contact avec le « Committee on Public Information », chargé de préparer à la guerre et au sang à verser tous ceux qui doutaient du bien fondé d’une immixtion américaine dans la grande guerre européenne, et, finalement, l’opinion publique toute entière des Etats-Unis. Bernays a eu l’intelligence de faire miroiter aux opinions publiques américaine et européenne l’idée d’un nouvel ordre mondial sécurisé et pacifique, que les armées américaines allaient promouvoir par leur engagement dans les combats. « Rendre le monde sûr pour la démocratie » (« Make the world safe for democracy »), tel était son slogan-clef, celui qui devait présenter l’entrée en guerre comme le seul projet possible.

Après la fin des hostilités, Bernays accompagna la délégation américaine regroupée autour du Président Wilson lors des conférences de la paix de la banlieue parisienne. Il s’est rapidement aperçu que le champ d’application de sa praxis d’influence des sociétés pouvait s’étendre non seulement en temps de guerre mais aussi en périodes de paix. Il voyait la nécessité de créer « une ingénierie du consensus » (« engineering of consent »), c’est-à-dire, à ses yeux, une nouvelle science basée sur les techniques de la formation des opinions.

Bernhard Löhri.

(article paru dans « zur Zeit », Vienne, n°14/2017, http://www.zurzeit.at ).

edber13016148.jpg

De la psychologie des masses selon Edward L. Bernays

En 1892, la famille de Bernays quitta Vienne pour émigrer aux Etats-Unis, où Bernays se consacra à l’étude des opinions publiques. Il façonna ses campagnes d’influence des opinions sur base de ses connaissances en psychologie des masses. Ses arguments :

  • Lorsque nous comprenons les mécanismes et les motivations de la pensée en groupe, il nous est simultanément possible de contrôler et de téléguider les masses sans qu’elles le sachent et selon notre propre volonté.

Lorsque Bernays, âgé de 25 ans, a constaté que l’opinion américaine basculait dans le sens des bellicistes et se mettait à vouloir la guerre contre l’Empire allemand, il s’est senti appelé et a voulu servir sa nouvelle patrie. Devenu expert, son influence fut également profonde dans l’élaboration des stratégies de marketing, dans la promotion des produits à vendre. Bernays est celui qui, le premier, a bien vu que les sociétés humaines ne sont pas des systèmes objectifs de besoins rationnels mais des systèmes animés par des désirs subjectifs. Par conséquent, la question qui ne cessait de se poser était la suivante : « Comment des stratégies d’influence peuvent-elles s’utiliser pour piloter le comportement des hommes ? ».

Dans les années 1920, Bernays conféra au Président Calvin Coolidge l’image d’un « society-tiger ». Il induisit l’idée du « Bacon & Eggs » comme nouvelle variante du petit déjeuner et travailla à faire accepter les femmes fumeuses, tout comme, plus tard, il oeuvra dans les lobbies anti-tabac.

 

mercredi, 03 mai 2017

L’hypocrisie de la « communauté occidentale des valeurs » face aux régimes qu’elle n’aime pas

JH-fpö.jpg

L’hypocrisie de la « communauté occidentale des valeurs » face aux régimes qu’elle n’aime pas

Quand l’appel à la « démocratie » n’est qu’un prétexte…

Entretien avec le porte-parole de la FPÖ en politique étrangère au Parlement autrichien, le Dr. Johannes Hübner

Propos recueillis par Bernard Tomaschitz

Q. : Dr. Hübner, les Turcs se sont prononcés le 16 avril dernier en faveur de la modification constitutionnelle voulue par le Président Erdogan. Assiste-t-on à l’avènement d’un nouvel Etat autoritaire voire d’une nouvelle dictature aux portes de l’Europe ?

JH : S’il faut croire les médias, il y a toute une série d’Etats autoritaires et de dictatures aux portes de l’Europe. On peut dire à la rigueur que le Maroc est sur la bonne voie démocratique mais on ne peut affirmer la même chose pour l’Algérie et certainement pas pour la Libye qui est devenu un Etat failli. L’Egypte est une dictature. Si on prend les Etats du Golfe, nous découvrons parmi eux des monarchies absolues, quasi féodales. Quant à l’Irak, la Syrie et l’Afghanistan, mieux vaut ne rien en dire.

La Turquie n’est pas un Etat autoritaire : elle conserve toutes ses institutions démocratiques. La république présidentialiste, qui vient d’être établie suite au référendum d’avril, est taillée en fait sur le modèle français car, désormais, les prérogatives du président turc équivalent désormais à celles de son homologue de Paris. Reste à voir, bien sûr, si ce présidentialisme turc demeurera dans un cadre bien policé, semblable à celui de la France, ou s’il basculera dans la dictature comme en Egypte.

Q. : Le président américain Donald Trump a félicité Erdogan par téléphone, alors que ce même président américain adopte un ton nettement plus ferme et plus critique à l’égard du président russe Vladimir Poutine. Comment doit-on juger Erdogan d’une part, Poutine d’autre part, à l’aune de la démocratie et de l’autoritarisme ?

JH : Il faut savoir une chose dès le départ : la démocratie et les droits de l’homme ne sont que des prétextes pour la politique extérieure américaine, pour une bonne part de la politique extérieure des Etats européens et pour les médias dominants. Un prétexte pour mettre en scène une confrontation à l’échelle internationale. C’est évident quand on regarde ce qui se passe : Poutine est critiqué en permanence, il est diffamé et traité d’ « autocrate », on lui inflige des sanctions alors que les monarchies du Golfe ou l’Egypte, qui sont des alliées importantes des Etats-Unis ne sont nullement importunées ; et dans le cas de l’Egypte, reçoivent des subsides s’élevant à des milliards de dollars par an. Le but recherché est de pouvoir punir des régimes mal aimés ou des régimes qui refusent de se laisser aligner de force, en trouvant des prétextes qui cadrent plus ou moins avec les principes de cette « communauté occidentale des valeurs ». Je ne crois pas qu’Erdogan sera dans l’avenir mieux traité que Poutine : j’en veux pour preuves les dernières proclamations de certains hommes politiques européens et américains et les campagnes médiatiques contre la Turquie. Je pense qu’Erdogan finira bientôt par figurer sur la même liste que les dirigeants iraniens, russes ou ressortissants d’autres pays mal aimés.

Q. : Tout dépendra, bien sûr, de la façon dont se comportera Erdogan vis-à-vis de la politique de l’OTAN…

JH : Exact. C’est ainsi que j’interprète les félicitations adressées par Trump au Président turc. Elles équivalent à un dernier avertissement, qui exhorte la Turquie à rester dans les rangs. Quant à savoir si la Turquie y restera, je ne le pense pas vraiment. Si vous vous souvenez, le premier geste d’Erdogan, après le putsch manqué de juillet dernier, a été d’appeler Poutine pour s’excuser suite à la destruction de l’appareil russe par l’aviation turque, au-dessus du territoire syrien. Ce premier geste en politique extérieure équivaut à dire qu’en Turquie on part désormais du principe que les Etats-Unis n’ont peut-être pas soutenu activement le putsch mais l’ont au moins toléré tacitement ou n’ont pas fourni les renseignements qu’ils possédaient sur les putschistes aux autorités turques.

Je pars de l’hypothèse que la Turquie, à moyen terme, quittera l’OTAN et abandonnera son alliance avec les Etats-Unis, du moins si Erdogan se maintient au pouvoir. Reste à savoir si ce nouvel infléchissement de la politique extérieure turque conduira ou non à une alliance solide avec la Russie et avec l’Iran, que craignent les médias occidentaux. Toutefois, vu les configurations qui se dessinent dans la région et vu les conflits d’intérêts divergents et convergents qui s’y opposent, cet infléchissement anti-occidental semble parfaitement inscrit dans les astres…

Q. : Quant à la rage contre Poutine, elle n’est pas due aux discriminations qu’il imposerait soi-disant aux homosexuels, mais à ses tentatives constantes d’empêcher tout élargissement de l’OTAN vers l’Est…

JH : Les motifs invoqués pour imposer les sanctions et pour marginaliser la Russie sont de pures fabrications. L’affaire de la Crimée et le conflit en Ukraine orientale relèvent également de mises en scène tout comme, il y a quelques années, les procès intentés aux Pussy Riots ou à l’oligarque Mikhail Chodorkovski, et l’assassinat de la journaliste Anna Politkovskaïa. Ce sont là des types d’événements qui sont instrumentalisés sans arrêt au fil du temps pour servir de coups de bélier contre un régime qui déplait. Ces coups de bélier sont assénés par des politiciens et des médiacrates portant hypocritement le masque de défenseurs des droits de l’homme, de la démocratie, du pluralisme, de la liberté d’opinion, etc. Cela permet de se donner bonne conscience. S’il n’y avait pas eu la Crimée, on aurait trouvé autre chose.

Q. : S’il faut croire les médias dominants, un autocrate règnerait également aux portes de l’Autriche, dans un pays de l’Union européenne : c’est Viktor Orban, le Hongrois. Comment percevez-vous cette hostilité au dirigeant de notre pays voisin ?

JH : S’il faut croire ces médias, l’autocratisme se répandrait encore ailleurs en Europe, en Pologne, par exemple. Partout où le catalogue des « belles valeurs » de l’Union européenne n’est pas repris tel quel et in extenso, il y aurait autocratie. Pour la nomenklatura eurocratique, les choses sont très simples : qui n’est pas avec nous (à 100%), est un autocrate. Car seul un autocrate a la toupet de vouloir pratiquer une autre politique que celle que préconisent les dirigeants de l’UE, Angela Merkel et les partis qui les soutiennent.

Q. : Cette hostilité à l’endroit de la Pologne et de la Hongrie ne vient-elle pas du fait que ces pays jettent un autre regard sur la politique eurocratique relative aux réfugiés ?

JH : Permettre une immigration massive et incontrôlée est une valeur désormais cardinale dans les canons imposés par la mauvaise élite européenne. Tous sont obligés de l’accepter. Mais ce n’est pas seulement cette volonté malsaine de vouloir faire accepter cette politique migratoire délirante : on reproche aux Hongrois et aux Polonais de ne pas s’aligner sur certaines politiques sociales abracadabrantes, on leur reproche aussi leur politique culturelle, de ne pas prolonger les subsides à des théâtres de gauche véhiculant la junk culture occidentale, de ne pas soutenir des médias de gauche pro-européens. On leur reproche notamment de développer des « structures parallèles » à l’Union européenne comme le « Groupe de Visegrad ». On n’aime pas non plus les politiques en faveur de la famille traditionnelle que développent ces pays. On s’insurge devant leurs réticences à accepter les élucubrations du gendérisme, devant leur rejet des « alternatives sociétales » (c’est-à-dire homosexuelles, etc.) et ainsi de suite… Le parti de Kaczynski en Pologne et Viktor Orban en Hongrie sont ouvertement en état de confrontation avec les lignes préconisées par la fausse élite européenne.

Q.: On craint aussi, en haut lieu, que le Président serbe Aleksandar Vucic, nouvellement élu, révèlerait des tendances autoritaires et serait prêt à suivre les exemples d’Orban et de Poutine. Que faut-il en penser ?

JH : Cette crainte vient du fait que Vucic a tenté naguère de se détacher de la tutelle que cherchaient à lui imposer l’OTAN et l’UE. Il a multiplié les contacts avec la Russie, notamment pour obtenir des armes. La Serbie va recevoir des Mig-29, presque gratuitement. Tout cela sont de entorses infligées aux règles de bienséance imposées par la « communauté occidentale des valeurs ». Qui enfreint ces règles reçoit automatiquement l’étiquette d’ « autocrates », est considéré comme « un danger pour la démocratie » parce que de telles accusations permettent de miner son pouvoir et son crédit.

Lier un adversaire ou un récalcitrant à l’idée d’autocratisme et répéter ces accusations interminablement est un bon expédient pour amener le consommateur moyen à dénigrer les hommes politiques visés, à les prendre pour des « mauvais », sans devoir utiliser son intelligence critique. Et puisqu’il s’agit de « mauvais », on peut tout leur faire, on peut mobiliser contre eux des moyens que l’on n’oserait pas utiliser autrement.

(entretien paru dans « zur Zeit », Vienne, n°17/2017, http://www.zurzeit.at ).

Réactivation du nationalisme hindou en Inde

adityanath.jpg

Georg Immanuel Nagel :

Réactivation du nationalisme hindou en Inde

La politique d’apaisement face aux musulmans prend fin : les nationalistes hindous font face aux islamistes

Le prêtre hindou Yogi Adityanath, 44 ans, est considéré comme le chef spirituel d’un mouvement politique dénommé « Hindutva », que l’on traduit généralement en Occident comme le « nationalisme hindou ». Sur le plan culturel, ce mouvement entend revenir aux racines de la religion hindoue et lutte contre toutes les influences étrangères. Il vise principalement l’islam mais n’épargne pas le christianisme importé par les missionnaires occidentaux.

L’ « Hindutva » téléguide un parti, le « Bharatiya Janata Party » (BJP). En 2014, lors des élections, il a enregistré un franc succès et a pu s’affirmer contre le parti du « Congrès national indien », d’obédience séculière et social-libérale. Depuis cette victoire électorale, le BJP a pu nommer l’un des siens premier ministre, Narendra Modi, chef du gouvernement. Peu avant le déroulement des élections, Adityanath avait annoncé la couleur : le résultat de ces élections allait, de toutes les façons, sonner le glas de la politique d’apaisement face aux musulmans. Ces fortes paroles furent immédiatement suivies d’actes : on fit ferme plusieurs abattoirs musulmans. Pour les Hindous, en effet, les vaches sont des animaux sacrés et les Hindous sont plutôt végétariens : ils n’admettent pas, de ce fait, l’existence d’abattoirs « halal ».

Adityanath est devenu le ministre-président de l’Etat d’Uttar Pradesh, après avoir provoqué un véritable séisme électoral. Cet Etat de l’Union indienne compte 200 millions d’habitants. Il est le plus peuplé d’Inde. Cette position est considérée comme l’une des plus importantes du pays. Quelque 80% des habitants de l’Uttar Pradesh sont hindous, le reste est principalement musulman. Les adhérents à la religion de Mohammed sont donc en minorité, ce qui ne les empêche pas de se méconduire de plus en plus fréquemment. Là-bas aussi, l’islamisme fondamentaliste, prompt à déchaîner la violence, a le vent en poupe.

En acquérant le titre de ministre-président de l’Uttar Pradesh, Adityanath est sorti de l’ombre pour marcher sous les feux de la rampe. Il a toutefois été longtemps membre du parlement et n’était nullement un inconnu. Ce qui a changé, c’est que le mouvement religieux parapolitique qu’il a présidé ne peut plus être considéré comme une marge sans importance de la vie politique indienne. Le nationalisme hindou connaît diverses tendances. La plus forte de celles-ci était représentée par les libéraux (à degrés divers), parmi lesquels il faut compter le premier ministre Modi. Avec l’accession d’Adityanath au pouvoir dans l’Uttar Pradesh, qui a néanmoins reçu l’appui de Modi, les durs du mouvement donneront davantage le ton dans les années à venir.

Adityanath incarne un type nouveau d’homme politique : celui qui a d’abord été un chef religieux avant d’être un chef politique. Avant qu’il n’ait atteint l’âge de trente ans, il était déjà l’hiérarque supérieur d’un temple de Gorakhpur. Il parvenait à attirer de nombreux sympathisants de sa cause. Leur nombre n’a cessé de croître. Sur le plan religieux, sa principale promesse électorale a été de faire bâtir un temple hindou dédié au dieu Rama, là où, précisément, se trouvait jadis une énorme mosquée que la foule des Hindous avait brûlé de fond en comble en 1992. Mais la politique préconisée par Yogi Adityanath ne se borne pas au symbolisme religieux.

En effet, les médias dominants en Occident aiment à répandre l’idée d’une Inde qui se rapproche des valeurs occidentales, qui glisse lentement mais sûrement vers le libéralisme et la modernité. Ce ne sera plus le cas avec une personnalité comme Adityanath. Il passe pour un religieux radical, pour le représentant des intérêts des Hindous, refusant tout compromis, parce que ces derniers représentent finalement l’immense majorité de la population. Il avait acquis la notoriété dans le pays après avoir organisé des manifestations de masse. Lors de l’une d’elles, il avait eu ces paroles : « S’ils tuent un seul d’entre les nôtres, nous tuerons cent des leurs ».

hindu-rally-vahin-vigilante-members-unnao-part_eb03bd68-2fe6-11e7-9a1e-ae80039293d8.jpg

En 2002, Adityanath avait créé un mouvement de jeunesse, l’ « Hindu Yuva Vahini », que les critiques libéraux qualifient d’ « extrémiste » et de « militant ». Les nationalistes hindous considèrent toutefois qu’une solide attitude d’auto-défense est nécessaire pour protéger la majorité de la population contre les menées agressives des islamistes, toujours plus nombreuses au fil du temps. En effet, force est de constater que, surtout dans les provinces du Nord, les musulmans s’attaquent de plus en plus souvent aux Hindous, commettent des actes terroristes et des assassinats. On reproche, il est vrai, à des groupes comme l’ « Hindou Yuva Vahini » ou à des organisations similaires de faire usage de la violence. Pour venger des assassinats commis au nom de l’islamisme, des nationalistes hindous n’ont pas hésité à incendier des mosquées et à commettre d’autres actes de représailles. Il n’est pas rare non plus que des batailles rangées se déroulent dans les rues entre les différentes factions.

Adityanath apprécie le président Donald Trump. Il avait notamment apprécié la déclaration du futur président des Etats-Unis qui entendait bannir les musulmans du territoire américain (promesse électorale qui n’a pas été tenue…). Egalement, la volonté de juguler l’immigration en provenance de pays musulmans afin de barrer la route au terrorisme. Toutes ces mesures annoncées plaisaient forcément au leader hindou…

Pour le moment, une seule chose semble certaine : l’évolution politique de l’Inde va dans le sens du traditionalisme hindou et de l’auto-défense de la majorité hindoue.

Georg Immanuel Nagel.

(article paru dans « zur Zeit », Vienne, n°17/2017, http://www.zurzeit.at ).

mardi, 02 mai 2017

L’heure est grave : bref entretien avec Robert Steuckers

cavaliers-de-l-apocalypse.jpg

L’heure est grave : bref entretien avec Robert Steuckers

Propos recueillis par Bertrand Müller

Monsieur Steuckers, vous êtes étrangement silencieux sur les élections françaises qui, cette fois, révèlent un enjeu planétaire ? Etes-vous, comme Mélenchon, en faveur du « ni – ni » ou donnerez-vous des consignes de vote ?

Je reste silencieux car je ne dis jamais rien sur les élections avant que les résultats définitifs ne tombent. Je ne donne jamais de consigne de vote, car je sais que le peuple au sein duquel je vis est tiraillé entre des options politiques et idéologiques différentes que je suis bien obligé d’accepter car je n’ai pas les moyens matériels, je veux dire médiatiques, pour changer cette donne. Mon vieux principe est donc de ne rien dire. J’y resterai fidèle. Et ne commenterai les élections qu’après coup, comme le font Thomas Ferrier l’européiste en France ou mon compatriote polyglotte Lionel Baland, du moins si on me le demande. De plus, je n’ai pas la prétention de donner des consignes de vote à mes voisins néerlandais, allemands ou français. Je ne vote pas dans ces pays, mon avis n’y a finalement aucune importance.

Mais vous avez raison : l’enjeu est cette fois de taille. Le néolibéralisme, idéologie à prétention planétaire depuis bientôt une quarantaine d’années, tente d’engager la bataille finale. Elle entend contrôler la planète entière et s’attaque désormais à la France qui, en Europe, a longtemps résisté par le simple effet du poids de son étatisme (dont on peut critiquer certains aspects). L’objectif du planétarisme néolibéral est d’effacer définitivement sur le sous-continent européen les dernières traces d’une économie non libérale, non manchestérienne. En même temps, l’effacement de ces traces signifie automatiquement l’affaiblissement politique et économique de notre continent, dont le modèle, tous vernis idéologiques confondus, reposait sur la solidarité et la redistribution.

L’objectif du mondialisme est d’obtenir une majorité au conseil de sécurité de l’ONU : avec une France gaullienne, le risque, pour l’hégémonisme occidental était de voir se constituer, à l’occasion de chaque crise qui aurait secoué le monde, un bloc de trois puissances disposant du veto (la Russie, la Chine et la France) contre le duopole anglo-saxon. Cette opposition s’était déjà manifestée de facto lors de la guerre contre l’Irak de 2003, quand Chirac, fidèle aux positions gaulliennes, n’avait pas marché dans la combine. C’est la raison pour laquelle les réseaux globalistes/néolibéraux ont manœuvré pour hisser d’abord Sarközy puis Hollande au pouvoir. Macron doit poursuivre cette ligne, avec les mêmes sinistres cliques d'illuminés et d'écervelés à ses côtés. L’Occident libéral, dès ce moment fatidique, disposait d’une majorité au conseil de sécurité de l’ONU (France, Royaume-Uni, Etats-Unis) contre le tandem sino-russe, oeuvrant à la dynamisation de l’espace eurasien. Cette majorité occidentale permettait et permettra de poursuivre la politique désastreuse entamée en Syrie, en Ukraine et en Libye. Personne en Europe n’a intérêt à ce que ces désastres inutiles et sanglants s’accentuent, se perpétuent et se pérennisent. A ce tropisme occidental, réintroduit dans la pratique internationale de la France par Sarközy, s’ajoute l’inquiétante inféodation du pays aux pétromonarchies qatarie et saoudienne.

La question qui se pose à la France est dès lors celle-ci : où se situe l’Etat profond ? Aux Etats-Unis, c’était clair. Et ce l’est resté. Trump a joué une comédie inouïe en tablant sur l’électorat traditionnellement pacifiste et isolationniste des Etats du centre des Etats-Unis, peuplés de Blancs de toutes sortes d’origine : des Irlandais catholiques, des Scandinaves et surtout des Allemands, qui ne partagent pas (ou seulement mollement) les fanatismes profondément ancrés des Américains d’origine britannique. Il n’a pas fallu deux mois au nouveau président, en qui les hommes de bon sens avaient placé tant d’espoirs, pour se réaligner sur l’Etat profond, marqué par le fanatisme enragé des puritanismes et autres fondamentalismes protestants.

En France, la question se pose : quel est l’Etat profond ? Celui que voulait de Gaulle ? Avec une souveraineté bien profilée, un projet et un modèle distinct du libéralisme pur à l’anglo-saxonne et distinct aussi du communisme soviétique ? Un modèle préconisant une troisième voie telle celle annoncée à Phnom Penh en 1966 ? Avec une diplomatie nuancée, respectueuse des régimes nés de l’histoire particulière des peuples, comme le voulaient un Maurice Couve de Murville et un Michel Jobert ? Ou bien, l'Etat profond est-il désormais aux mains d'autres forces, poursuit-il un projet planétaire, déterritorialisé et destructeur, jusqu'ici jugulé vaille que vaille? L'Etat gaullien, clausewitzien et napoléonien de nature, a-t-il définitivement cédé le terrain aux alchimistes fous, prêts à se livrer à toutes les expérimentations biscornues? 

On sait que le néoconservatisme américain, idéologie qui accompagne le néolibéralisme comme si elle était sa sœur siamoise, balaie la diplomatie comme une vieillerie et entend imposer au monde un seul et unique modèle : le sien. Le monde n’est pas un « universum » mais un « pluriversum ». Il le demeurera car on ne peut en gommer la variété. L’objectif postélectoral doit être de maintenir un maximum d’ouverture, impératif politique majeur réclamé jadis par Claude Lévi-Strauss, réactualisé aujourd’hui avec brio par Hervé Juvin. Le projet néolibéral veut araser cette variété. L’option multipolaire réclamée jadis par Couve de Murville et aujourd’hui par les Russes et les Chinois participe d’une volonté de liberté. Cette option volontariste et libertaire s’oppose à un désir puritain et occidental qui, au bout du compte, s’avèrera une impossibilité pratique. Le divers du monde respecte ce qui va au-delà du rationalisme méthodique toute en participant de la raison pratique. L’objectif araseur du globalisme néolibéral et néoconservateur bute contre une impossibilité pratique. Tel est l’enjeu.

Cet enjeu est essentiellement planétaire, concerne en premier lieu la politique internationale. Il a aussi un impact en toute politique intérieure, en France, en Europe, partout ailleurs et même dans les zones laissées pour compte sur le territoire même de la principale puissance hégémonique dirigée aujourd’hui par Donald Trump. Préserver les possibles en diplomatie implique de préserver une pluralité de modèles économiques et sociaux à l’intérieur même des Etats et des régions de ces mêmes Etats. En France, pourquoi ne pas réactiver les politiques socio-économiques de l’intéressement et de la participation, pourquoi ne pas réintroduire le projet d’un Sénat des régions et des professions, afin d’offrir un véritablement modèle alternatif ? Toute idéologie planétaire, le communisme d’hier ou le néolibéralisme d’aujourd’hui, en préconisant un modèle unique à appliquer en tous points de la planète, ignore les lois de la variété requise, ignore les déterminations voulues par le temps et par l’espace. Cette ignorance la condamne à terme à l’implosion. Mais avant que cette implosion finale n’advienne, ces idéologies feront de terribles dégâts. On le voit d’ores et déjà : nous titubons de crise en crise, nous vidons nos pays de leur substance industrielle et agricole, on anémie les familles constitutives de nos peuples en rendant impossible toute transmission matérielle, culturelle et spirituelle. La catastrophe sera tout à la fois économique, culturelle et biologique. Il faut donc une force katéchonique pour la conjurer.

L’abandon d’une idéologie pernicieuse, ignorant les ressorts du temps et de l’espace, est un impératif de l’heure. Et cet abandon doit être immédiatement suivi et d’un retour sain aux tissus réels et hérités de nos traditions et de nos sociétés historiques et d’une volonté d’éradiquer définitivement les fauteurs de désastres, afin de leur ôter pour toujours l’envie de réguler la vie des hommes de chair et de sang.

 

Presseschau Mai 2017

ZL-LJ-1.jpg

Presseschau
Mai 2017
 
Liebe Leser, wieder einmal eine Presseschau. Bei Interesse einfach anklicken...
 
AUßENPOLITISCHES
 
Die schöne Illusion „Europa“
Anmerkungen zur neuen Bewegung „Pulse of Europe“
 
(Stellungnahme zum Brexit)
Hello Angry Losers
 
Griechenland-Retterei: Schweigen und zahlen
 
Hudson und der "Finanzsektor"
 
Entnationalisierung der deutschen Wirtschaft
 
Gregor Gysi sagt 1996 (!) die Zukunft des Euro exakt voraus!
 
Was auf Amerika und Deutschland zukommt
 
EU-Politiker fordern Google zu Werbeboykott von „Breitbart“ auf
 
Österreich
Van der Bellens Kopftuch-Äußerung
Grüner bleibt Grüner
von Michael Paulwitz
 
Irisch-Gälisch
Eine keltische Sprache als politischer Zündstoff
In der Republik Irland können gälische Toilettenschilder deutsche Touristen in eine peinliche Lage bringen. Im Norden der Insel unterrichten frühere IRA-Häftlinge Schulkinder auf Gälisch. Und gestritten wird überall um diese Sprache.
 
Frankreich
Anschlag auf Wahlkampfbüro Le Pens
 
(Einheitsfront für Macron gegen Le Pen)
Präsidentschaftswahl
CSU-EU-Abgeordneter warnt vor „Gaunerin“ Le Pen
 
(Macron)
Frankreichwahl
Nur das vorletzte Aufgebot
von Karlheinz Weißmann
 
Wegen angeblicher Islamophobie
Österreichs Präsident provoziert mit Kopftuch-Äußerung
 
Wahlmanipulation
Feindbild Rußland
von Thomas Fasbender
 
Tote und Verletzte bei Terroranschlag in St. Petersburg
 
Nach Anschlag in St.Petersburg: Zwei Polizisten bei Angriff von Islamisten in Südrussland getötet
 
(Das Brandenburger Tor wird nach dem St.Petersburger Anschlag nicht angestrahlt…)
Brandenburger Tor
Symbolpolitische Peinlichkeiten
von Michael Paulwitz
 
Lkw rast in Menschenmenge
Stockholm im Ausnahmezustand
Die Züge stehen still, die Innenstadt wird evakuiert: Als Reaktion auf einen Angriff mit einem Lkw hat die Polizei das Zentrum von Stockholm abgeriegelt. Es gab mehrere Tote, der Täter ist noch nicht gefasst.
 
Anschlag in Paris 
Attentäter wegen Angriff auf Polizisten vorbestraft
 
Donald Trump und der Überlebenskampf der alten Machteliten - Podiumsgespräch mit Martin Lichtmesz
 
Syrien
Luftwaffenstützpunkt al-Schairat „in Stücke gerissen“
 
Trump entgleist: Angriff auf Syrien
 
Syrien-Konflikt
Taktische Kehrtwende
von Michael Wiesberg
 
Abschied von der Trump-Illusion
Von Wolfgang Hübner
 
New Orleans entfernt Konföderierten-Denkmäler
 
Türkei
Mehrzahl stimmte mit „Ja“
Nach Erdoğan-Sieg: Union pocht auf Doppelpaß-Reform
 
Der Schock sitzt tief
Kommentar: Deutschtürken stützen Erdogan
 
Die Türken flüchten in Dollar und Euro
 
Jordanischer TV-Kanal diskutiert: Wie wird Europa nach der Machtübernahme durch den Islam aussehen?
 
Antrittsbesuch
Netanjahu läßt Gabriel abblitzen
 
Palmsonntag
Terror gegen Christen in Ägypten
 
Papst-Entgleisung
Ein geschwätziger Politaktivist auf dem Stuhl Petri
von Thorsten Brückner
 
Venezuela
Der Welt droht der größte Staatsbankrott aller Zeiten
 
Flasche Wasser so teuer wie 250 Liter Benzin
Ölmacht am Abgrund: In Venezuela kämpfen Menschen jetzt mit Geiern auf der Müllkippe
 
Millionenraub in Paraguay
Der womöglich größte Überfall der Geschichte
 
Nordkoreas einziges Skigebiet - über Luxus, wo es eigentlich keinen Luxus gibt
Kim jong-un ging in der Schweiz zur Schule - und lernte Skigebiete lieben. Nun hat er eines in Nordkorea nachgebaut. Es kommt luxuriös daher. Aber die Wege dahin sind holprig.
 
(Philippinischer Präsident Duterte)
Sonntagsheld (9) – Sonntagsspaziergang im Minenfeld
Was kommt heraus, wenn man die große Schnauze Akif Pirinçcis kombiniert mit der fröhlich-frischen Tyrannei unseres zweiten Sonntagshelden und einem Hang zur Barbarei à la Erben Mandelas?
 

ZL-LJ-2.jpg

INNENPOLITISCHES / GESELLSCHAFT / VERGANGENHEITSPOLITIK
 
(Schuld auf sich genommen – Geldforderung wird folgen…)
Merkel über Flüchtlingskrise „Wir haben uns in der Kolonialzeit an Afrika versündigt“
 
(Claudia Roth sieht auch deutsche Schuld und fordert deshalb das (Kommunal-)Wahlrecht für Türken in Deutschland. Und die AfD wird von ihr natürlich mehrfach mit den Entwicklungen in der Türkei auf eine Stufe gestellt.)
Claudia Roth: „Müssen uns extrem um Erdogan-Anhänger bemühen“
 
Martin Schulz: Der vage Europäer
Als er noch in Brüssel war, hat Martin Schulz leidenschaftlich für Griechenland-Hilfen und einen EU-Beitritt der Türkei gestritten. Aber wie viel Europa kann er sich als Kanzlerkandidat noch leisten?
 
(Steinmeier)
Bundespräsident will nationale Selbstauflösung
 
Kommentar zu Gesetz gegen „Haßkommentare“
Was als erstes auf der Strecke bleibt, ist die Meinungsfreiheit
von Holger Zastrow
 
Schulministerin Sylvia Löhrmann
Dienstwagen: Grünen-Politikerin wehrt sich gegen Vorwurf der Doppelmoral
 
Mehr Geld für Jobcenter 
Nahles kürzt Ein-Euro-Jobs für Flüchtlinge
 
Gesetzesentwurf
Geheimdienste sollen verdeckten Zugriff auf Paßfotos erhalten
 
(Wieder einmal die Verbindung zwischen Kirche und Macht)
Politik und Glaube - Willkommen in der Merkel-Kirche!
Wieder einmal wird die Kanzlerin durch einen Kirchenoberen ausgezeichnet. Doch der enge Schulterschluss mit der Regierung schadet der Kirche. Sie wird immer belangloser und schrumpft zum Milieuverein
 
Petry: AfD ist Garant jüdischen Lebens in Deutschland
 
Rote Karte für Petrys Strategieantrag
 
Korridore der Beliebigkeit. Eine Erwiderung auf Frauke Petrys „Zunkunftsantrag“
 
AfD Hitler-Vergleich: Streit um Björn Höcke droht Partei zu spalten
Protest gegen Parteiausschluss 
AfD-Rebellen feiern Höcke als Anführer des "Widerstands"
 
AfD
Aus Schaden klug werden
von Bruno Bandulet
 
AfD Parteitag 2017 - Eröffnungsrede von Jörg Meuthen | 22.04.2017
 
Die Rede, die der AfD den Weg zum Erfolg zeigt
 
(Alice Weidel und Alexander Gauland führen AfD zur Wahl)
Beweis politischer Vernunft
von Karlheinz Weißmann
 
AfD-Bundesparteitag
Geschlossen in den Wahlkampf
von Dieter Stein
 
Die Rolle der AfD – zehn Antworten
von Götz Kubitschek
 
Laboe
Linken-Politikerin will U-Boot-Denkmal pink anstreichen
 
Zentralrat regt KZ-Besuche für Flüchtlinge an
 

ZL-LJ-3.jpg

LINKE / KAMPF GEGEN RECHTS / ANTIFASCHISMUS / RECHTE
 
Die AfD und die Republikaner-Falle
 
Justizsenator will AfD-Staatsanwalt beobachten
 
AfD soll in Seniorenheimen massiv um Juden werben
 
Zentralrat der Juden
Verbandspräsident Schuster wirft AfD "massive Hetze" vor
 
Berlin
Gratulationsverbot für AfD-Mitglied
von Felix Krautkrämer
 
Köln
Massenproteste gegen AfD-Parteitag erwartet
 
AfD-Parteitag
Die bunte Einheitsfront und ihre willigen Vollstrecker
von Felix Krautkrämer
 
Parteitag in Köln
Özdemir unterstützt Anti-AfD-Proteste
 
AfD-Parteitag
Meinung
Wahlbeobachter nach Deutschland!
von Thorsten Hinz
 
Kölner Kirchen beten gegen die AfD
 
Kampfbeten gegen Rechts
Köln, die Amtskirchen und der kirchenamtliche Haß
von Thorsten Hinz
 
Schulz verurteilt Kirchenkritik der AfD
 
Demonstrationen und Proteste
AfD-Parteitag: Linksextremisten attackieren AfD-Mitglieder und Polizei
 
Bundesparteitag in Köln
Berliner AfD-Politiker bespuckt und getreten
 
ARD nennt Alice Weidel “Nazi-Schlampe”
 
»Ach Menno!« – Linksextremisten von Anti-AfD-Demo enttäuscht
 
Bayerischer Verfassungsschutz: Bystron unter Beobachtung
 
(Dazu…)
Sonntagsheld (8) – Menschlicher Schutzschild
 
Linksextremismus
Im Griff des linken Terrors
von Hans-Hermann Gockel
 
(Zu den "Antideutschen")
Antideutsche Wende im Falschen – Magnus Klaue, Tumult und FAZ
 
Verfassungsgericht: Pro-NRW-Chef siegt gegen Volker Beck
 
Gericht entscheidet morgen über Satzungsänderung
Büdingen streicht NPD Zuschuss
 
Büdingen muss wieder an NPD zahlen
Die hessische Stadt Büdingen strich der NPD das Fraktionsgeld, die Partei klagte dagegen. Ein Gericht gab ihr nun recht.
 
(Die Stadt Büdingen will die Gerichte in der nächsten Instanz beschäftigen und dafür Steuergeld verschwenden)
Rechtsstreit geht weiter Fraktionsgeld für NPD: Büdingen lässt nicht locker
Die Stadt Büdingen will der NPD-Fraktion im Stadtparlament kein Fraktionsgeld mehr zahlen. Bei Gerichten prallte sie bisher ab. Nun will sie aber das Bundesverwaltungsgericht in Leipzig anrufen.
 
"Reichsbürger" fordert 10.000 Feinunzen Silber von Staatsanwalt
Ein Angeklagter aus dem Dunstkreis der „Reichsbürger“ fordert Edelmetall-Gebühren von einem Staatsanwalt. Der lässt sich darauf nicht ein – sondern leitet ein Strafverfahren ein.
 
Regierungsbericht
Viele Verdachtsfälle rechtsextremer Delikte bei der Bundeswehr
In 275 Fällen wird bei der Bundeswehr wegen des Verdachts rechtsextremer Handlungen ermittelt. Viele der Beschuldigten haben immer noch Zugang zu Waffen.
 
Hamburgs Senat finanziert linken Anti-G20-Gipfel
 
(Steuergeldverschwendung)
Sachsen
Rechtsextreme Vorfälle in Kindergärten, die es gar nicht gibt
von Lukas Steinwandter
 
Deutsche Bank kündigt Konto von Akif Pirinçci
 
Deggendorf
Farbattacke auf Gastwirt nach AfD-Veranstaltung
 
Nordrhein-Westfalen
Haus, Auto, Scheiben: Linksextreme Attacken auf AfD
 
(Jusos und Gewerkschaft ver.di als Kumpanen, Caritas als Helfershelfer…)
Stuttgart
Linksextremisten schlagen AfD-Politiker nieder
 
(Vor 25 Jahren)
Mord an Gerhard Kaindl
Der Angriff dauerte nur eine Minute
von Carsten Pagel
 
Linksextreme Gewaltorgie in Frankfurt fast straffrei
Bankrotterklärung des Rechtsstaates und des CDU-Innenministers
 
(Dazu…)
Ermutigung für Linksextreme in Köln
 
(1.Mai)
Berlin
Anti-Israel-Hetze: CDU-Politiker fordert Verbot von Demo
 

ZL-LJ-4.jpg

EINWANDERUNG / MULTIKULTURELLE GESELLSCHAFT
 
Willkommenskultur: „Die Eitelkeit des Guten“
Von Alexander Meschnig.
 
Katholische Kirche
Bischof warnt vor „falscher Sehnsucht nach geschlossener Heimat“
 
Wulff: Multikulturalismus ist Reformation des 21. Jahrhunderts
 
Gay-Porno Darsteller und Produzent Michael Lucas: „Einwandern sollten nur die diejenigen, die unsere Werte teilen!“
 
Im ersten Quartal kamen fast 50.000 Asylsuchende
 
Asylverfahren
Tausende Flüchtlinge bezeichnen sich als Ex-Taliban-Kämpfer
 
Hunderttausende Syrer dürfen per Familiennachzug kommen
 
Syrischer Flüchtling macht Heimaturlaub in Aleppo
 
Illegale für Pastor wichtiger als deutsche Kinder
 
Asylbetrug
Polizei sprengt Schleuserbande in Deutschland
 
Grüne wollen mit Talentkarte mehr Einwanderer locken
 
Nach Türkei-Referendum
Gabriel fordert Visa-Freiheit für türkische Künstler und Journalisten
 
(Einwanderungslobby)
Sammelflug startet in München
Pro Aysl protestiert gegen Abschiebungen nach Afghanistan
 
Offenbach
Lehrer fordern Stopp
Drei August-Bebel-Schülern droht Abschiebung
 
Junge Migranten
Kommunen rechnen mit vier Milliarden Euro für Unbegleitete
 
Bundesagentur für Arbeit
Zahl der ausländischen Hartz-IV-Bezieher sprunghaft gestiegen
 
Freiberg
Bürgermeister schickt Merkel Rechnung für Asylkosten
 
(Ein Urteil, das nicht überrascht…)
Ermittlungen gegen Linken-Abgeordneten Dehm eingestellt
 
(Dies hingegen ein gutes Urteil…)
Bürgschaften für Flüchtlinge
Sie wollten helfen – und müssen Tausende Euro zahlen
 
Flüchtlingspaten
Gebürgt, gezahlt, enttäuscht
In Hessen sollen Helfer Tausende Euro nachzahlen: Sie hatten Bürgschaften für Flüchtlinge übernommen. Dabei vertrauten sie auf Aussagen des Ministeriums, dass die Patenschaft zeitlich begrenzt sei - wohl ein Irrtum.
 
("Nichtregierungsorganisationen")
Staatsanwalt: NGOs kooperieren mit Schleppern
 
Kardinal Marx wäscht Flüchtlingshelfern die Füße
 
(Unaufgeregte Zustandsbeschreibung der realen "multikulturellen" Gesellschaft)
Verlaufen
 
Integration der Flüchtlinge durch Information
Polizei jagt keine Regimegegner, sondern Kriminelle
 
Kriminalstatistik
Wir haben es geahnt
von Michael Paulwitz
 
Moslemische Privatschule
Schwedens Vornesitzer
von Matthias Bäkermann
 
Hannover
Türken-Hochzeit blockiert Autobahn
 
Köln
Gericht schickt moslemischen Terror-Teenager ins Gefängnis
 
Ein Prozent, der Fall Arnsdorf und Angriffe auf Maximilian Krah
 
Überfall auf Camper bei Bonn
Polizei sucht mit Phantombild nach mutmaßlichem Vergewaltiger
 
Vergewaltigung am Rheinufer: Polizei faßt Verdächtigen
 
Brandenburg/Havel
Gewalttätiger Sex gegen Willen der Frau: Türke freigesprochen
 
(Syrer in Dessau)
Streit eskaliert
Pärchen in Innenstadt mit Messer und Pfefferspray angegriffen
 
Regensburg Mann (28) mit Messer schwer verletzt: Syrer (23) festgenommen       
 
Parchim : Flüchtlinge zerlegen Unterkunft
Polizeieinsatz in Dargelütz. Junge Somalier randalieren und wollen Betreuer erpressen . Täter an andere Orte verlegt.
 
Joggerin überfallen - Tatverdächtiger mit Bildern gesucht
 
 
Chemnitz
Opfer nach Messer-Attacke verschwunden! Polizei sucht Zeugen
 
Schwerte
Töchter beschützt: Einwanderer verprügeln Vater
 
Skandal-Nachspiel
Zwei mutmaßliche Großkreutz-Schläger verhaftet
 
München
Vergewaltigung im Englischen Garten
Video: Polizei fasst Serien-Sextäter durch Zufallstreffer
 
Der mutmaßliche Vergewaltiger von Mering steht jetzt vor Gericht
 
Kriminalität
Völkerfreundschaft in Freiburg
 
(Problemstadtteil Duisburg-Marxloh)
Mord in Duisburg 
15-Jähriger stirbt nach brutalem Angriff
 
Italien
Nordafrikaner terrorisieren Zugpassagiere über Stunden
 

ZL-LJ-5.jpg

KULTUR / UMWELT / ZEITGEIST / SONSTIGES
 
Wie Häuser errichtet werden sollten
Welcher Baustil gefällt und was darf es kosten? Prof. Dr. Friedrich Thießen, Professor für Finanzwirtschaft und Bankbetriebslehre befragte deutschlandweit mehr als 600 Menschen
 
Klötzchen-Architektur
Eintönige Neubauten
 
Fälle in Schwabing, Laim & Sendling
Denkmalschutz in München auf verlorenem Posten?
 
„Benötigen jetzt den großen Wurf“
In Vorpommern verfallen Schlösser. Politiker und Denkmalpfleger setzen deshalb aufs Land
 
Schmargendorfer Bürokratenposse um Wärmedämmung
Wer durch Berlin fährt, kann an allen Ecken und Enden Häuser sehen, die mit Dämmplatten eingepackt werden. Doch der energetische Nutzen dieser Dämmung ist zunehmend umstritten. Immer mehr Mieter widersprechen dieser Modernisierung. So auch im bürgerlichen Schmargendorf, einem Ortsteil von Berlin-Wilmersdorf. Dort wollte eine Mieterinitiative die Baumaßnahme mit Hilfe des Denkmalschutzes verhindern. Doch das geriet zur Behördenposse. Ute Barthel hat die Mieter in Schmargendorf besucht.
 
Potsdam
SPD-Politikerin schlägt Garnisonkirche als Moschee vor
 
Grüße an den BER
Peking baut größten Flughafen der Welt - im Eiltempo
 
„Monument“
Bundeswehr bringt Bus-Denkmal nach Berlin
 
Schleswig-Holsteins Sprachfreunde empört
Die offizielle Wahlbenachrichtigung zur Landtagswahl in Schleswig-Holstein hat bei Sprachfreunden für Empörung gesorgt. Neben fehlenden Satzzeichen und Rechtschreibfehlern fielen grobe Eingriffe in Wortschatz und Grammatik des Deutschen auf.
 
Soros-Stiftung fördert „Correctiv“ im Kampf gegen „Fake-News“
 
Willkürjustiz
NetzDG: Das Ende von Meinungsfreiheit und Rechtsstaat
 
(Verschweigende Medien)
Blinde Flecken in der heilen Multikulti-Welt
von Felix Krautkrämer
 
Journalistenpreis: Deutsche Zeitungsverleger zeichnen Deniz Yücel aus
 
(Humorloser Jan Böhmermann…)
Böhmermann verbietet rechtes „Den töte ich...“-Shirt mit seinem Bild
 
Nach Satire
Österreichs Grünen-Chefin verliert Prozeß gegen Facebook-Nutzer
 
(Löschung des Facebook-Profils)
Freiheit für Imad Karim!
 
Facebook will eure Gedanken lesen
 
Programmbeschwerde gegen ARD wegen manipulativer Berichterstattung zu Syrien
 
Martin Lichtmesz im Gespräch - St. Petersburg, Stockholm, Syrien
 
Pegida, Dresden 10. IV. 2017 – Rede von Götz Kubitschek
 
(Das Wort "Landsleute" wird politisch unkorrekt)
Glosse
Schockmoment im Parlament
von Felix Krautkrämer
 
(Buntstifte mit korrekter "Hautfarbe"…)
Hautfarbenvielfalt
Bunt statt rosa!
von Felix Krautkrämer
 
(Zum Milieu der Schauspielerszene…)
Armin, der Zorn Facebooks
 
Politische Korrektheit führt zur geistigen Knechtschaft
Von Norbert Bolz
 
Kässmann will Reformationsjubiläum international begehen
 
Körperkameras und mehr Persona
Zahl der Übergriffe auf Bahn-Mitarbeiter um ein Viertel gestiegen
 
Höheres Krebsrisiko
Tumor durchs Handy ist Berufskrankheit
 
Äffle und Pferdle oder das Sams? - Kampf um kreative Ampelmotive
 
Thelma und Louise
Lesbisches Pinguin-Paar adoptiert Küken
 
Claudia Roth: Wir haben verstanden (Satire)
 
Zweiter Weltkrieg im Freizeitpark
Panzer, Bomben, Explosionen! Russen stürmen Mini-Reichstag
Krieg als Familienevent: In einem russischen Freizeitpark stellen Hunderte Komparsen die letzten Kriegstage in Berlin nach. Auch der Sturm des Reichstages steht auf dem Programm. Die Rekonstruktion soll eine Lehrstunde für junge Russen sein - auch für den Patriotismus.
 
In Freizeitpark
Russische Patrioten erstürmen „Mini-Reichstag“
 
(Die Zukunft des Fußballs)
Die Zukunft des Zuschauers
 
„Kostüm für Reiche“ Dreckige Jeans für mehr als 400 Euro
Eine vermeintlich dreckige Jeans soll den Träger als jemanden erscheinen lassen, der „sich nicht scheut“, sich dreckig zu machen. Kritiker bezeichnen die teure Hose als „Kostüm für wohlhabende Leute, die Arbeit ironisch sehen“.
 
(Ein Mainstream-Geschichtsbild mündet in eine politische Mainstream-Forderung)
Europas Sturz in die Hölle
Ian Kershaw zeichnet das Panorama einer Epoche
 
Die letzten Europäer - Das neue Europa: Buchpräsentation von Dr. Michael Ley
 
(Zum Roman von Joachim Lottmann)
Alles Lüge in Zeiten der Völkerwanderung
 
 

lundi, 01 mai 2017

Conflits potentiels entre l'Inde et la Chine dans le Sud Himalaya

IndeChineCourrierInt.gif

Conflits potentiels entre l'Inde et la Chine dans le Sud Himalaya

par Jean-Paul Baquiast

Ex: http://www.europesolidaire.eu

La récente visite du Dalai Lama à Tawang, organisée par l'Inde dans une région où la présence indienne est contestée par la Chine, a remis en lumière les vives tensions existant entre ces deux puissances nucléaires dans le Sud Himalaya, revendiqué historiquement par les deux Etats (1) Tawang est une petite ville du nord-ouest de l'État d'Arunachal Pradesh (voir ci-dessous) en Inde. Située en Himalaya à une altitude d'environ 3 000 mètres, elle est le chef-lieu du district de Tawang. Elle a toujours été de tradition bouddhiste et la présence du Dalai Lama n'a rien d'anormal. Néanmoins celui-ci est considéré par la Chine comme un agent du séparatisme indien qui s'oppose, dans ces régions et en Chine même, à la politique de Pékin.

Un moment bonnes, sous l'autorité du Premier ministre indien Manmohan Singh qui avait oeuvré pour rapprocher l'Inde et la Chine au sein du BRICS, elles se sont détériorées avec l'élection de l'actuel Premier ministre Narendra Modi. Celui-ci est membre du Bharatiya Janata Party, un parti nationaliste hindou. Il est Premier ministre de l'Inde depuis le 26 mai 2014. Narendra Modi est influencé par le groupe paramilitaire Rashtriya Swayamsevak Sangh et est considéré comme un leader du mouvement nationaliste hindou.

Par ailleurs, bien plus que Manmohan Singh, jugé à l'époque comme relativement proche de Moscou, il est très largement influencé par Washington, depuis des accords de coopération industrielle et de défense conclus sous Barack Obama.

Il n'est donc pas considéré à Pékin comme un partenaire fiable dans la mise en oeuvre d'actions de coopération et de respect réciproque dans le Sud Himalaya. Il faut rappeler que cette vaste région comporte quatre importantes provinces où l'Inde et la Chine partagent d'importants intérêts. Toutes pourraient être le siège de conflits pouvant éventuellement prendre une forme militaire.

Le Tibet

Le Tibet appartient à la République populaire de Chine. Aussi Pékin prend-t-il très mal le soutien de New Delhi au Dalai Lama, considéré à juste titre comme séparatiste.

L'Inde a reconnu officiellement le Tibet comme faisant partie de la Chine. Mais elle utilise manifestement le leader religieux comme un agent utile pour déstabiliser la présence chinoise. D'où son irritation, le mot n'est pas trop fort, en réaction de la visite de celui-ci à Taiwang.
Le Tibet est la source de 4 grands fleuves asiatiques qui contribuent à permettre une activité agricole dont dépendent plus de 2 milliards de personnes.

Indchinaconfl.jpg

L'Arunachal Pradesh ou Tibet du Sud.

Cette région est également de par sa localisation considérée comme comportant d'importants intérêts géostratégiques, tant pour l'Inde comme un moyen d'intervenir dans les affaires tibétaines que pour la Chine. Celle-ci voit l'Arunachal Pradesh comme un corridor pour influencer l'Etat-pivot de Assam, au Nord-est de l'Inde

Le Népal.

Longtemps sphère exclusive d'influence pour l'Inde, cet ancien Royaume s'est récemment rapproché de la Chine après avoir été accusé par New Dehli d'avoir soutenu injustement des Népalais d'origine indienne, les Mahésis, qui protestaient violemment contre une nouvelle constitution fédérale jugée comme ne respectant pas leurs droits.

L'Inde et la Chine considèrent par ailleurs le Népal comme essentiel au développement de leur influence militaire respective.

Il y a deux ans enfin, la Chine a proposé de connecter le Népal au projet de liaison One Belt One Road (OBOR) à travers une voie ferrée à grande vitesse sous le Mont Everest qui aurait relié le Népal à la province indienne de l'Uttar Pradesh et au port du Ouest Bengale de Kolkate. Présenté par la Chine comme bénéfique pour l'Inde, celle-ci y voit une intolérable immixtion dans ses affaires.

Ind chinaxxx.jpg

Le Cashmire

Un projet-phare de l'OBOR, le CPEC ou China-Pakistan Economic Corridor, traverse une région pakistanaise du Cashmir, celle de Gilgit-Baltistan, que l'Inde revendique comme lui appartenant à la suite de son conflit avec le Cashmire. L'Inde voit dans ce projet soutenu par la Chine une façon de réintroduire l'influence pakistanaise dans un territoire contesté. Elle fera sans doute tout pour le faire avorter, aux dépens des intérêts chinois dans l'OBOR. 

1) Voir http://timesofindia.indiatimes.com/city/guwahati/dalai-la...

dimanche, 30 avril 2017

Modern art was CIA 'weapon'

jacksonpollock.jpg

Modern art was CIA 'weapon'

Revealed: how the spy agency used unwitting artists such as Pollock and de Kooning in a cultural Cold War

By Frances Stonor Saunders

Ex: http://www.independant.co.uk 

For decades in art circles it was either a rumour or a joke, but now it is confirmed as a fact. The Central Intelligence Agency used American modern art - including the works of such artists as Jackson Pollock, Robert Motherwell, Willem de Kooning and Mark Rothko - as a weapon in the Cold War. In the manner of a Renaissance prince - except that it acted secretly - the CIA fostered and promoted American Abstract Expressionist painting around the world for more than 20 years.

The connection is improbable. This was a period, in the 1950s and 1960s, when the great majority of Americans disliked or even despised modern art - President Truman summed up the popular view when he said: "If that's art, then I'm a Hottentot." As for the artists themselves, many were ex- communists barely acceptable in the America of the McCarthyite era, and certainly not the sort of people normally likely to receive US government backing.

Why did the CIA support them? Because in the propaganda war with the Soviet Union, this new artistic movement could be held up as proof of the creativity, the intellectual freedom, and the cultural power of the US. Russian art, strapped into the communist ideological straitjacket, could not compete.

The existence of this policy, rumoured and disputed for many years, has now been confirmed for the first time by former CIA officials. Unknown to the artists, the new American art was secretly promoted under a policy known as the "long leash" - arrangements similar in some ways to the indirect CIA backing of the journal Encounter, edited by Stephen Spender.

The decision to include culture and art in the US Cold War arsenal was taken as soon as the CIA was founded in 1947. Dismayed at the appeal communism still had for many intellectuals and artists in the West, the new agency set up a division, the Propaganda Assets Inventory, which at its peak could influence more than 800 newspapers, magazines and public information organisations. They joked that it was like a Wurlitzer jukebox: when the CIA pushed a button it could hear whatever tune it wanted playing across the world.

The next key step came in 1950, when the International Organisations Division (IOD) was set up under Tom Braden. It was this office which subsidised the animated version of George Orwell's Animal Farm, which sponsored American jazz artists, opera recitals, the Boston Symphony Orchestra's international touring programme. Its agents were placed in the film industry, in publishing houses, even as travel writers for the celebrated Fodor guides. And, we now know, it promoted America's anarchic avant-garde movement, Abstract Expressionism.

Jackson-Pollockééé.jpg

Initially, more open attempts were made to support the new American art. In 1947 the State Department organised and paid for a touring international exhibition entitled "Advancing American Art", with the aim of rebutting Soviet suggestions that America was a cultural desert. But the show caused outrage at home, prompting Truman to make his Hottentot remark and one bitter congressman to declare: "I am just a dumb American who pays taxes for this kind of trash." The tour had to be cancelled.

The US government now faced a dilemma. This philistinism, combined with Joseph McCarthy's hysterical denunciations of all that was avant-garde or unorthodox, was deeply embarrassing. It discredited the idea that America was a sophisticated, culturally rich democracy. It also prevented the US government from consolidating the shift in cultural supremacy from Paris to New York since the 1930s. To resolve this dilemma, the CIA was brought in.

The connection is not quite as odd as it might appear. At this time the new agency, staffed mainly by Yale and Harvard graduates, many of whom collected art and wrote novels in their spare time, was a haven of liberalism when compared with a political world dominated by McCarthy or with J Edgar Hoover's FBI. If any official institution was in a position to celebrate the collection of Leninists, Trotskyites and heavy drinkers that made up the New York School, it was the CIA.

Until now there has been no first-hand evidence to prove that this connection was made, but for the first time a former case officer, Donald Jameson, has broken the silence. Yes, he says, the agency saw Abstract Expressionism as an opportunity, and yes, it ran with it.

"Regarding Abstract Expressionism, I'd love to be able to say that the CIA invented it just to see what happens in New York and downtown SoHo tomorrow!" he joked. "But I think that what we did really was to recognise the difference. It was recognised that Abstract Expression- ism was the kind of art that made Socialist Realism look even more stylised and more rigid and confined than it was. And that relationship was exploited in some of the exhibitions.

"In a way our understanding was helped because Moscow in those days was very vicious in its denunciation of any kind of non-conformity to its own very rigid patterns. And so one could quite adequately and accurately reason that anything they criticised that much and that heavy- handedly was worth support one way or another."

To pursue its underground interest in America's lefty avant-garde, the CIA had to be sure its patronage could not be discovered. "Matters of this sort could only have been done at two or three removes," Mr Jameson explained, "so that there wouldn't be any question of having to clear Jackson Pollock, for example, or do anything that would involve these people in the organisation. And it couldn't have been any closer, because most of them were people who had very little respect for the government, in particular, and certainly none for the CIA. If you had to use people who considered themselves one way or another to be closer to Moscow than to Washington, well, so much the better perhaps."

This was the "long leash". The centrepiece of the CIA campaign became the Congress for Cultural Freedom, a vast jamboree of intellectuals, writers, historians, poets, and artists which was set up with CIA funds in 1950 and run by a CIA agent. It was the beach-head from which culture could be defended against the attacks of Moscow and its "fellow travellers" in the West. At its height, it had offices in 35 countries and published more than two dozen magazines, including Encounter.

The Congress for Cultural Freedom also gave the CIA the ideal front to promote its covert interest in Abstract Expressionism. It would be the official sponsor of touring exhibitions; its magazines would provide useful platforms for critics favourable to the new American painting; and no one, the artists included, would be any the wiser.

This organisation put together several exhibitions of Abstract Expressionism during the 1950s. One of the most significant, "The New American Painting", visited every big European city in 1958-59. Other influential shows included "Modern Art in the United States" (1955) and "Masterpieces of the Twentieth Century" (1952).

Because Abstract Expressionism was expensive to move around and exhibit, millionaires and museums were called into play. Pre-eminent among these was Nelson Rockefeller, whose mother had co-founded the Museum of Modern Art in New York. As president of what he called "Mummy's museum", Rockefeller was one of the biggest backers of Abstract Expressionism (which he called "free enterprise painting"). His museum was contracted to the Congress for Cultural Freedom to organise and curate most of its important art shows.

The museum was also linked to the CIA by several other bridges. William Paley, the president of CBS broadcasting and a founding father of the CIA, sat on the members' board of the museum's International Programme. John Hay Whitney, who had served in the agency's wartime predecessor, the OSS, was its chairman. And Tom Braden, first chief of the CIA's International Organisations Division, was executive secretary of the museum in 1949.

Now in his eighties, Mr Braden lives in Woodbridge, Virginia, in a house packed with Abstract Expressionist works and guarded by enormous Alsatians. He explained the purpose of the IOD.

"We wanted to unite all the people who were writers, who were musicians, who were artists, to demonstrate that the West and the United States was devoted to freedom of expression and to intellectual achievement, without any rigid barriers as to what you must write, and what you must say, and what you must do, and what you must paint, which was what was going on in the Soviet Union. I think it was the most important division that the agency had, and I think that it played an enormous role in the Cold War."

He confirmed that his division had acted secretly because of the public hostility to the avant-garde: "It was very difficult to get Congress to go along with some of the things we wanted to do - send art abroad, send symphonies abroad, publish magazines abroad. That's one of the reasons it had to be done covertly. It had to be a secret. In order to encourage openness we had to be secret."

pollock_freeform_1946.jpg

If this meant playing pope to this century's Michelangelos, well, all the better: "It takes a pope or somebody with a lot of money to recognise art and to support it," Mr Braden said. "And after many centuries people say, 'Oh look! the Sistine Chapel, the most beautiful creation on Earth!' It's a problem that civilisation has faced ever since the first artist and the first millionaire or pope who supported him. And yet if it hadn't been for the multi-millionaires or the popes, we wouldn't have had the art."

Would Abstract Expressionism have been the dominant art movement of the post-war years without this patronage? The answer is probably yes. Equally, it would be wrong to suggest that when you look at an Abstract Expressionist painting you are being duped by the CIA.

But look where this art ended up: in the marble halls of banks, in airports, in city halls, boardrooms and great galleries. For the Cold Warriors who promoted them, these paintings were a logo, a signature for their culture and system which they wanted to display everywhere that counted. They succeeded.

* The full story of the CIA and modern art is told in 'Hidden Hands' on Channel 4 next Sunday at 8pm. The first programme in the series is screened tonight. Frances Stonor Saunders is writing a book on the cultural Cold War.

Covert Operation

In 1958 the touring exhibition "The New American Painting", including works by Pollock, de Kooning, Motherwell and others, was on show in Paris. The Tate Gallery was keen to have it next, but could not afford to bring it over. Late in the day, an American millionaire and art lover, Julius Fleischmann, stepped in with the cash and the show was brought to London.

The money that Fleischmann provided, however, was not his but the CIA's. It came through a body called the Farfield Foundation, of which Fleischmann was president, but far from being a millionaire's charitable arm, the foundation was a secret conduit for CIA funds.

So, unknown to the Tate, the public or the artists, the exhibition was transferred to London at American taxpayers' expense to serve subtle Cold War propaganda purposes. A former CIA man, Tom Braden, described how such conduits as the Farfield Foundation were set up. "We would go to somebody in New York who was a well-known rich person and we would say, 'We want to set up a foundation.' We would tell him what we were trying to do and pledge him to secrecy, and he would say, 'Of course I'll do it,' and then you would publish a letterhead and his name would be on it and there would be a foundation. It was really a pretty simple device."

Julius Fleischmann was well placed for such a role. He sat on the board of the International Programme of the Museum of Modern Art in New York - as did several powerful figures close to the CIA.

samedi, 29 avril 2017

La Macron-économie enfin expliquée aux moins nuls

troll-rayclid.png

La Macron-économie enfin expliquée aux moins nuls

Deux grands journalistes de la gauche traditionnelle, Aude Lancelin et Serge Halimi (auteur des Chiens de garde) ont bien résumé cette élection avant qu’elle n’ait lieu. Ce n’était pas difficile.
  • Dans son édito du Monde diplomatique, Serge Halimi souligne son écœurement devant un « nouveau vote utile ». « Le candidat mondialisé » (il a fait 50% en Amérique du Nord, compatriotes expatriés, comme vous pensez bien !) va l’emporter face à la nazie de service, la fille Le Pen donc. On peut faire confiance à cette dynastie insurrectionnelle pour servir de repoussoir mondial et local lors des grandes occasions et indécisions. Et encore chapeau à la tactique Filippot.
  • Aude Lancelin dans un texte émouvant a parlé du « putsch démocratique ». C’est plutôt un putsch ploutocratique, tant elle explique à quel point les patrons de presse et du CAC40 ont imposé le poulain de Hollande (chapeau, Mr président, vous les avez bien eus) et Drahi-Bergé-Niel à la populace hébétée. Comme disait Céline avec de la vaseline et de la patience éléphant encugule fourmi.

J’ai suivi trois minutes (je revoyais le Magnifique avec Belmondo) sur les chaînes espagnoles les commentaires. On a parlé du populisme (Podemos est pote avec Mélenchon, le sénateur-instit’ de service) et puis des gros problèmes de dette immonde qui devraient être réservés au commis de chez Rothschild (tel quel ou presque, la presse hispanique est plus libre qu’en France, le peuple y préférant le foot à l’info en boucle).

Voilà pour les présentations. Mais il me semble que tout le monde oublie trois choses qui expliquent le triomphe de François Hollande dont je parlais il y a un an déjà.

D’abord Léon Bloy (mort en 1917, fêtez-le, ce saint de la plume) :

« Et ce cortège est contemplé par un peuple immense, mais si prodigieusement imbécile qu’on peut lui casser les dents à coups de maillet et l’émasculer avec des tenailles de forgeur de fer, avant qu’il s’aperçoive seulement qu’il a des maîtres, — les épouvantables maîtres qu’il tolère et qu’il s’est choisis. »

Et c’était sans Bergoglio qui vide les églises de chrétiens mais remplit son Italie de réfugiés. Les chrétiens vont voter Macron et Fillon.

macrep.jpg

Louis-Ferdinand Céline ensuite (voyez mon livre) :

« Et les Français sont bien contents, parfaitement d’accord, enthousiastes.
Une telle connerie dépasse l’homme. Une hébétude si fantastique démasque un instinct de mort, une pesanteur au charnier, une perversion mutilante que rien ne saurait expliquer sinon que les temps sont venus, que le Diable nous appréhende, que le Destin s’accomplit. »

Enfin il y a une troisième explication pour la future victoire de Macron:

  • Les choses vont bien. Elles vont même trop bien, et les sites-catastrophe qui tentent de vous vendre désespérément de l’or vous trompent énormément et vous désinforment. Les choses vont bien et oubliez Bill Bonner, Jovanovic, l’économie collapsée et Zerohedge, et tout le reste qui a fait élire The Donald pour des haricots. Les choses vont bien, les retraites tombent, la dette immonde augmente comme à l’époque de Montesquieu qui en rigole déjà comme un journaliste MSM :

 « D’ailleurs, ce roi est un grand magicien : il exerce son empire sur l’esprit même de ses sujets ; il les fait penser comme il veut. S’il n’a qu’un million d’écus dans son trésor, et qu’il en ait besoin de deux, il n’a qu’à leur persuader qu’un écu en vaut deux ; et ils le croient. S’il a une guerre difficile à soutenir, et qu’il n’ait point d’argent, il n’a qu’à leur mettre dans la tête qu’un morceau de papier est de l’argent ; et ils en sont aussitôt convaincus ».

Lisez Steven Zarlenga au lieu de divaguer sur ce sujet.

Bref on n’a pas attendu Draghi – ni Drahi d’ailleurs ; le patron de presse qui se paie un politicien, ce n’est pas vraiment nouveau !!!). Quant à savoir si Macron fera rentrer plus de réfugiés avec la bénédiction du pape et de Merkel, s’il abolira le cash, doublera les impôts et s’armera pour partir en guerre contre la Russie, c’est le problème de son électeur. Pas content, il votera pour le fils Sarkozy la prochaine fois, ce Français de souche un peu fatigué !

On oublie que la Macron-économie est arrivée dans cet hexagone après les exemples espagnols et italiens. On trouve un ado niais de quarante balais, sans caractère et bien obéissant au capital, on le fait célébrer par les médias et on attend. On a eu Renzi en Italie qui a été un cataclysme, et Rivera en Espagne qui a été tellement teigneux dans ses débats avec le tranquille galicien Mariano Rajoy (que j’aime bien moi, je suis centriste en Espagne) qu’il a perdu les élections ! C’est qu’il faut plaire à la ménagère divorcée de plus de cinquante ans et cela tombe d’ailleurs très bien, et vous savez pourquoi.

Ces jeunes loups aux dents cariées me font penser aux candidats dont se moque déjà Boris Vian dans Et on tuera tous les affreux. On est déjà chez les androïdes, et la politique fluo mixée par Elon Musk et la technoscience. Et la génération Renzi-Rivera-Macron-Filippot est une épouvante par rapport à la mienne (Valls-Obama-Cameron) qui était déjà une monstruosité tératologique par rapport aux générations Chirac-Kohl-Giscard. Aux USA toujours en avance on en est à la génération de la présidence Lolita-Barbie (ou « jeune fille ») avec Ivanka qui va nous exploser de rire avec ses cocktails mondains et nucléaires. On s’en remettra.

On n’arrête pas plus la régression que le progrès. Je précise pour terminer que je n’ai rien contre Drahi. Je ne lis pas ses journaux, tout simplement ; je préfère Héraclite et Chrétien de Troyes.

Il y a un moment enfin où on en a marre de plaindre les gens. Un, ils ne vont pas si mal, deux, ils aiment leurs bourreaux. Comme dit joliment Lancelin, ils ne sentent pas le poids de leurs chaînes.

Quant au système, il se porte comme un charme !

Bibliographie

  • Bonnal – Perceval et la reine ; Céline ; Aphorismes et paradoxes (Amazon.fr)
  • Léon Bloy – Belluaires et porchers
  • Montesquieu – Lettres persanes

Les livres de N. Bonnal sont disponibles chez:

Non-White Migrants and the Catholic Church: The Politics of Penitence

anneli39.jpg

Non-White Migrants and the Catholic Church: The Politics of Penitence

Tom Sunic, Ph.D.

Ex: http://www.theoccidentalobserver.com 

The word ‘Islam’ seems to have become by now, especially on the rightwing social spectrum, an all-encompassing code word for non-White residents and migrants.  Predictably, the so-called asymmetric or hybrid wars waged by the US and EU against the ISIS are creating a widespread, albeit still muted hatred against Arabs and Muslims among the majority of US and EU White Christians. Scenes of ISIS terror attacks in Europe and the US are additionally provoking feelings of hostility toward non-Whites, with more and more Whites calling privately for the expulsion of Muslims from Europe and the US.

The continuing mass arrival of non-European migrants into Europe and the US, accompanied by almost daily scenes of ISIS terror attacks — real or foiled — cannot be examined from the perspective of the religion only. Understanding the waves of non-White, largely Muslim migrants, as well as ISIS terror attacks, requires different angles of analysis, with each leading to a different and often mutually exclusive conclusion.

Undoubtedly, the easiest method to explain away the mass inflow of Arabs and African migrants in the West is by laying the blame on catastrophic conditions in their war-torn countries ruled by clannish and despotic rulers and plagued in addition by ISIS and Taliban bombers. However, blaming lower-IQ Arab and African migrants, or Muslim radicals as the only cause of political instability in Europe and the USA is a form of self-delusion.

The root causes of African and Arab mass migrations to Europe and the USA can be traced back to the grand scheme on how to reshape the Middle East and North Africa, doctored up in the 90s of the previous century by US neoconservatives. Later, in the early 2000s, as the first “pro-democracy” domestic upheavals started boiling in North Africa the upheavals were rebranded by the EU/US media into a cozy name  of “the Arab spring” as if young North Africans and Middle Easterners were all too eager to be cloned into a copy of happy go lucky White liberal Europeans. No to be forgotten is the earlier  PNAC scheme devised in the late 1990s by the prominent American Jewish neocons, including Irving Kristol, Norman Podhoretz, Paul Wolfowitz, and David Frum, whose goal was less the desire to raise the level of political tolerance in Arab states but rather the compulsive wish to double down on Israeli predominance in the  Middle East.  Fifteen years later the chaotic aftermath of the Arab spring is resulting in the surge of incessant local wars, dysfunctional and lawless states, mass migrations, and the global threat of terrorism.

An early example of “fake news” can be traced back to Western propaganda stories about the existence of “Weapons of Mass Destruction” ( WMD) in Iraq, a story which on the eve of 2003

ecame an excuse for America and later France to launch  expensive punitive military missions in the Middle East and later in Libya.  An always itinerant world-improving and self-promoting Franco-Jewish philosopher-king, Bernard-Henry Lévy, played a significant role in coaxing the late French president Nicolas Sarkozy into bombing Libya.

However, the origins of fake news, which also recently marred Donald Trump’s presidential campaign, go back much further into history. Their crude signs first surfaced on the eve of World Wars I and II when supernatural tales about Germany’s “WMDs” started circulating in the USA, France and Great Britain. Those early tales of weapons of mass destructions took on often bizarre phrasings in the portrayal of German armies allegedly hacking off hands of children in occupied Belgium. On the eve, during and after WWII the language about the weapons of mass destruction culminated in the Allied propaganda consisting of horror stories featuring alleged Germany’s ambitions on enslaving the entire world.

After having failed in the phony effort to export liberalism as a commodity in the war-ravaged North Africa and the Middle East, the end result of contemporary Western/American faked news foreign policy has been to set into motion huge non-White migratory waves. Although Israel and its Western allies certainly bear responsibility for the resulting instability, it is always problematic to speculate about the real or alleged size of the Israeli or US neocon involvement in orchestrating the present migratory tsunami in the Middle East and the resulting mass exodus of Arab migrants.

Instead, one should facilitate the inquiry by posing a rhetorical question:  Cui bono?  Who benefits most from the instability in Northern Africa and the Middle East and the ensuing displacement of millions of locals toward Europe? As long as the main pivot of US and EU foreign policy revolves around the unquestionable support of Israel and its Western fifth column, actors bent on causing chaos will be waiting in the wings.

Chaos on the EU/US doorstep

The geopolitical chessboard is an important field in explaining the current non-European mass migrations, although it carries less weight than dominant political ideas and historical myths that have shaped political decision makers in the EU and the US ever since 1945. Millions of migrants who are waiting now in makeshift camps in Turkey, Jordan and Libya for their entry into the EU may have limited IQ, but they are by no means stupid. They know that they have two powerful allies in the West — the ruling and often self-hating intellectual and political class and the Catholic clergy. Surely, one can blame George Soros and a host of murky NGO’s for flooding the West with African and Asian migrants. Yet the fact remains that these migrants follow first and foremost the unilateral invitation calls from EU high ranking politicians seconded by the Pope and the high Catholic clergy.

The underlying ideology of present day America and the EU is multiculturalism — a new secular religion. Its legal tenets must never be questioned by public officials if they are to avoid professional disgrace and become proscribed individuals. Each African or Arab migrant knows that once he reaches the Western shores he will become untouchable. In modern Western political narrative the African migrant is portrayed as a quasi-saintly figure symbolizing the victimized “wretched of the Earth” whose time has now come to face off with the evil White Man. Should a Spanish, Italian or French border guard accidently utter a word of rebuke against unlawful behavior of a non-European migrant, he will be charged with a “hate crime”—and likely lose his job. All migrants using the Mediterranean Sea route know that it is far better to be than not be apprehended by the European coastal police. When embarking on their rundown boats they know that when fished out of water by a flotilla of EU high- tech warships off the coast of North Africa, they will soon be able to savor first class medical treatment that they couldn’t even dream about back home. Once reaching their desired destination in an EU state, and even if engaging in unlawful activities, the legal process aimed at shipping them back will take years if not decades. Recently, despite being rejected for asylum in Germany, Anis Amri, the Tunisian terrorist who drove a truck into a crowd in Munich, was not deported — because he did not have a passport.

In another TOO article, I noted that communism fell apart in the East because its theoretical tenets have been much better achieved in practice by the liberal West — albeit under different and less polemical title, such as “no more borders” and “multiculturalism.”  Undoubtedly, the mind of Angela Merkel, a chief EU mastermind of open borders policies and the “welcoming culture,” should receive a thorough clinical assessment, although it must be noted that Merkel’s mind doesn’t differ substantially from that of other EU and US politicians. Instead of asking what type of a self-hating, do-good, hypermoralistic politician she is one should rather raise a more apt question: What kind of species Germans and other European peoples have become in order to tolerate politicians who are deliberately working on Europe’s destruction?

One can dispense with antifascists, with Marx, with multiculturalists, and with modern social justice warriors. One can also offer a host of sound arguments or weird conspiracy theories about Jewish intellectual moguls planning to turn Europe and America into interracial cesspools. But most White Americans and Europeans, even those with a strong racial identity, can barely stand criticism of Christian ecumenical and multiracial trappings. It is often overlooked that the higher Catholic clergy, both in Europe and the US, is a prime advocate of non-European arrivals. The German Bishops’ Conference, presided by the influential and appropriately named Reinhard Marx — aka “multikulti Marx” —  stands in the forefront of the multicultural doctrine, openly preaching the gospel of borderless racial mixtures. Unlike liberal or antifascist activists, Cardinal Marx does not even try to hide his transracial pro-immigrant sympathies, which he made quite clear in his interview for the German daily Rhein Neckar Zeitung (on February 6, 2016):

Charity knows no borders, just as it ignores any limitations to our asylum law. Anyone entering European soil needs to be treated decently and receive a fair procedure. The borders of Europe must not become the borders of death. It is a shame that already estimated thousands of refugees have died in the Mediterranean or maybe even more.  … Last year I was at the border between the US and Mexico where I saw this huge fence and barriers. I thought to myself: this must not be the future for Europe’s borders.

Archbishop’s Marx’s words only echo the words of the U.S Conference of Catholic Bishops and its president Cardinal Daniel DiNardo, who openly pledges solidarity with Muslim refugees. “Welcoming the stranger and those in flight is not one option among many in the Christian life. It is the very form of Christianity itself. Our actions must remind people of Jesus.”

Not all Catholic clergy are exuberant about the arrival of non-European migrants, as witnessed by some rebellious Catholic Franciscans in Eastern Europe who are critical of globalism, Islam, and multiculturalism. Yet they seldom dare voice their views in public. The very conservative and nationalist-minded Catholic Church in Poland, Hungary and Croatia is quite racially aware and therefore frequently on a collision course with the prescribed EU refugee quotas, or with their superiors in Rome. They must however respect the Church hierarchy because breaching the Pope’s words is considered a sin.

The Catholic Church in in Poland or Croatia, for instance, is not just a conveyor of a specific religious belief; it is primarily the embodiment of national identity, even among local atheists and agnostics. The local Catholic clergy in Eastern Europe has little in common with more secularized and immigrant-friendly German and Austrian clergy who still suffer from the stigma of the National-Socialist tainted past and who therefore feel obliged to show the entire world feelings of historical repentance. The present Pope himself serves them as a role model; he is quite explicit about his multiracial ardor, additionally baffling and bewildering many traditional Catholics in Europe who are no longer certain whether to follow his multiracial homilies or listen instead to the calls of their native soil.

Nordic non-Catholic nations, such as Sweden or Denmark, are the cherished goal of Arab and African migrants. These countries, however, unlike Catholic Center or South, have a long tradition of group-oriented tolerance and civic modesty based on the legacy of Lutheran pietism known as Janteloven.  To a White Central European or a White American visitor this brand of civic modesty and excessive tolerance toward the Africans, often appears pathetic — a far cry from early pagan Vikings who never feared blood or violence.  A stray Arab immigrant in some Eastern Europe down town knows that late at night if walking alone he may be worked over by the local youth. It is often the other way around in guilt-ridden Germany or submissive Denmark.

Hence a dilemma for many racially and ethnically aware White Christians in the US and Europe. One the one hand they are well aware of the destructive nature of multiculturalism, while on the other they cannot ignore early Christian sermons  for a multiracial and global society, as put forward by St. Paul’s Epistles to Galatians (3:28): “There is neither Jew nor Gentile, neither slave nor free, nor is there male and female, for you are all one in Christ Jesus.”

The task of creating White homelands won’t be easy.

Dr. Tom Sunic is an author. His new book Titans are in Town is to be published by Arktos.

vendredi, 28 avril 2017

Jetzt bleibt nur eins: Sich von den angelsächsischen Machteliten lösen

WW-portmicro.jpg

Jetzt bleibt nur eins: Sich von den angelsächsischen Machteliten lösen

von Willy Wimmer

Ex: http://www.zeit-fragen.ch 

Zeitlich käme es genau hin. Einhundert Jahre nach dem historischen Enthauptungsschlag gegen Deutschland durch England, die Vereinigten Staaten und Frankreich in Versailles will England die europäische Entlassungsurkunde. 1919 hatten die Siegermächte des Ersten Weltkriegs mit dem Diktat von Versailles eine Saat für den nächsten grossen Krieg gelegt. 2019 führt uns wieder an die europäischen Abgründe.


Ist diese Sorge in London derart virulent, dass gleichsam als Rache – von wem auch immer – London das deutsche Schicksal des Jahres 1919 treffen könnte – nun von seiten der Rest-EU? Anders konnte am 29. März 2017, dem Tag der Übergabe des Scheidungsbriefes aus London in Brüssel, ein denkwürdiger britischer Kommentar in einer Nachrichtensendung des ZDF1 nicht gewertet werden. Ein distinguierter Gesprächspartner von der Insel, dem man auch ohne jeden zweckdienlichen Hinweis den «Professor» abgenommen haben würde, liess sich zum Brexit einvernehmen.

Versailles war das Trauma, nicht mehr und nicht weniger

Um den aktuellen Hinweis auf Versailles zu verstehen, muss man das historische Versailles unter die Lupe nehmen.
Kundige und international hoch angesehene Gesprächspartner lassen sich heute in vertrauter Gesprächsrunde so vernehmen, dass die europäische Geschichte der letzten 200 Jahre eine einzige angelsächsische Lüge sei. So weit muss man nicht gehen, aber amerikanische Quellen sprechen in aller Offenheit darüber, wie die US-amerikanische Haltung dem Kontinent gegenüber in den Jahrzehnten seit der deutschen Reichsgründung 1871 im Spiegelsaal ebendieses Schlosses in Versailles gewesen sei. Unter allen Umständen habe man eine enge Zusammenarbeit zwischen den kontinentalen Mächten Deutschland und Russland verhindern wollen.
Damit schloss man in Washington nahtlos an die britische Einstellung dem Kontinent gegenüber an, die nach der Niederlage Napoleons alles daran setzte, die «Heilige Allianz» des russischen Zaren und des österreichischen Kanzlers zur friedlichen Konfliktbeseitigung auf dem erneut verwüsteten Kontinent zwecks eigener Interessen zu hintertreiben.
Folgerichtig griffen die USA und Grossbritannien zur überkommenen römischen Methode des «teile und herrsche!».
Es war ein Historiker aus dem Commonwealth, der den neuen Weg zur Beurteilung der Ereignisse geöffnet hat, die zum Ausbruch des Ersten Weltkrieges geführt haben. Bei Christopher Clark und dann bei anderen war von «deutscher Alleinschuld» aus gutem Grund keine Rede mehr, auch wenn er zielgerichtet die britische Verantwortung für den Ausbruch des Ersten Weltkrieges schamhaft herunterspielte.
Diejenigen, die auf britischer Seite alle Bemühungen, sich des aufstrebenden Deutschlands zu entledigen, orchestrierten, stehen heute im historischen Rampenlicht wie die Herren Milner und Rhodes2, deren Verantwortung unbezweifelbar ist, was die Initialzündung für diese «europäische Urkatastrophe» anbelangt.
Keine Entscheidung der damaligen Mittelmächte – Deutschland und Österreich-Ungarn, später auch das Osmanische Reich und Bulgarien – sollte relativiert oder beiseite geschoben werden. Allerdings macht der heutige Blick für die Gesamtentwicklung eines klar und deutlich: Die Verantwortung für den Ausbruch des Ersten Weltkrieges muss auf den Schultern gesucht werden, die diese Verantwortung auch getragen haben, und da ist das politische London in erster Linie zu nennen.
Sykes-Picot und der darauf folgende amerikanische Kriegseintritt trugen im Verlauf des Ersten Weltkrieges nicht nur dazu bei, die Kriegsmaschinerie der Mittelmächte entscheidend zu schwächen. Sie legten auch die Ursache, jenseits jeder Verantwortung für den Ausbruch dieses Krieges, den «europäischen Modellstaat» Deutschland in die Hölle zu stossen und Österreich dabei gleich mit. Nicht vergessen werden sollte dabei, dass mit dem in Sarajevo hingemordeten Thronfolger die für Europa hoffnungsvollste demokratische, soziale und europäisch denkende Führungspersönlichkeit beseitigt worden war. Das nennt man «Enthauptungsschläge» für Nationen, ein Modell, das die angelsächsische Welt seither auf dem europäischen Kontinent und darüber hinaus mit Erfolg wieder und wieder angewendet hat und anwendet.
Aktuell verschlägt es einem den Atem, wenn in diesen Tagen auf einer Veranstaltung der Deutschen Gesellschaft für Auswärtige Politik (DGAP) am 3. April 2017 in dem von angelsächsischen Anwaltskanzleien und sogenannten «Nicht-Regierungsorganisationen» durchsetzten Berlin deutsche Politiker den alliierten Streitkräften attestieren, im vergangenen Jahrhundert immer auf der richtigen Seite gestanden zu haben. Im übrigen könne man ihnen deshalb viel verdanken.
Dieses merkwürdige Lob lässt ausser Betracht, dass seit Napoleon Krieg das angelsächsische Geschäftsmodell für den Rest der Welt ist und wir in diesen Tagen sehen, wie auch ein neuer amerikanischer Präsident die angelsächische Rolle definiert: Es seien die aussergewöhnlichen Nationen, deren gottgebenes Recht darin besteht, sich die Welt untertan zu machen, auch wenn sie auf Nationen wie Russland, China, Indien, Brasilien und Iran stossen, nachdem Deutschland dem Schicksal zugeführt werden konnte, das mit dem Namen «Versailles» und Adolf Hitler zutreffend beschrieben werden kann.
Das sind nicht nur die Untoten der Vergangenheit. Bevor wir aus der Rolle, in die wir geraten sind, in den nächsten und dann vielleicht für uns endgültigen Krieg getrommelt worden sind, machen sich in Deutschland Kräfte auf, das durch die Entente-Mächte geschaffene Weltbild – koste es, was es wolle – aufrechtzuerhalten. Sie nennen sich «Antifa» und unternehmen alles, das durch die Angelsachsen Deutschland gegenüber geschaffene künstliche Weltbild aufrechtzuerhalten. Sie brauchen das «Feindbild Deutschland» um ihrer eigenen Existenz willen und liegen damit bestens auf Nato-Kurs.

Die Nato überwindet die Konsequenzen aus den Nürnberger Kriegsverbrecher-Prozessen: war in our time

Die britische Premierministerin Theresa May hat die Brexit-Verhandlungen mit den europäischen Sicherheitsfragen verbunden. Dieser Zusammenhang besteht nur in einer Frage: der immer noch bestehenden britischen Militärpräsenz auf deutschem Staatsgebiet. Diese Präsenz ist heute – unbeschadet aller Abläufe seit 1945 – nur an ein Kriterium im logischen Kontext gebunden: der Mitgliedschaft des Vereinigten Königreiches in der Europäischen Union. Wenn London jetzt beschlossen hat, die EU zu verlassen, ist jeder Grund für eine britische Truppenpräsenz in unserem Land ad acta gelegt. Darüber können auch die aktuellen britischen Bemühungen nicht hinwegtäuschen, die alten Bilder aus der Besatzungszeit wieder aufleben zu lassen. Da hat man sich bemüht, die britische militärische Komponente nach amerikanischem Vorbild vom Hafen Emden dem Nato-Aufmarsch gegen Russland zuzuführen. «Nato-Panzer müssen rollen für den Sieg», anders kann das Bild nicht gewertet werden, auch nicht bei den Amerikanern, denen seit langem daran gelegen ist, Kriegsbilder nach Europa zurückzubringen.
Es ist aber nicht offenkundig das, was den Menschen nicht nur in Deutschland die gröss­te Sorge bereitet. Das Verhalten der USA seit dem verbrecherischen Krieg gegen Jugoslawien stellt die Konsequenzen aus den Nürnberger Kriegsverbrecher-Prozessen in den Schatten. Jedem, der das bezweifelt, kann nur empfohlen werden, sich die Handlungsvollmachten des jeweiligen amerikanischen Präsidenten für einen von den USA gewollten Kriegsausbruch anzusehen.
Dann muss man nur noch 1939 daneben legen, um eine Vorstellung von Hybris und Verhängnis zu erhalten. Dabei hat London, wie jeder seit dem famosen EU-Repräsentanten in Nahost, Herrn Tony Blair, weiss, beim Durchsetzen der amerikanischen Global-Kriegspläne eine Schlüsselrolle. Hier wird alles und jedes abgenickt.
Bislang konnte sich Deutschland in der einen oder anderen Kriegsfrage ducken. Das, was jetzt gegen Russland ansteht, betrifft unsere Existenz, und da hilft es nicht, sich zu ducken und mitzumachen. Da ist Kampf um die eigene Existenz angesagt [Hervorhebung durch Redaktion], und alleine schon deshalb sollte Frau May beim Brexit-Wort genommen werden. «Weg aus Europa» bedeutet: sofortigen Abzug der britischen Truppen aus Deutschland. Washington und London führen Europa und die Welt erneut an den Abgrund. Wir müssen nicht hineinspringen.

Das deutsche Verhängnis: zu oft und zu lange auf London gehört zu haben

Kurz vor den französischen Präsidentschaftswahlen kann niemand sagen, ob es beim Brexit bleiben wird oder uns aus den unterschiedlichsten Gründen das uns bekannte EU-Europa vor jeder Verhandlung in Sachen Brexit bereits um die Ohren geflogen sein wird. Neben uns können nur die Russen beurteilen, von einer amerikanischen wirtschaftlichen Nuklearwaffe getroffen worden zu sein. Was der Harvard-Ökonom G. Sachs nach dem Zerfall der Sowjetunion für die Reste der ehemals sowjetischen Wirtschaft angestellt hat, kann gerade noch mit den Auswirkungen der Lehman-Pleite 2008 für EU-Europa verglichen werden, unabhängig von der folgenden Beteiligung zum Beispiel der Bundesregierung am Aufbrechen europäischer ­Sollbruchstellen. Berlin handelt in Europa nicht wie Bonn.
Kein europäischer Staat hat Berlin oder Brüssel das Mandat erteilt, diese Staaten aufzulösen und die Souveränität der europäischen Völker der vom Finanzplatz London oder der Wallstreet bestimmten «globalisierten Ordnung» auszuliefern. Die Bürger werden von diesem EU-Europa nach Strich und Faden entmündigt und ihrer Rechte beraubt und an die Soros’ dieser Welt ausgeliefert. Das mag der City of London dienen, dem Souverän in Europa nicht. Deshalb London mit den Erinnerungen an Versailles kommen wie der eingangs zitierte «Professor»? So kann nur jemand denken, bei dem Versailles zum Instrumentenkasten seiner Politik gehört. Das wird man auch in Moskau, Peking, Teheran und – ganz aktuell – in Damaskus wissen und nicht nur dort.    •

1    Prof. Anthony Glees im Interview mit dem ZDF heute-journal vom 29.3.20172    Die britischen Politiker Cecil Rhodes und Alfred Lord Milner waren führende Vertreter des britischen Imperialismus vor dem Ersten Weltkrieg.

Gustave Flaubert et notre eschatologie française

Gustave-Flaubert_1645.jpeg

Gustave Flaubert et notre eschatologie française

par Nicolas Bonnal

Ex: http://www.dedefensa.org 

Lire la correspondance de Flaubert, c’est comme visiter ce beau pays qu’on ne connaissait que par les films ou les cartes postales. C’est le découvrir lui par-delà des personnages et des histoires. Même le style est mieux, qui échappe aux aigres remarques de notre Roland Barthes. Un mot revient : assommant, un autre : ennui. Tout est vain, tout est mort, tout a été, comme dira Nietzsche.

Commençons par la bonne femme. Il n’y va pas avec le dos de cuiller Flaubert, d’autant qu’Istanbul est déjà saturé de tourisme.

« La femme orientale est une machine, et rien de plus ; elle ne fait aucune différence entre un homme et un autre homme.

Fumer, aller au bain, se peindre les paupières et boire du café, tel est le cercle d'occupations où tourne son existence.

Quant à la jouissance physique, elle-même doit être fort légère puisqu'on leur coupe de bonne heure ce fameux bouton, siège d'icelle. »

La suite avec Chesterton et son évocation du féminisme.

Après il s’énerve avec notre paysan à la française, et il annonce notre condition de zombies du présent perpétuel (Hegel, Kojève, Debord). C’est que la race est partie, évanouie, comme dira à la même époque Mallarmé, de vingt son cadet (à Flaubert, pas au paysan), dans Igitur :

« Tout cela est assommant. Quelle basse crapule aussi que tous ces paysans ! Oh ! la race, comme j'y crois ! Mais il n'y a plus de race ! Le sang aristocratique est épuisé ; ses derniers globules, sans doute, se sont coagulés dans quelques âmes.

Si rien ne change (et c'est possible), avant un demi-siècle peut-être l'Europe languira dans de grandes ténèbres et ces sombres époques de l'histoire, où rien ne luit, reviendront. »

Lisait-il Gobineau ? Puis vient le petit rêve comme toujours chez Flaubert. C’est le syndrome saint-Julien :

« Alors quelques-uns, les purs, ceux-là, garderont entre eux, à l'abri du vent, et cachée, l'impérissable petite chandelle, le feu sacré, où toutes les illuminations et explosions viennent prendre flamme. »

On parlait de zombies. Avant de mourir, les purs devront saluer les tombeaux (avec les touristes) ?

« Je ferai comme ceux qui, avant de partir pour un long voyage, vont dire adieu à des tombeaux chers. »

L’Alhambra, le Taj Mahal, on le sait, c’est bourré et pollué. Et aussi tout est remplacé, même mon généralife.

Et comme on parlait des paysans :

« Ils écoutaient sans répondre, comme le père Gouy, prêt à accepter tout gouvernement, pourvu qu’on diminuât les impôts. »

Mais je triche, c’est dans Bouvard.

GF-memfou.jpgAvant Bloy et son âme d’empereur, Flaubert comprend Napoléon (ce génie incompris) et il envoie promener Lamartine, ce « couillon qui n’a jamais pissé que de l’eau claire » :

« J'ai lu avant−hier, dans mon lit, presque tout un volume de l'Histoire de la Restauration de Lamartine (la bataille de Waterloo). Quel homme médiocre que ce Lamartine ! Il n'a pas compris la beauté de Napoléon décadent, cette rage de géant contre les myrmidons qui l'écrasent. Rien d'ému, rien d'élevé, rien de pittoresque. Même Alexandre Dumas eût été sublime à côté. »

Car Lamartine c’est déjà du Hollande avec du style (attention que pour Joyce, Graziella est le meilleur récit en prose de notre langue) et des dettes. Thoreau dit qu’on peut très bien vivre sans savoir que la révolution a eu lieu – ou le bombardement en Syrie. Flaubert est d’accord, et cela donne :

« J'ai eu aujourd'hui un grand enseignement donné par ma cuisinière. Cette fille, qui a vingt−cinq ans et est Française, ne savait pas que Louis−Philippe n'était plus roi de France, qu'il y avait eu une république, etc. Tout cela ne l'intéresse pas (textuel). Et je me regarde comme un homme intelligent ! Mais je ne suis qu'un triple imbécile. C'est comme cette femme qu'il faut être. »

Oui, il faut être. Etre informé (ou infirmé) c’est ne pas être.
Mais restons polémique avec cette humanité moderne abrutie qui l’exaspère à chaque instant ; elle gesticule, elle bouffe, elle voyage, elle communique, elle réagit. Et en plus elle s’aime :

« C'est une chose curieuse comme l'humanité, à mesure qu'elle se fait autolâtre, devient stupide. Les inepties qui excitent maintenant son enthousiasme compensent par leur quantité le peu d'inepties, mais plus sérieuses, devant lesquelles elle se prosternait jadis. Ô socialistes ! C'est là votre ulcère : l'idéal vous manque et cette matière même, que vous poursuivez, vous échappe des mains comme une onde. L'adoration de l'humanité pour elle-même et par elle-même (ce qui conduit à la doctrine de l'utile dans l'Art, aux théories de salut public et de raison d'état, à toutes les injustices et à tous les rétrécissements, à l'immolation du droit, au nivellement du beau), ce culte du ventre, dis-je, engendre du vent (passez-moi le calembour), et il n'y a sorte de sottises que ne fasse et qui ne charme cette époque si sage. »

Après il fait une énumération tordante à la Rabelais, ce bon docteur qu’il adorait. Les slogans politiques se mêlent dans l’accumulation bédouine de nos adorations modernes, dans ce catalogue Wal-Mart de nos consommations chafouines :

« Car la canaillerie n'empêche pas le crétinisme. J'ai déjà assisté, pour ma part, au choléra qui dévorait les gigots que l'on envoyait dans les nuages sur des cerfs-volants, au serpent de mer, à Gaspar Hauser, au chou colossal, orgueil de la Chine, aux escargots sympathiques, à la sublime devise «liberté, égalité, fraternité», inscrite au fronton des hôpitaux, des prisons et des mairies, à la peur des Rouges, au grand parti de l'ordre ! Maintenant nous avons «le principe d'autorité qu'il faut rétablir». J'oubliais les «travailleurs», le savon Ponce, les rasoirs Foubert, la girafe, etc. Mettons dans le même sac tous les littérateurs qui n'ont rien écrit (et qui ont des réputations solides, sérieuses) et que le public admire d'autant plus, c'est-à-dire la moitié au moins de l'école doctrinaire, à savoir les hommes qui ont réellement gouverné la France pendant vingt ans. »

Un autre qui rigole bien avec le sujet à cette époque est Dostoïevski (né la même année). C’est dans le Crocodile (voyez mon livre) :

« Qu’importe que la pitié aille à un mammifère ou à l’autre ? N’est-ce pas à l’européenne ? On y plaint aussi les crocodiles, en Europe ! Hi ! hi ! hi ! »

Les crocodiles on les plaint en Europe, mais pas les chrétiens d’Irak ou de Syrie.

Du coup notre doctrinaire en devient aristocrate. A ce propos revoyez en DVD – faute de mieux – le plaisir de Dieu et notre cher duc de Plessis-Vaudreuil, le seul personnage estimable de la télé française avec Nounours. Le premier épisode de cette eschatologique série (la préférée de mon ami Jean Phaure) montrait la séparation de l’Eglise et de l’Etat, le dernier la séparation de la France et de l’Histoire. Bernanos vers 1945 :

« Aujourd'hui même les journaux nous apprennent la nouvelle que la langue française ne sera pas considérée à San Francisco comme une langue diplomatique. Nos représentants devront donc faire traduire leurs discours en anglais, en espagnol ou en russe. Nous voilà loin du temps où l'Académie de Berlin proposait son fameux sujet de concours “Les raisons de la supériorité de la langue française” ».

Mais laissons Flaubert s’exprimer :

« Eh bien, oui, je deviens aristocrate, aristocrate enragé !

Sans que j'aie, Dieu merci, jamais souffert des hommes et (bien) que la vie, pour moi, n'ait pas manqué de coussins où je me calais dans des coins, en oubliant les autres, je déteste fort mes semblables et ne me sens pas leur semblable. »

Flaubert voit le patriotisme municipal disparaitre (comme Tocqueville), la fierté de libertés municipales aussi (Bernanos toujours) et le néant humanitaire de nos champions des Droits de l’Homme se poindre.

« Il fut un temps où le patriotisme s'étendait à la cité. Puis le sentiment, peu à peu, s'est élargi avec le territoire (à l'inverse des culottes : c'est d'abord le ventre qui grossit).

Maintenant l'idée de patrie est, Dieu merci, à peu près morte et on en est au socialisme, à l'humanitarisme (si l'on peut s'exprimer ainsi). »

Ce n’est pas qu’il ait eu de grandes aspirations passéistes non plus (qu’il dit) :

flaubert.jpg« Je crois que plus tard on reconnaîtra que l'amour de l'humanité est quelque chose d'aussi piètre que l'amour de Dieu. On aimera le Juste en soi, pour soi, le Beau pour le beau. Le comble de la civilisation sera de n'avoir besoin d'aucun bon sentiment, ce qui s'appelle. »

 Mais voici le néant qui s’approche et qui n’a d’ailleurs rien de mallarméen, celui de Maastricht, de la théorie du genre, et du reste :

« La France a été constituée du jour que les provinces sont mortes, et le sentiment humanitaire commence à naître sur les ruines des patries. Il arrivera un temps où quelque chose de plus large et de plus haut le remplacera, et l'homme alors aimera le néant même, tant il s'en sentira participant. »

Puis il résume l’histoire de France récente, et notre condamnation au présent permanent, devinée par Kojève, Hegel ou par Cournot :

« 89 a démoli la royauté et la noblesse, 48 la bourgeoisie et 51 le peuple. Il n'y a plus rien, qu'une tourbe canaille et imbécile. »

Après c’est l’art pour tous et tout pour tous. Sur 1851 lire et relire le Dix-Huit Brumaire de Karl Marx, sans oublier les Châtiments quand même (les allusions à Fould…).

« Nous sommes tous enfoncés au même niveau dans une médiocrité commune. L'égalité sociale a passé dans l'esprit. On fait des livres pour tout le monde, de l'art pour tout le monde, de la science pour tout le monde, comme on construit des chemins de fer et des chauffoirs publics. L'humanité a la rage de l'abaissement moral, et je lui en veux de ce que je fais partie d'elle. »

Encore un peu d’allusion à Julien (le guerrier, le chasseur) pour survivre à tout cela :

« Je pense à de grandes chasses féodales, à des vies de château. Sous de larges cheminées, on entend bramer les cerfs au bord des lacs, et les bois frémir. »

Une petite claque contre Balzac. C’est Proust qui dira qu’il était bas, Balzac (« Je ne parle pas de la vulgarité de son langage… »). Il le cogne encore mieux que dans Bouvard et Pécuchet :

« Les héros pervers de Balzac ont, je crois, tourné la tête à bien des gens. La grêle génération qui s'agite maintenant à Paris autour du pouvoir et de la renommée a puisé, dans ces lectures, l'admiration bête d'une certaine immoralité bourgeoise à quoi elle s'efforce d'atteindre. J'ai eu des confidences à ce sujet. Ce n'est plus Werther ou St-Preux que l'on veut être, mais Rastignac ou Lucien de Rubempré. »

Après les Rastignac de Prisunic en prennent un peu plus dans la lampe comme on dit :

« D'ailleurs tous ces fameux gaillards pratiques, actifs, qui connaissent les hommes, admirent peu l'admiration, visent au solide, font du bruit, se démènent comme des galériens, etc., tous ces malins, dis-je, me font pitié, et au point de vue même de leur malice, car je les vois sans cesse tendre la gueule après l'ombre et lâcher la viande. »

Un peu de Jésus (Flaubert est notre dernier mystique), celui qui vint s’écraser nu contre Julien au moyen âge et qu’il invite ici à déblayer le terrain des supermarchés et des salles de change :

« Oh Jésus, Jésus, redescends donc pour chasser les vendeurs du temple ! Et que les lanières dont tu les cingleras soient faites de boyaux de tigre ! Qu'on les ait trempées dans du vitriol, dans de l'arsenic ! Qu'elles les brûlent comme des fers rouges ! Qu'elles les hachent comme des sabres et qu'elles les écrasent comme ferait le poids de toutes tes cathédrales accumulées sur ces infâmes ! »

Ailleurs, comme Gautier dans son poème sur le peintre espagnol Ribera (il adore Gautier, et aussi Leconte d’ailleurs, et comme il a raison !), il explique pourquoi l’on souffre.

« Chose étrange, à mesure qu'on s'élève dans l'échelle des êtres, la faculté nerveuse augmente, c'est−à−dire la faculté de souffrir. Souffrir et penser seraient−ils donc même chose ? Le génie, après tout, n'est peut−être qu'un raffinement de la douleur, c'est−à−dire une plus complète et intense pénétration de l'objectif à travers notre âme. La tristesse de Molière, sans doute, venait de toute la bêtise de l'Humanité qu'il sentait comprise en lui. »

Gautier disait cela je crois (je récite de mémoire avec un trémolo dans la voix) :

« Les plus grands cœurs, hélas, ont les plus grandes peines !

Dans la coupe profonde il tient plus de douleurs…

Le ciel se venge ainsi sur les gloires humaines ! »

Mais aujourd’hui c’est tout le monde démocratique qui souffre. Alors on prend des médicaments et surtout des congés-maladie.

Cousin Nietzsche s’amusera aussi avec son dernier homme :

« Un peu de poison de-ci de-là, pour se procurer des rêves agréables. Et beaucoup de poisons enfin, pour mourir agréablement. »

Il est fort ce Nietzsche. Lui est vraiment mort en génie – en embrassant un cheval.

Encore un petit coup contre les humanitaires :

« Le seul moyen de vivre en paix, c'est de se placer tout d'un bond au-dessus de l'humanité entière et de n'avoir avec elle rien de commun, qu'un rapport d'œil. Cela scandaliserait les Pelletan, les Lamartine et toute la race stérile et sèche (inactive dans le bien comme dans l'idéal) des humanitaires, républicains, etc. Tant pis ! Qu'ils commencent par payer leurs dettes avant de prêcher la charité, par être seulement honnêtes avant de vouloir être vertueux. La fraternité est une des plus belles inventions de l'hypocrisie sociale ».

Que faire ? Se consoler bien sûr. La musique avec Schopenhauer (il en parle trop bien) et Bruckner (l’adagio de la septième !) et puis le plus grand des (Trois) contes :

GFcandidat.jpeg« Le père et la mère de Julien habitaient un château, au milieu des bois, sur la pente d'une colline. »

C’est joli cela, aussi :

« Il affranchit des peuples. Il délivra des reines enfermées dans des tours. C'est lui, et pas un autre, qui assomma la guivre de Milan et le dragon d'Oberbirbach. »

Et voyez cette phrase pas très ratée enfin :

« Julien accourut à son aide détruisit l'armée des infidèles, assiégea la ville, tua le calife, coupa sa tête, et la jeta comme une boule par-dessus les remparts. »

C’est Borges qui dit que Flaubert a inventé le roman avec Bovary et qu’il l’a liquidé avec Bouvard et Pécuchet ; il y en a depuis qui jouent aux écrivains.

« El hombre que con Madame- Bovary forjó la novela realista fue también el primero en romperla.”

Littérature moderne ! Avant Flaubert il n’y avait rien, et après il n’y a plus eu grand-chose (Hermann Broch et son Virgile peut-être ?). Plus exactement : il n’y avait besoin de rien avant, et il n’y eut plus besoin de grand-chose (de notre Ada, peut-être ?).

Tiens, un peu de Flaubert pour quelque Sainte Célébration à venir :

« Alors le Lépreux l'étreignit ; et ses yeux tout à coup prirent une clarté d'étoiles ; ses cheveux s'allongèrent comme les rais du soleil ; le souffle de ses narines avait la douceur des roses ; un nuage d'encens s'éleva du foyer, les flots chantaient. Cependant une abondance de délices, une joie surhumaine descendait comme une inondation dans l'âme de Julien pâmé ; et celui dont les bras le serraient toujours grandissait, grandissait, touchant de sa tête et de ses pieds les deux murs de la cabane. Le toit s'envola, le firmament se déployait ; et Julien monta vers les espaces bleus, face à face avec Notre Seigneur Jésus, qui l'emportait dans le ciel. »

Les bonnes sources

Nicolas Bonnal – Chroniques culturelles et politiques (1, 2, 3 et bientôt 4) ; Dostoïevski et la modernité occidentale (sur ma page amazon.fr) ; le voyageur éveillé (Les Belles Lettres)

Jorge-Luis Borges – Discussion

Fiodor Dostoïevski – Le crocodile (Gutenberg.org) ; les possédés (ebooksgratuits.com)

Gustave Flaubert – Trois contes (ebooksgratuits.com) ; la légende de saint-Julien l’Hospitalier ; Correspondance (2ème série, 1850-1854, sur ebookslib.com).

Alphonse de Lamartine – Graziella (ebooksgratuits.com)

Stéphane Mallarmé - Igitur ou la Folie d’Elbehnon (wikisource.com)

Karl Marx – le 18 Brumaire de Louis-Napoléon Bonaparte

Frédéric Nietzsche - Ainsi parlait Zarathoustra (prologue)

Marcel Proust – Contre Sainte-Beuve

Arthur Schopenhauer – le monde comme volonté et comme représentation, pp.599-626

 (Numérisé par Guy Heff - www.schopenhauer.fr)

Henry Thoreau – Walden (If one may judge who rarely looks into the newspapers, nothing new does ever happen in foreign parts, a French revolution not excepted.) 

Bibliographie extra

Roland Barthes – Le degré zéro de l’écriture

Georges Bernanos – La France contre les robots

Léon Bloy – L’âme de Napoléon

Hermann Broch – La mort de Virgile

Nicolas Bonnal – Céline, la colère et les mots (Ed. Avatar)

Vladimir Nabokov – Ada

Gilbert Keith Chesterton – Heretics; What I saw in America (Gutenberg.org)

Théophile Gautier – Poèmes choisis (de mémoire)

Arthur de Gobineau – Essai sur les races humaines (sur uqac.ca)

Philippe Grasset – La Grâce de l’Histoire (éditions mols)

Victor Hugo – Les Châtiments

Alexis de Tocqueville – L’Ancien régime et la révolution

Télévision

Au plaisir de Dieu (1977) – de Robert Mazoyer, avec Jacques Dumesnil – Episode 1, les Inventaires (traditionnellement et incorrectement orienté) _ Episode 5, la déchirure (grand moment entre le duc et le général Von Stulpnagel, futur martyr du nazisme) ; Episode 6, le vent du soir (la fin du domaine et de la France au sens où l’entendent ceux qui ont une âme et une mémoire)

Editions Koba Films vidéo. Présentation de notre sympathique russe blanc Pierre Tchernia, qui rappelle que quinze millions de Français suivaient alors cet outrage télévisuel à la modernité républicaine, et que les bons Français donnaient du Monsieur le Duc à Notre Jacques Dumesnil dans la rue. Tout cela pourra-t-il renaître ?

Flaubert : « Eh bien, oui, je deviens aristocrate, aristocrate enragé ! »

jeudi, 27 avril 2017

« Il est encore trop tôt... »

aurore.jpg

« Il est encore trop tôt... »

par PENDRAGON

Ex: http://leheurasie.hautetfort.com 

« J'ai dit plus haut que tel était le sentiment profond de ses soldats. Quand ces pauvres gens mourraient en criant : « Vive l’Empereur ! » ils croyaient vraiment mourir pour la France et ils ne se trompaient pas. Ils mourraient tout à fait pour la France, ils donnaient leur vie comme cela ne s'était jamais fait, non pour un territoire géographique, mais pour un Chef adoré qui était à leurs yeux la Patrie même, la patrie indélimitée, illimitée, resplendissante, sublime autant que la grande vallée des cieux et de laquelle aucun savant n'aurait pu leur désigner les frontières. C'était l'Inde et c'était l'immense Asie, l'Orient après l'Occident, le Globe vraiment de l'Empire universel dans les serres terribles de l'Oiseau romain domestiqué par leur Empereur, et leur Empereur, c'était la France, - équivoque, énigmatique, indiscernable avant son apparition – désormais précise dans sa majestée, irradiante et claire comme le jour, la jeune France de Dieu, la France du bon pain et du bon vin, la France de la gloire, de l'immolation, de la générosité héroïque, de la grandeur sans mesure, de toutes les litanies du cœur et de la pensée !

Stat Crux dum volvitur orbis. C'était bien cela. » Léon Bloy, L'Âme de Napoléon, II Les autres âmes, Le globe, p.71, aux éditions Tel Gallimard 

Patience! 

Heureux comme Dieu en France, en ce jour de Soleil invaincu, les français se sont rendus aux urnes funéraires de la social-démocratie. Propagez la bonne nouvelle !

«  Que ma prière devant toi s'élève comme un encens  » (Psaume 140)

Nous autres, impériaux, nous encourageons les nôtres à ne pas se résigner. Nous nous garderons de donner consigne là où il n'y a qu'un choix ; décisif ? Ainsi que me l'a justement rappelé un homme debout : « Il est encore trop tôt... »

Notre seule consigne est de dire à nos camarades néo-nationalistes et néo-souverainistes que nous les attendons d'ors et déjà devant le bûché des « populismes », des populismes du statu-quo et de la Défaite, des « pures frimes » et des vanités, qu'avec joie, nous leur laisserons allumer. De ces cendres renaîtra une certaine idée de l'Empire et de la Souveraineté.

L'impérialisme atlantiste n'aura d'ennemi qu'un empire grand européen ; l'Empire eurasiatique de la Fin.

L'Homme providentiel, impérial et eurasiste, marial et Grand-Gaulliste, présent en nos cœurs sauvages, ne sera pas l'homme d'une élection démocratique mais d'un contexte géopolitique qui vient. Contexte géopolitique qui provoquera miraculeusement la réunification des deux Églises sous le sceau de Marie, où est-ce la réunification des deux Églises qui provoquera un contexte favorable ?

D'élections en déceptions, avec toutes les critiques émises et que nous acceptons d'entendre sur la Nouvelle Russie de Vladimir Poutine, notre orientation vers l'Est reste la seule orientation possible, notre seule option géopolitique, pour parler de façon pragmatique.

Nous avons l'exemple de Donald Trump lui-même empêché par l'état-profond atlantiste. Il ne s'agit pas de nier ou sous-estimer l'existence d'une certaine « vague populiste » en mouvement dans le monde occidental, et de ce qu'elle contient, mais nous trouvons le terme populiste vague et imprécis, sans orientation. Ce que nous traduisons nous comme le fait qu'une partie du monde occidental redresse la tête (mais sans encore savoir où regarder), nous le célébrons, mais pour nous, restreindre ce fait à un vague populisme est le limité, et, en cette période électorale, nous voyons de quelles limites nous parlons.

Derrière ce théâtre d'ombres au centre de la Nuit, c'est avec une patience exaltée, une immobile impatience, que nous attendons les nôtres.

Auroretttt.JPG

Le Grand Commencement

De notre point de vue, le faible résultat de Marine Le Pen démontre deux choses, premièrement, l'inefficacité de la Dissidence et de sa métapolitique de la réinformation sur les réseaux sociaux qui, après une quinzaine d'année, ne trouve aucune traduction dans les urnes, deuxièmement, l'inanité de la doctrine néo-souverainiste, de la « dédiabolisation », et des néo-nationalismes de réaction, l'heure est au bilan.

L'éclatement du paysage politique français n'est pas une mauvaise affaire pour qu'émergent les véritables clivages et que se recompose un paysage politique sur de nouvelles bases.

Il n'y a pas de « pouvoir » à prendre, ni en France ni même en Europe. Il ne faut pas spécialement souhaiter cette victoire là au Front National dont la défaite va lui permettre lui aussi de se recomposer. Nous en comprendrons davantage après les législatives qu'après le deuxième tour. Macron va achever la République, tout devient possible.

Notre problème ce sont les vieux et les jeunes vieux – les soixante-huitards mentaux – qui ont voté Macron et qui vont encore nous coller un moment, cela dit, pour ne pas complètement dénigrer les stratégies de la réinformation et de la dédiabolisation, nous pensons que de nombreux « réinformés » sont jeunes et n'avaient pas le droit de vote en 2017 qu'ils auront en 2022.

Nous pensons qu'une sorte de Casa Pound « à la française », qu'une Maison Bloy, est désormais possible, et que, pour dépasser tous les clivages politiciens inutiles, c'est-à-dire pour être une avant-garde opérative, ce mouvement ou ce parti politique devra dépasser certes le clivage gauche/droite mais également la position du ni gauche/ni droite, devra dépasser le clivage interne nationalisme/souverainisme, et devra même surpasser le clivage pro UE/eurosceptique. En effet, nous voyons que la question de l'Union Européenne et de l'Europe est mal posée et par les pro UE et par les eurosceptiques qu'ils soient néo-nationaux ou néo-souverainistes, c'est pour nous la grande leçon de ces élections, le néo-souverainisme eurosceptique a échoué ainsi que le néo-nationalisme à sa remorque sur cette question. Pour être synthétique, les intérêts souverainistes et nationalistes se déplacent vers une option à la fois Grand Continental et « pérennialiste » – ce qui ne convient pas exactement, l'on pourrait parler de « primordialisme » pour ne pas contourner l'importance du caractère national dans les hiérarchies et les subsidiarités d'une construction impériale et par là rassurer les nationaux-souverainistes, mais nous cherchons davantage à signifier le caractère mystique et finalement prophétique plutôt que romantique et finalement moderniste de notre vision supranational de la Nation, ce que nous cherchons précisément c'est d'imprimer un caractère traditionaliste et spirituel à notre notion grand-continentale et impériale. « Spiritualiste » ne convient pas plus, désignant un mouvement philosophique précis, la référence au pérennialisme guénonien et évolien nous semble à défaut la plus claire pour donner un caractère à notre personnage grand continental et son avant-garde toujours déjà présente.

Ce que vont, par exemple, permettre ces élections, c'est d'engager une véritable critique de la démocratie en son principe – du régime démocratique à l'échelle national, nous croyons à une représentation démocratique naturelle à l'échelle des communes (l'assemblée), à l'échelle locale, mais pas au-delà – et non une critique souverainiste de la vraie-fausse démocratie qui demande plus de démocratie, une « autre » démocratie, ce qui est, ce qui était, tout à fait antirévolutionnaire et antitraditionnaliste dans tous les sens du terme. Cela peut se décliner pour la république, son laïcisme, l'égalitarisme, etc... Il y aurait encore beaucoup de choses à dire sur ce que révèlent ces élections, mais nous avons décidé de faire court et pensons avoir dit l'essentiel à nos yeux.

« Il est encore trop tôt pour que se lève le conflit définitif, celui qui réglera tout car il touchera au nœud du problème, et qui n'aura pas lieu entre droite et gauche (évidemment), ni entre patriotes et mondialistes (ce que pense Soral), mais entre nationalistes (de gauche comme de droite) et impérialistes. L'histoire du monde montre que la naissance des nations s'est faite avec celle de la modernité. L'effondrement des empires - ET DONC des spiritualités authentiques - est le corollaire de ce mouvement historique. Il n'y avait que 80 pays en 1920, et aujourd'hui plus de 200 ! » Un homme debout!

Vive l'Empire ! 

Pendragon

Emmanuel Macron a été élu sur une escroquerie intellectuelle, morale, politique et médiatique

macronserpent.jpg

Emmanuel Macron a été élu sur une escroquerie intellectuelle, morale, politique et médiatique

La crise fondamentale que traverse actuellement la France ne fait que s’aggraver, selon François , candidat à l’élection présidentielle, qui se penche sur les résultats du premier tour.

macron-prof-13-sept-2016.jpgRT France : Quelle est votre lecture des résultats du premier tour de la présidentielle ? Que signifie le fait que les candidats des deux partis de gouvernement n’aient pas été qualifiés pour le deuxième tour ?

François Asselineau (F. A.) : Il y a une crise fondamentale en France qui ne fait que s’aggraver, une crise politique, économique, sociale et morale. A mon avis, la France est en train de foncer vers le désastre. Si les Républicains et le Parti socialiste ont perdu, il y a eu des raisons : François Fillon aurait été élu, s’il n’y avait pas eu ces affaires. S’ils n’ont pas été élus, c’est parce que les Français n’admettent plus les politiques qui leur sont imposées. Les Français n’ont pas encore bien compris que l’origine de ces politiques est l’Union européenne, l’ et l’. J’ai essayé de faire passer ce message, malheureusement les élections en France sont truquées. On l’a distingué en permanence dans tous les . Il y a eu de grands candidats et des petits. Les derniers ont tous fait 1% des voix, parce que pendant plusieurs semaines ils avaient eu droit à 0,9% du temps de parole. En revanche, les prétendus grands candidats ont eu accès à un très grand nombre d’heures et de couverture médiatique. La situation politique française est donc verrouillée. Les Français ont finalement choisi deux personnalités : Emmanuel , parce que les médias n’ont pas arrêté de le promouvoir et Marine Le Pen, parce qu’elle est considérée comme le seul adversaire parmi les grands candidats.

RT France : Comment expliquez-vous la victoire d’Emmanuel Macron au premier tour ?

F. A. : Il a bénéficié d’une couverture énorme. Ce n’est pas moi qui le dit, les Américains ont inventé un système, et ils ont découvert une espèce de loi électorale : plus on promeut quelqu’un, plus quelqu’un passe dans un média pendant des centaines d’heures, plus il a de bulletins dans les urnes. C’est comme une publicité, c’est comme un lavage des cerveaux. Tout au long de l’année 2017 Emmanuel Macron a bénéficié d’une propagande inouïe, à un moment il a obtenu pendant une semaine jusqu’à 75% du temps de parole réservé pour les responsables politiques sur BFM. Malheureusement, il y a des Français qui se sont laissé impressionner. 23% ce n’est pas énormément non plus, pas vraiment considérable, mais cela a suffi pour qu’il arrive en tête. On ne sait pas très bien ce qu’est son programme. Et quand on le saura, les Français ne seront pas du tout d’accord avec ce programme. Il a donc été élu sur une escroquerie intellectuelle, morale, politique, médiatique. On a fait croire aux Français que c’était quelqu’un de nouveau, qui devait remettre du dynamisme en France, alors qu’il a travaillé pendant cinq ans auprès de François Hollande. Il s’agit un petit peu de recycler François sous une autre forme.


En savoir plus sur https://www.onsaitcequonveutquonsache.com/emmanuel-macron-a-ete-elu-sur-une-escroquerie-intellectuelle-morale-politique-et-mediatique/#2RdgmoZ1ZlLw0ztB.99

Asselineau sur la présidentielle: «La France est en train de foncer vers le désastre»

La crise fondamentale que traverse actuellement la France ne fait que s’aggraver, selon François Asselineau, candidat à l'élection présidentielle, qui se penche sur les résultats du premier tour.

Abonnez-vous à la chaîne YouTube de RT France : https://www.youtube.com/user/rtenfran...

RT en français : http://francais.rt.com/
Facebook : https://www.facebook.com/RTFrance
Twitter : https://twitter.com/rtenfrancais
Google+ : https://plus.google.com/1043966433679...

macrondroite.jpeg

macronlunette.jpeg

macronmatch.jpg

Le mystère de la violence américaine

PresidentEgregore-550x400_c.png

Le mystère de la violence américaine

 
Auteur : Dmitry Orlov 
Ex: http://zejournal.mobi 
 

Dans un article récent, Paul Craig Roberts a examiné la violence déchaînée sur le monde par la succession des récentes administrations présidentielles aux  États-Unis. La plupart de ces actes étaient en partie ou entièrement illégaux en vertu du droit international, et tous, sans exception, ont été effectués avec de fausses justifications. Roberts conclut que « Washington est une collection d’imbéciles, de gens stupides en restant poli ». Pourtant, lui-même semble stupéfait : « Quelle est la raison de tous ces morts et de ces destructions et des flots de réfugiés vers l’Ouest issue des violences occidentales ? Nous ne savons pas ». La seule raison qu’il trouve est que « … la violence est ce que l’Amérique est. Il n’y a rien d’autre à dire. La violence est le cœur de l’Amérique ».

Indubitablement, il y a beaucoup de vérité là dedans. Mais ce qui manque dans son analyse, c’est la profondeur explicative et la capacité prédictive : quels sont les mécanismes sous-jacents qui rendent cette violence inévitable et qu’est-ce qui a récemment exacerbé cette tendance à la violence gratuite, conduisant Trump à risquer une éventuelle confrontation suicidaire avec des forces armées et fortifiées, et peut-être avec la Corée du Nord, un État potentiellement nucléaire ? Le soupçon de la stupidité est vraiment tentant, mais même si des gens très intelligents ont souvent du mal à suivre la pensée d’autres personnes très intelligentes, une personne stupide se lit plus ou moins à livre ouvert. Si l’esprit de ruche de Washington est en effet tout à fait stupide, toute personne intelligente et expérimentée, comme Roberts, devrait pouvoir prédire toutes ses ampoules aux pieds, ses coups de râteau sur le front et ceux qui en tombent sur les fesses. Et pourtant, dit-il, « Nous ne savons pas ».

De toute évidence, il y a quelque chose qui se passe, quelque chose qui se cache sous la surface trompeusement idiote du New York Times / Washington Post / CNN les « fausses nouvelles », au-delà des tweets présidentiels exaspérés et sans rapport avec les conférences de presse idiotes de la Maison Blanche. Il doit y avoir une force cachée qui mène les embardées de l’Amérique vers une violente défaite auto-infligée. Non, ce ne sont pas les «pirates » ou les « trolls » de Poutine. Nous pourrions perdre beaucoup de temps en vain à chercher un acteur secret et rationnellement intéressé, que ce soit « le marais », « l’État profond », Wall Street, le complexe militaro-industriel ou une cabale de banquiers mondialistes. Pour tous ceux-ci, la hausse de la violence et l’instabilité est minime (rappelez-vous, le gouvernement des États-Unis a un trou de 20 000 milliards de dollars, des pensions malheureusement sous-financées, une infrastructure en mauvais état, un système Obamacare si truqué qu’il va être soufflé, une croissance économique morte, etc). D’autre part, l’inconvénient d’une défaite militaire humiliante est énorme, et peut-être fatale pour tous ceux qui dépendent et bénéficient du statu quo. Gardons à l’esprit que l’armée américaine est la plus chère au monde, mais aussi l’une des plus impuissantes. Cela fait 15 ans et elle n’a toujours pas réussi à pacifier l’Afghanistan. Les seuls « faits sur le terrain » sont sa fiabilité pour créer des catastrophes humanitaires. Et maintenant, ce tas de jonques militaires obsolètes commandées par des incompétents choyés est en train de faire route vers la Corée du Nord… Essayez même de chercher une explication rationnelle.

Partie privée

Mon explication repose sur l’introduction d’une certaine entité non physique qui est à la fois nécessaire et suffisante : balancez votre rasoir d’Occam que vous aimez tant ou vous ne pourrez pas éclaircir la situation. Pour le besoin de cette discussion, supposons que les affaires humaines soient largement contrôlées par des entités appelées égrégores. Ce sont des entités psychiques autonomes constituées de pensées combinées et harmonisées d’un groupe de personnes. Les entités égrégoriques peuvent parfois être conçues comme des dieux ou des démons ou des cultes de la personnalité. Elles peuvent être des entités immensément puissantes, même si elles sont imaginaires, car elles concentrent le pouvoir exprimé par des pensées, par des discours et les comportements d’un très grand groupe. Les égrégores sont omniprésents dans les centres de pouvoir politique : « Car tous les dieux des nations sont des démons… » (Psaumes 96: 5).

Les égrégores ont un souhait ou une entremise qui peuvent être très différents selon les groupes qu’ils contrôlent. En l’absence d’égrégore, les gens ont généralement tendance à se détendre, pour ainsi dire, mais au service des égrégores, ils sont forcés de lutter et peuvent réaliser de grandes choses comme de voyager vers la lune et de construire des pyramides. Les égrégores exercent le contrôle sur les groupes grâce au mécanisme de la falsification des préférences : les gens pensent certaines pensées par eux-mêmes, mais le plus souvent, ils refusent d’exprimer ces pensées en public de peur d’affecter négativement leur condition physique inclusive au sein du groupe. Si, en disant la vérité sur leurs préférences, ils courent le risque d’être licenciés, de se voir refuser d’avoir accès aux ressources, d’être évités, sanctionnés, emprisonnés ou assassinés, ils réfléchiront à deux fois sur ce sujet et vont respecter les mensonges répétés publiquement. S’ils bénéficient du statu quo, ils craignent aussi le changement et refusent de s’opposer même lorsque les exigences de l’égrégore deviennent désagréables pour eux. Lorsque les gens falsifient leurs préférences, ils ont tendance à rechercher des moyens pour justifier cette falsification afin d’éviter une dissonance cognitive, et alors la préférence falsifiée prend la place de leur véritable préférence. L’ambition conduit les grimpeurs sociaux à falsifier leurs préférences car ils considèrent cette malhonnêteté comme un moyen d’atteindre leur fin. Les gens humbles falsifient leurs préférences en répétant ce que les autres disent et font comme on leur dit.

super_19.jpg

Les égrégores peuvent être assez puissants, mais leur dépendance au mécanisme de la falsification des préférences, volontaire par essence, les rend aussi assez fragiles. Une seule vérité peut subvertir par inadvertance tout le système de falsification des préférences, incitant tout un groupe de personnes à se prendre publiquement la tête et à se demander « Qu’est-ce que nous pensons ? » Certaines personnes, surtout les enfants, ne sont tout simplement pas capables de détecter la présence d’un égrégore et de falsifier leurs préférences en fonction de ses exigences. Leurs éclats de vérité sont souvent rejetés avec un « Mais ce ne sont que des enfants ! », bien que parfois – lorsque l’égrégore se révèle particulièrement vulnérable –  ils touchent un nerf et provoquent leur soudaine apparition. L’exemple paradigmatique de ceci est servi dans la récit de Hans Christian Andersen, Les nouveaux habits de l’Empereur. Voici l’intégralité de l’intrigue, copiée depuis Wikipedia :

Un vaillant empereur qui ne se soucie que de porter et d’afficher des vêtements embauche deux tisserands qui lui promettent le plus beau et le meilleur vêtement d’un tissu invisible à quiconque soit inapte à sa position ou « désespérément stupide ». Les ministres de l’empereur ne peuvent pas voir les vêtements eux-mêmes, mais prétendent qu’ils le peuvent, par peur de paraître incapables dans leurs positions, et l’empereur fait de même. Enfin, les tisserands déclarent que le costume est terminé, ils miment le vêtir, et l’Empereur marche en procession devant ses sujets. Les gens de la ville jouent aussi le jeu, ne voulant pas paraître impropres à leurs positions ou stupides. Mais un enfant dans la foule, trop jeune pour comprendre la nécessité de faire comme ceci, déclare que l’Empereur ne porte rien du tout, et le cri est repris par d’autres. L’empereur suspecte que cette assertion est vraie mais continue la procession.

Andersen s’arrête de décrire le résultat inévitable de la situation. Les vêtements font un homme, un empereur en particulier, et un empereur nu n’est plus un empereur. Le halo égrégorique au-dessus de la tête de l’empereur nu disparaît rapidement, et l’empereur devient simplement un homme important mais nu se promenant dans la rue. Quand un égrégore attaché à une figure aussi importante disparaît, ce qui se passe souvent est une révolution. La falsification de préférence se renverse brusquement : ceux qui sont encore pro-empereur révisent rapidement leur pensée et deviennent anti-empereurs. Et quand la réaction ou la contre-révolution vient, elle se retourne à nouveau. Après quelques allers et retours, la population devient complètement cynique et commence à refuser de se livrer à une falsification de préférence. Mais ce n’est guère la fin des égrégores, parce que les gens trouvent qu’ils sont déterminés par des égrégores plus petits et plus nantis – attachés à des voyous, des chefs de guerre et des bandes criminelles – qui assurent leur contrôle par une technique de rechange : des actes de violence barbare et indescriptible. Dans un effort pour éviter une mort certaine, les gens recommencent encore à falsifier leurs préférences, et le cycle se répète.

Les entités égrégoriques ne doivent pas nécessairement s’attacher à des personnes très importantes telles que des empereurs ou des personnes très violentes, comme les seigneurs de la guerre. Un bon exemple d’un égrégore plus humble est exposé dans l’intrigue fréquemment remise au goût du jour de « la fille d’un capitaine ». Un certain capitaine de bateau, préoccupé que sa fille puisse finir vieille fille, tente de la socialiser en l’amenant à bord pour un voyage sur l’océan. Certains membres de l’équipage, manquant désespérément de compagnie féminine, tombent instantanément sous son charme et commencent à faire la cour à cette pauvre fille, en lui offrant des fleurs et des chocolats. Pour justifier leur engouement, ils décrivent de manière compulsive les charmes imaginaires de la jeune fille tout en prenant leur quart (l’activité principale à bord des bateaux, immensément ennuyeuse). Les membres de l’équipage non épris de la jeune fille ont alors le choix : ils peuvent soit rester neutres – et se demander s’ils ne sont pas homosexuels – ou ils peuvent falsifier leur préférence et rejoindre le chœur des amoureux. Pour éviter la dissonance cognitive, même ceux qui n’étaient pas amoureux le deviennent peu à peu et comme ils le font, un halo égrégorique s’allume au-dessus de la tête de la jeune fille. En temps voulu, presque tout l’équipage se masturbe vigoureusement tout en imaginant les charmes de la jeune fille. Mais alors l’intendant découvre la fille dans un casier de rangement ayant des relations sexuelles avec un jeune garçon de cabine, dont la conquête est basée sur une seule chose : son manque d’imagination. Il ne pouvait tout simplement pas percevoir le halo égrégorique au-dessus de sa tête. En conséquence, il n’a pas agi comme un imbécile infatué tout autour d’elle. Échauffée par toute cette attention, elle devait choisir quelqu’un et, par défaut, elle l’a choisi. Dès que la nouvelle de la découverte du steward s’est échappée, l’égrégore s’est dissipé sans laisser aucune trace, et l’équipage est retourné regarder du porno sur ses tablettes et ses ordinateurs portables.

En grande partie en raison de la façon dont les cerveaux humains sont câblés (j’aime me référer à cet arrangement comme d’un MonkeyBrain 2.0), les égrégores doivent posséder certains attributs. L’un d’entre eux est un symbole reconnaissable, qu’il s’agisse de la croix, du croissant ou d’un rongeur de bande dessinée. Une autre est une certaine iconographie fixe, comme les vêtements de l’empereur (qui ne peuvent pas être invisibles). Une autre est une idéologie ou un système de croyance. Un autre encore est un ensemble obligatoire de rituels d’habilitation. Gardant cela à l’esprit, examinons l’égrégore en question : l’égrégore du président des États-Unis d’Amérique. Parmi les symboles, il y a le sceau présidentiel et le drapeau, mais le symbole réellement symbolisé d’une manière égrégorique est, bien évidemment, la Maison Blanche. Déplacez la résidence présidentielle, et l’égrégore est automatiquement affaibli. Le fait que la Première Dame (qui est une partie essentielle de l’iconographie présidentielle) n’ait pas réussi à s’installer à la Maison Blanche et séjourne dans son Penthouse de Manhattan avec son fils a été un rude coup pour l’égrégore.

Mais une autre partie de l’iconographie égrégorique a été restaurée sous une forme appropriée. Selon cette iconographie, le POTUS doit être un mâle protestant anglo-saxon et blanc. Il s’agit d’un ancien égrégore, l’un des plus anciens du monde, aux côtés de ceux du pape et de la reine d’Angleterre, et vous ne pouvez pas enseigner à de vieux égrégores trop de nouveaux trucs. Sur les 45 présidents, 43 WASPS, un Irlandais (Kennedy, qui n’a pas duré longtemps) et un mulâtre (Obama). Une fois que l’Irlandais a été effacé, l’égrégore présidentiel a été fortement maintenu par une succession régulière de WASPS – jusqu’au mulâtre, qui l’a bien affaibli. Voir une femme (Clinton) succéder au mulâtre aurait peut-être brisé toute la force restante et l’aurait complètement détruit, mais l’égrégore a réussi à se sauver en manœuvrant un autre WASP (Trump) vers le poste. Le fait que l’ensemble de l’établissement officiel a vu la victoire électorale de Trump comme très peu probable démontre le fait que l’égrégore a son propre agenda, séparé de celui de ceux qu’il contrôle.

En ce qui concerne le code vestimentaire, l’iconographie de l’égrégore présidentiel exige que le président porte toujours le costume et la cravate. La plupart des présidents s’en tirent assez bien, à quelques exceptions près. Jimmy Carter est apparu dans le bureau ovale portant un cardigan, scellant peut-être son destin en tant que président après un mandat. Obama s’est laissé photographier en pantalons courts, mais au moins le cadre était un terrain de golf plutôt que le bureau. Les tenues cul-cul de Hillary Clinton auraient été un désastre pour l’égrégore. Au moins, Trump est en sécurité : il porte vraiment bien le « costume ».

Mais il est encore trop tôt pour déclarer que l’égrégore présidentiel est installé en toute sécurité chez Donald Trump, sur la durée. Il est robuste comme égrégore parce qu’il ne s’attache qu’à un individu donné pendant une période limitée, soit quatre ou huit ans, avant qu’il ne lui soit présenté un autre hôte à habiter. Après une cérémonie publique d’intronisation, suivie d’une étrange morsure d’amour en privé, l’ancien président est dégorgé dans une obscurité relative en tant que non-entité vidée, grise et flasque.

C’est tout à fait différent de l’égrégore présidentiel que l’on trouve dans les pays arabophones. Là, pour être efficace, l’égrégore nécessite un culte de la personnalité et il s’attache très fermement à une personne ou à une famille. Tuez l’individu clé (Saddam Hussein, Mouammar Kadhafi [à noter que le fils de Kadhafi pourrait prendre le relais, NdT]… Bashar el-Assad ?) et l’égrégore présidentiel disparaît avec l’État tout entier, qui redevient ensuite un groupe de tribus belligérantes. L’égrégore présidentiel aux États-Unis peut simplement renoncer à son ancien hôte et en trouver un nouveau. Il s’agit d’une stratégie de survie égrégorique beaucoup plus robuste, mais beaucoup plus risquée pour son hôte humain, car l’égrégore peut décider de faire en sorte que l’hôte soit mis en accusation ou tué avant la fin de son mandat, et parfois cela arrive.

egregore.jpg

En plus d’avoir une iconographie appropriée, afin que l’égrégore présidentiel soit bien installé dans son nouvel hôte, l’hôte doit épouser l’idéologie correcte et suivre tous les rituels appropriés. L’absence de la Première Dame de la Maison Blanche est une violation de l’iconographie, mais c’est une question relativement mineure. Plus important encore, la victoire électorale de Trump a été contestée (sur la base d’aucune preuve) en prétendant qu’elle a été provoquée par « l’ingérence russe ». Cela a remis en question l’exactitude du rituel sacré par lequel l’égrégore se déplace vers un nouvel hôte. La morsure d’amour d’Obama a fonctionné, mais l’égrégore n’est pas entièrement satisfait du nouvel hôte.

Pour aggraver les choses, Trump a lutté contre l’idéologie sacrée : le POTUS doit être « le leader du monde libre » et l’homme le plus puissant sur Terre. Pour commencer, le président doit commander le respect et s’assurer le soutien des membres de son propre parti, et ici, nous avons vu Trump incapable de rassembler les Républicains pour abroger l’Obamacare, quelque chose qu’ils ont essayé de faire presque sans fin sous Obama. Étant incapable de guider l’establishment de Washington vers cette direction, en dépit de représenter le parti majoritaire dans les deux chambres du Congrès, comment Trump peut-il montrer qu’il est le plus grand mâle alpha de toute la planète ? Cela doit rendre l’égrégore présidentiel vraiment inquiet.

Enfin, Trump a péché contre l’égrégore présidentiel d’une autre manière, ce qui est peut-être le plus grave. Vous voyez, les présidents américains ne servent pas les gens, ils servent l’égrégore présidentiel. Les gens soutiennent le président non pas parce qu’il les sert, mais par la falsification des préférences. On leur présente toujours un faux choix entre des gens qu’ils n’aiment pas, mais ils choisissent l’un ou l’autre de peur d’apparaître comme antipatriotiques. Ensuite, s’ils refusent de soutenir celui qui finit par être président, ils risquent d’être désignés comme l’ennemi. Mais ce président particulier a promulgué des promesses plutôt spécifiques, comme l’arrêt de l’immigration incontrôlée, le retour des emplois manufacturiers des pays où ils ont été délocalisés, faire du système de sécurité sociale autre chose qu’un plan d’extorsion ridicule, restaurer l’infrastructure qui s’écroule et rétablir des relations amicales avec d’autres pays. Ce n’est pas atypique. Les candidats à la présidentielle font les plus grandes promesses pour être élus – cela s’appelle « mentir pendant que vous courez vers le bureau », mais la plupart d’entre eux ont la présence d’esprit de renoncer à ces promesses dès qu’ils sont intronisés. Mais Trump, étant un nouveau venu dans les bois politique, a effectivement fait du bruit comme quoi il voulait vraiment accomplir ses promesses de campagne !

Toutes ces faiblesses et ces lacunes ont porté un coup grave à l’égrégore présidentiel. C’est un coup bas, mais ce n’est certainement pas un KO : cela a par contre provoqué, de la part de toutes les personnes dans l’establishment de Washington qui s’y nourrissent, le lancement d’une recherche de moyens pour le sauver et lui redonner le moral. Il s’est rapidement avéré que la seule façon de le faire était de suivre un rituel de déification standard pour élever le nouvel hôte instable de l’égrégore présidentiel au dessus de tous les autres humains.

Les dieux diffèrent de nous, simples mortels, en ce qu’ils ne sont pas liés par le droit humain, et c’est pour démontrer leur nature divine que les présidents américains s’efforcent de devenir des criminels de guerre. Comme l’a dit Roberts, « Notre pays a eu successivement quatre présidents criminels de guerre. Clinton a lancé deux fois des attaques militaires contre la Serbie, ordonnant à l’OTAN de bombarder l’ex-Yougoslavie deux fois, en 1995 et en 1999, ce qui donne à Bill deux crimes de guerre. George W. Bush a envahi l’Afghanistan et l’Irak et a attaqué les provinces du Pakistan et du Yémen depuis les airs. Cela fait quatre crimes de guerre pour Bush. Obama a utilisé l’OTAN pour détruire la Libye et a envoyé des mercenaires pour détruire la Syrie, commettant ainsi deux crimes de guerre. Trump a attaqué la Syrie avec les forces américaines, devenant ainsi un criminel de guerre dès le début de son régime. » Ne mégotons pas sur le nombre exact de crimes de guerre qui ont été commis et reconnaissons que leur nombre est suffisant pour prouver de manière concluante que les présidents américains s’efforcent d’outrepasser le droit humain en assassinant des dizaines de personnes en toute impunité. Ils souhaitent être comme Zeus lançant des éclairs du mont Olympe par caprice ou Poséidon produisant de grands orages pour couler des flottes entières.

Ne négligeons pas de mentionner un rituel d’État mineur mais important : celui de la grâce présidentielle. Les criminels condamnés peuvent faire appel au président, et certains sont pardonnés. Le nombre des pardonnés est trop insignifiant pour que cela soit considéré comme un moyen de rétablir la justice. Au lieu de cela, c’est un moyen pour le président, en tant que criminel ultime, de conférer le droit de commettre des crimes en toute impunité à d’autres criminels sélectionnés au hasard. Faire du président une figure de supplication et de prière pour les criminels est une façon d’affirmer sa nature divine.

Un autre attribut divin de la présidence des États-Unis, et c’en est un que l’administration Trump a adopté avec avidité, c’est la liberté de la tyrannie des faits. Ce ne sont que les humbles humains qui sont liés par ce qui est réel, alors que les dieux peuvent créer leur propre réalité. À cette fin, Trump et son administration cultivent une attitude dédaigneuse à l’égard des faits, laissant la « communauté du renseignement » agir comme un oracle, en admettant que, par exemple, la force aérienne d’Assad a attaqué Khan Cheikhoun dans la province d’Idlib en Syrie avec des armes chimiques, en ne se basant sur AUCUNE enquête ni AUCUNE preuve. Les sources de renseignement affirment qu’elles jouissent d’une « haute confiance » – ce qui signifie que si vous ne possédez pas une confiance aussi élevée dans leurs fabrications, vous doutez, vous êtes un apostat de la religion d’État et un « théoricien de la conspiration ». La vérité aux États-Unis n’est pas le résultat d’un processus d’enquête et de délibération, c’est le produit de la révélation divine.

tillmosc.jpg

À côté, il convient de mentionner que la stratégie de « la vérité par la révélation » ne fonctionne pas bien en dehors des frontières confinées de l’establishment américain et des médias. La semaine dernière, le secrétaire d’État américain Rex Tillerson s’est rendu à Moscou. Après une déclaration polie mais précise de son formidable homologue Sergueï Lavrov, il a passé quelques heures à user ses talons dans la salle d’attente de Poutine. Puis, Poutine a pris quelques minutes de son horaire chargé pour s’arrêter. Je suis bien sûr que Poutine a jeté certaines déclarations au visage de Tillerson, par exemple : la Russie n’a pas envahi l’Ukraine ; la Crimée a toujours été russe et le sera toujours ; positionner des troupes de l’OTAN à la frontière de la Russie viole un accord international ; implanter des systèmes de défense antimissiles sur les frontières de la Russie pour défendre l’Europe contre les ICBM iraniens nucléaires inexistants est ridicule et inacceptable ; l’attaque chimique dans Khan Cheikhoun est une attaque sous faux drapeau ; l’attaque américaine par des missiles de croisière sur la base aérienne de Chayrat près de Homs en Syrie était illégale et à cause de cela, les protocoles de gestion de conflits américano-russes sont suspendus ; et, enfin, la présence de troupes américaines sur le sol syrien est une violation de la souveraineté de l’État syrien. Il n’est pas possible de gagner la paix en répétant des mensonges, c’était pourtant la mission de Tillerson à Moscou. C’était une tâche impossible et, bien que personne aux États-Unis n’ait pris soin d’y faire attention, une humiliation internationale. Nous pouvons être sûrs, cependant, que l’égrégore présidentiel en a pris note, s’est senti humilié et a chargé l’esprit de ruche de Washington de chercher de nouvelles façons de frapper les esprits dans le monde : au revoir la Syrie, bonjour la Corée du Nord !

Roberts est assez précis quand il dit que « la violence est le cœur de l’Amérique ». Et maintenant, nous en comprenons la raison : la violence est au centre du culte de l’État par lequel l’animateur humain de l’égrégore présidentiel est déifié. Ce même processus est reproduit de façon fractale dans toute la société : lorsque la police des États-Unis tire sur des dizaines de civils, ou lorsque des tueurs de masse ouvrent le feu dans des lieux bondés, ils s’engagent dans une communion avec l’être suprême – le criminel en chef, le pire sur toute la planète et au-delà de la portée du droit humain. Pour vous assurer que c’est le cas, regardez les sondages favorables de Trump parmi la population à la suite de son attaque de missiles de croisière entièrement inefficace contre la Syrie : sa cote de popularité a atteint 50% pour la première fois.

À l’heure actuelle, ce culte de la violence est tout ce qui soutient l’égrégore présidentiel. Auparavant, les gens étaient tout à fait disposés à falsifier leurs préférences d’un grand nombre de façons pour leur intérêt à maintenir une chance raisonnablement bonne de garder leur pension de vieillesse, de rembourser leurs prêts, d’avoir un avenir prometteur pour leurs enfants, des soins de santé abordables. Mais maintenant, tout ce qui reste est une part de voyeurisme d’une violence insensée. Il n’y a que deux façons de participer à ce culte : en tant que bourreau ou en tant que victime. Les bourreaux falsifient leur préférence de ne pas commettre ses crimes insensés ; ils acceptent les crimes et entrent en communion avec le criminel en chef en épousant la notion selon laquelle les États-Unis représentent encore la paix, la justice et la démocratie, ou des mots creux à cet effet. Les victimes falsifient leur préférence à devoir agir avec force pour abattre ce culte de la violence parce qu’elles ont peur. En même temps, elles évitent toute dissonance cognitive en s’opposant inefficacement, prétendant que cela restaure un peu de leur vertu volée. Bien que beaucoup d’entre elles en parlent, certains ont le courage ou la détermination de faire tout ce qu’ils peuvent faire à ce stade : obtenir un passeport différent, prendre leur argent et leur famille et quitter les États-Unis pour de bon.

Bien sûr, il y a aussi l’option de ne rien faire et de simplement attendre. Soutenu par rien de plus que la violence gratuite et les mensonges flagrants, avec ce baratineur de Trump pour hôte, l’égrégore présidentiel des États-Unis ne semble plus devoir faire long feu dans ce monde. À ce stade, tout ce qu’il faudrait pour qu’il apparaisse pour ce qu’il est serait une défaite militaire retentissante – exactement le genre de coup de grâce qui démange la Corée du Nord et qu’elle pourrait administrer à cette superpuissance en décrépitude progressive depuis des décennies. Même si le plan de la Corée du Nord foire, il y aura beaucoup d’autres occasions pour l’armée américaine de prendre sa raclée. Les États-Unis manquent de pays faibles à détruire. Ceux qui restent sont assez forts pour les détruire en retour. Et même si les États-Unis trouvent encore des pays assez fragiles à détruire, il y a une limite au nombre de fiascos militaires que l’armée américaine, déjà surchargée et épuisée, peut entreprendre à la fois. Oui, vous pouvez simplement attendre ; mais qu’êtes vous en train d’attendre ? Lorsque l’égrégore présidentiel finira par éclater au grand jour, quels autres démons bien plus méchants et plus nantis se précipiteront pour combler le vide ?

Vous pouvez lire ce qui s’est passé lorsque l’égrégore soviétique a soudainement disparu et comment un événement analogue est susceptible d’arriver aux États-Unis, dans mon livre Reinventing Collapse : l’exemple soviétique et les perspectives américaines. Pour une description fictionnelle réaliste de la façon dont l’armée américaine pourrait être défaite, lisez le roman de John Michael Greer, The Twilight’s Last Gleaming.

Note du Saker Francophone

Le livre de Dmitry Orlov, "Les cinq stades de l'effondrement", est l’un des ouvrages fondateur de cette nouvelle « discipline » que l’on nomme aujourd’hui : « collapsologie », c’est à-dire l’étude de l’effondrement des sociétés ou des civilisations.

Traduit par Hervé, vérifié par Wayan, relu par M pour le Saker Francophone

Pensées sauvages de Henri-David Thoreau

thoreau-470x260.png

Livre

Pensées sauvages de Henri-David Thoreau

par Aristide Leucate

Ex: http://bvoltaire.fr 

Rafraîchissantes pensées sauvages, au seuil de nous-mêmes, à la racine de notre authenticité primordiale…

 

Et si la source de tous nos maux se trouvait précisément dans notre bannissement volontaire de la forêt ? À cette aune, nos lointains ancêtres peuvent être justement qualifiés de « sauvages », dont l’étymologie – du latin médiéval silvatica issu de silva, signifiant la forêt – nous rappelle l’origine de leur refuge primordial, après que leurs plus lointains aïeux eurent déserté grottes, cavernes et autres abris troglodytes.

Question incongrue à la tonalité sympathiquement utopiste pour certains – les plus bienveillants –, élucubration farouchement écolo et typiquement gaucharde pour les moins compréhensifs. Nous pourrions, alors, amicalement objecter, aux uns comme aux autres, la lecture vivifiante et néanmoins profonde des Pensées sauvages d’Henry David Thoreau (1817-1862). Le 4 juillet 1845, ce dernier fera sécession de ses contemporains en se retranchant dans les bois, au bord de l’étang de Walden, à quelques encablures de sa ville natale de Concord, Massachusetts. Son repli érémitique ne sera pas exclusif, néanmoins, de quelques retours professionnels et familiaux à la vie civile. Thoreau s’inscrit en contrepoint d’une Amérique entièrement tournée vers la conquête de nouveaux territoires, souvent au prix d’une désindigénisation aux allures violemment ethnocidaires.

Au sein du monde des lettres et de l’histoire des idées, Thoreau restera pour la postérité comme l’inventeur de la « désobéissance civile » à laquelle il consacrera un essai en 1849, après avoir purgé une courte peine de prison par suite de son refus de payer l’impôt en signe d’opposition à l’esclavage et à la guerre contre le Mexique. Il inspirera, en outre, l’écologisme radical et le courant décroissant, qui lui doivent le concept de « pauvreté volontaire ».

thoXL._SX335_BO1,204,203,200_.jpgSélectionnées et ordonnées par Michel Granger, professeur de littérature américaine à l’université Lyon 2 et spécialiste de Thoreau, les Pensées sauvages sont extraites de divers ouvrages du naturaliste, dont le fameux Walden ou la vie dans les bois. Au final, nous tenons entre les mains une remarquable anthologie dans laquelle chacun peut puiser, au gré de ses humeurs, de ses inspirations ou de ses centres d’intérêt, une réflexion aussi dense que stimulante sur notre rapport à la modernité. « Puissent ces idées “excitantes” qui vont à l’encontre de la doxa néolibérale et de l’optimisme de la techno-science être prises en compte pour nourrir la réflexion contemporaine », exhorte le professeur Granger en des termes qui font directement écho à la pensée de Jacques Ellul, de Bernard Charbonneau ou d’Ivan Illich.

Précurseur de l’abondance frugale, Thoreau plaide pour une vie simple (« La vie qui m’est proposée par la société est si artificielle et compliquée – étayée de tant de dispositifs précaires, sûrement vouée à s’écrouler – qu’aucun homme ne saurait jamais être tenté de la choisir ») et apparaît comme le chantre de l’enracinement intégral par son éloge « d’ici » jointe à sa saine volonté de « commencer ses voyages chez soi ». Son ode à la Nature se veut une supplique à la libération de l’homme : « J’aime en partie la Nature parce qu’elle n’est pas l’homme, mais un refuge loin de lui. […] Pour moi, l’homme est contrainte, et elle liberté. » On appréciera ses vitupérations – qui n’ont rien perdu de leur écœurante actualité – contre ce qu’il dénomme les « institutions charitables […] une insulte à l’humanité. Une charité qui dispense les miettes tombées de ses tables surchargées des restes de ses festins ! » Et comment ne pas adopter cet aphorisme littéralement anarchiste qu’un Bernanos lui-même n’aurait pas renié : « Le gouvernement est un expédient au moyen duquel les hommes voudraient bien réussir à ce qu’on les laisse tranquilles » ? Et cent autres encore…

Rafraîchissantes pensées sauvages, au seuil de nous-mêmes, à la racine de notre authenticité primordiale…

mercredi, 26 avril 2017

The French Intellectual Right An effort to put thinkers in their proper political categories

droite-hors-les-murs.jpg

The French Intellectual Right

An effort to put thinkers in their proper political categories

In the latest issue of The American Conservative, editor Scott McConnell presents a well-considered and superlatively researched article on why France, and perhaps no longer the U.S., is at “the epicenter of today’s fearsome battle between Western elites bent on protecting and expanding the well-entrenched policy of mass immigration and those who see this spreading influx as the ultimate threat to the West’s cultural heritage, not to say its internal tranquility.” France has brought forth an intelligentsia—and, in figures like Marine Le Pen, political leaders—whose focus is on “national culture and its survival.” What in the U.S. is an almost totally marginalized political fringe, paleoconservatives together with elements of the alt-right, might feel at home in contemporary France; while our “mainstream think-tank conservatism,” with its emphasis on “lowering taxes, cutting federal programs, and maintaining some kind of global military hegemony,” would seem irrelevant to the French intellectual right.

imatz-droite-gauche.jpgFor full disclosure, let me mention that at least one of Scott’s French contacts, Arnaud Imatz, who represents perfectly the kind of French intellectual he describes, is someone whom the author met through me. Arnaud and I have been friends and correspondents for over 30 years, and his understanding of the French nation and the enjeu social (social question) confronting his people make eminently good sense to Scott and me. Although I have focused on German more than French intellectual history, most of the authors and social critics whom Scott cites are for me familiar names. I agree with Scott that Éric Zemmour, a Moroccan Jew who has tried to revive the sense of French honor that he associates with the late General de Gaulle, illustrates the new identitarian French politics. So too does the iconoclastic novelist Michel Houellebecq, who, despite his shockingly erotic work, clearly loathes multiculturalism and despises French Islamophiles. Another figure in this Pleiades of intellectuals of the French right is Christophe Guilluy, who often sounds like the French Steve Bannon. In his books La France périphérique(2014) and Le crepuscule de la France d’en haut (2016), Guilluy comes to the defense of that 60 percent of the French population living on the “periphery,” that is, outside of metropolitan areas and the sprawling suburbs. These are the les Francais de souche,” the true indigenous French, whom the globalist elites treat like human waste while they cut production costs by bringing in cheap labor from the Muslim Third World.

Although those who speak for the French grunges (les ploucs) would like us to think that they stand beyond right and left, Scott is correct to assign these tribunes of the people to the historic right. Our friend Arnaud Imatz would disagree, and in his long book that I just finished reading, Droite/gauche: pour sortir de l’équivoque (2016), argues that the terms right and left no longer apply to contemporary French politics. Imatz says we are dealing with a “huge displacement” in which the historic French nation is being sacrificed on the altar of globalist financial interests and “human rights platitudes.” Scott appropriately points out that once the conversation turns to historic nations and native workforces, those who do the defending will inevitably be classified as being on the right. No matter how often Marine Le Pen calls for protecting the jobs of French workers, she will be characterized by Fox News as well as CNN as a figure of the “far right.” In contrast, Emmanuel Macron, the spokesman for multinational business interests and the candidate of former President Obama and the French Socialist Party, fits our establishment-conservative notion of a “centrist.” Although their right and our conservative establishment operate on different wavelengths, our Republican media understand that the French right is most decidedly on the right. Where else can one place a movement that worries first and foremost about national identity and the survival of a millennial civilization?

Scott might have added to his sketches of the figures of the French right a few more personalities who help illustrate his key point. Philippe de Villiers, Jean-Yves Gallou, and Jean-Pierre Chevènement are all veterans of French national politics who strongly represent and even prefigured the French nationalist politics described by Scott. All of them, like Marine, are EU critics and Eurosceptics and relentlessly critical of Muslim immigration into France. The former Sarkozy advisor Patrick Buisson is also worth studying because of his heroic efforts to cement together an alliance between French populists and the French establishment center-right. The Sarkozy center-right, out of which Buisson has emerged, looks very much like our conservative establishment; and not surprisingly, Buisson’s efforts have generally met with skepticism from the French populist right. Scott is correct, by the way, not to bring into his piece a longtime acquaintance of mine, Alain de Benoist, progenitor of the not very new Nouvelle Droite. Benoist has been active as a publicist since the 1960s but has moved about so fitfully in his political stances, from supporting French Algeria to being an identitarian multiculturalist hoping to turn Europe into a collection of independent ethnic groups from all over the planet, that it may be hard to associate him specifically with those tendencies that Scott discusses.

I would not have included in this commentary on the French populist, nationalist right either the French social commentator Alain Finkielkraut or the Sorbonne professor Pierre Manent. Manent may be described (and indeed has described himself) as a French disciple of Leo Strauss; he has cultivated close relations with American neoconservatives for many decades. Although he has written critically about Muslim immigration and the erosion of European identity, it is hard to view this political theorist as being in the same ideological boat with Zemmour, Gallou, and the Front National. Despite Finkielkraut’s enthusiasm for the anti-democrat Martin Heidegger, he too seems to be something of a liberal-democratic centrist, and perhaps one who is nostalgic for an older left. Finkielkraut has gained publicity by criticizing the practice of allowing Muslim girls to wear head coverings (foulards) to public schools. But he also opposes with almost equal vigor the association of Christian and other religious symbols from what from his perspective should be an immaculately secular French educational system. Finally Finkielkraut holds a globalist vision of France as the source of the “rights of man,” a vision that sounds very much like the neoconservatives’ concept of America as a universal “propositional nation.”

Manent and Finkielkraut, it may be argued, are holdovers from the 1980s, when there was a thriving sodality of French neoconservatives, a company to which I would also attach the names Jean-Marie Benoist, Guy Sorman, and Jean-Francois Revel. This sodality, which arose in the wake of the victories of Reagan and Thatcher and was irrigated with American foundation funds, is well on its way to dissolving. It has little to do with the more genuine or more serious French right that Scott has presented. This, bear in mind, is not a value judgment, but an effort to put people in the proper political categories.

Paul Gottfried is the author of Leo Strauss and the American Conservative Movement.

mardi, 25 avril 2017

The Itinerary of a German Geopolitician: Karl Haushofer

KH-port.jpg

The Itinerary of a German Geopolitician: Karl Haushofer

Robert Steuckers (June 2012)

 

Preface: The following text is a brief excerpt from the first of two thick volumes that Prof. Hans-Adolf Jacobsen devoted to Karl Haushofer. The labor to accomplish this in order to re-explore the works of Karl Haushofer from every angle, including his correspondence, is still immense. May this modest contribution serve as the basis for the student who wants to embark upon a reading of Haushofer’s works, in a neo-Eurasianist perspective, and especially to analyze all his articles published in his “Zeitschrift für Geopolitik”.

Haushofer was born in 1869 into a well established family in Bavarian territory. The archives remind us that the name has appeared since 1352, designating a peasant family originating in the locality of Haushofen. The maternal ancestors came from Frisian country in the North of Germany. Orphaned by his mother very early in his life, the young Haushofer would be raised by his maternal grandparents in the Chiemsee region of Bavaria. Grandfather Fraas was a professor of veterinary medicine in Munich. Mentioning his happy childhood much later, Haushofer took care to remember that class differences were non-existent in Bavaria: children from every background played together, so class arrogance was non-existent: his liveliness and proverbial gentility were the fruits of this baroque conviviality: his initiatives would bear the mark of this character trait. Haushofer was destined for a military career very early on, which he embarked upon in 1887 in the 1st Field Artillery Regiment of the Bavarian Royal Army.

KH-japon.jpgOn a mission to Japan

On August 8th 1896, he married Martha Mayer-Doss, a very cultivated young lady of Sephardic origin on her father’s side and native Bavarian aristocracy on her mother’s side. Her logical spirit would be the necessary counterweight to the fantasy of her husband, to the bubbling effervescence of his spirit and especially his writing. She would give him two sons: Albrecht (1903-1945), would would become involved in the anti-Nazi resistance, and Heinz (1906-?), who would become an agronomist. The great turning point in Karl Haushofer’s life, the true start of his career as a geopolitician, began with his trip to East Asia, more specifically Japan (from the end of 1908 to the summer of 1910), where he would serve as a military attache and then instructor of the Imperial Japanese Army. The voyage of the Haushofer couple to the Empire of the Rising Sun started in Genoa and passed through Port Said, Ceylon, Singapore, and Hong Kong. In the course of this maritime trek, he entered India, saw the Himalaya mountain range from afar, and met Lord Kitchener, whose “defensive creativity” in matters of military policy he admired. During a diner, at the start of 1909, Lord Kitchener declared “that any confrontation between Germany and Great Britain would cost both powers their positions in the Pacific Ocean to the benefit of Japan and the United States.” Haushofer would never cease to reflect upon these words of Lord Kitchener. In fact, before the First World War, Germany had inherited the domination of Micronesia from Spain, which it had already needed to defend against American schemes, even though the United States were the masters of the principal strategic islands in this immense oceanic space: the Philippines, the Hawaiian Islands, and Guam. From his trip to Japan, Haushofer became, before all, a geopolitician of the Pacific space: he unabashedly accepted the translatio imperii in Micronesia, when Germany had to cede these isles to Japan at Versailles; for Haushofer it was logical: Germany is “a power external to the Pacific space” while Japan, for him, was a regional power, which gave it a right to dominate the islands south of its metropolitan archipelago. But any sovereign presence in the Pacific space gives it mastery of the world: so Haushofer was not an exclusively Eurasian or continental geopolitical thinker, or an erudite exponent of German nationalist geopolitics, he was equally the one who would elaborate, in the course of years in the columns of his magazine “Zeitschrift für Geopolitik”, a thalassocracy centered on the Pacific Ocean. His most attentive readers would not be his German compatriots or other Europeans but Soviets from the “Pressgeo” agency of Alexander Rados, who would collaborate with a certain Arthur Koestler and who would proceed the famous Soviet spy Richard Sorge, who was equally an attentive reader of “Zeitschrift für Geopolitik” (ZfG). In his journal, Haushofer recalls the relations that he had with Soviet personalities like Chicherin and Radek-Sobelsohn. The intermediary between Haushofer and Radek was Ritter von Niedermayer, who had launched expeditions in Persia and Afghanistan. One day Niedermayer reported to Haushofer that Radek read his book “Geopolitik der Pazifischen Ozeans”, which he wanted to translate. The wily Radek couldn’t simply translate the work of a Bavarian general and had a “better” idea in the Soviet context of the era: fabricate a matching plagiary with Marxist phraseology entitled “Tychookeanskaja Probljema”. All the theses of Haushofer were reiterated there, clothed in Marxist trimming. Another intermediary between Radek and Haushofer: Mylius Dostoevsky, grandson of the author of “The Brothers Karamazov,” who brought the German geopolitician issues of the Soviet magazine on international politics “Nowy Vostok”, Soviet information on China and Japan, and the writings of the Indonesian Revolutionary Tan Malaka on the self-determination movement in the archipelago, under Dutch domination at the time.

The journey to the Far East also made him discover the importance of Manchuria for Japan, which sought to conquer it in order to give itself arable land on the Asian coastline facing the Japanese archipelago (the purchase of arable lands, notably in Africa, by powers like China or South Korea is still a problem today). The Sino-Japanese wars, since 1895, aimed to control land for the expansion of the Japanese people, cornered on their mountainous archipelago with insufficient agricultural space. In the 30s, they would aim for the majority of the Chinese coastline in order to protect the maritime routes conveying oil to Japanese refineries, a vital commodity for the rapidly developing Japanese industry.

The beginning of a university career

Karl and Martha Haushofer’s return to Germany was made via the Trans-Siberian railway, a journey that would make Haushofer understand the continental dimension in the era of the railroad, which had reduced the separation between Europe and the Pacific Ocean. From Kyoto to Munich, the voyage would take exactly one month. The result of this voyage was his first book, “ Dai Nihon – Grossjapan” (“Japan and the Japanese”). The success of the book was immediate. Martha Haushofer then contacted Professor August von Drygalski (University of Munich) so that her husband could take courses in geography and finish a doctoral thesis on Japan. From this moment on, Haushofer was both an artillery officer and professor at the University. In 1913, thanks to his wife Martha’s formidable work ethic, who assisted all his projects with an impressive effectiveness, his thesis was ready. The specialized press picked up his work on the Empire of the Rising Sun. His notoriety was established. But critical voices weren’t lacking: his feverishness and enthusiasm, his tendency to accept any dispatch coming from Japan with meticulous verification of the content, his explicit rejection of “plutocratic powers” (England, the United States) lead to a few unexpected results and would harm his reputation until our day, where it is still not rare to read that he was a “magician” and an “irrational geographer.”

The outbreak of the First World War put a (provisional) end to his studies on Japan. Haushofer’s interests focused on “defensive geography” (“Wehrgeographie”) and “Wehrkunde” (“the science of defense”). That was also the time where Haushofer discovered the work of the Swedish geographer and conservative Germanophile Rudolf Kjellen, author of a capital pioneering work in political sciences: “The State as Living Form” (“Der Staat als Lebensform”). Kjellen forged the concept of “geopolitics” in this work. Haushofer reprised it in turn and thus became a geopolitician in the proper sense of the term starting from 1916. He also supplemented his knowledge by reading the works of the German geographer Friedrich Ratzel (to whom he owed his anthropological learning); it was also at this time where he read the works of the English historians Gibbon (“Decline and Fall of the Roman Empire”) and Macaulay, exponent of the “Whig” (non-conservative) vision of English history, who had come from Quaker and Presbyterian families. The events of the First World War caused Haushofer to note that the German people had not received – despite the excellence of its university system, its 19th century scholars, and the wealth of works produced in the line of organic German thought – a true geopolitical and “wehrgeographisch” education, unlike the British, whose colleges and universities had even given the elites “the sense of Empire.”

KH-raum.jpgReflections during the First World War

It was only at the end of the conflict that the fortunes of war would pass to the camp of the Entente. At the start of 1918, despite the declaration of war on the German Reich by Woodrow Wilson’s United States, Haushofer was still more or less optimistic and briefly sketched what would be an ideal peace for him: “Courland, Riga, and Lithuania should retain strong links with Germany, Poland should hold equivalent ones with Austria; then, we must consolidate and enlarge Bulgaria; in the west, in my opinion, we must keep the status quo while protecting the Flemish, but without German compensation for Belgium, and pure and simple evacuation of our colonies and Turkey. In such a context, peace will bring security on our eastern flank and the minimum to which we are entitled; we must absolutely not speak of Alsace-Lorraine”. American intervention would make him write in his journal: “Rather die as European than rot as American.”

Haushofer wanted to free the “three great peoples of the future,” namely the Germans, the Russians, and the Japanese, from the strangulation that the Anglo-Saxon powers had prepared for them. The energies of the “Russian bear” should be channeled towards the South, towards India, without spilling over into the German space in the West or the Japanese space in the East. The “imperialism of the dollar” was, for Haushofer, the “principal external enemy” since the day after Versailles. Faced with the new order that the Bolshevik power had constituted in Moscow, Haushofer was ambivalent: he rejected the Bolshevik style and practices but he conceded that they had liberated Russia (and intended to liberate all peoples in the future) from the “slavery of banks and capital.”

In 1919, during the trouble that rocked Munich and lead to the emergence of a Soviet Republic in Bavaria, Haushofer was part of the “Einwohnerwehrverbände” (defense units constituted by the inhabitants of the city), local militias destined to maintain order against the imitators of the “Councilist” troika and against the looters that benefited from the disorder. They grouped up to 30,000 armed men in the Bavarian capital (and up to 360,000 men in Bavaria as a whole). These units were ultimately dissolved in 1922.

The results of the Treaty of Versailles

The end of the war and the troubles in Bavaria brought Haushofer back to the University, with a new thesis on the geographic expansion of Japan between 1854 and 1919. A professor’s chair was allocated to him in 1919/1920 where the following courses were given to eleven students: East Asia, India, the comparative geography of Germany and Japan, “Wehrgeographie”, geopolitics, borders, anthropogeography, Germans from abroad, urbanism, international politics, the relations between geography, geopolitics, and military sciences. The objective of these efforts was certainly to form a new political and diplomatic elite capable of enacting a revision of the clauses of the Treaty of Versailles. For Wilson, “nationality” was the principle that should rule the future Europe after the hostilities. No border of the states arising from the dissolution of the Austro-Hungarian Empire corresponded to this principle dreamed up by the president of the United States. In each of these states, as Haushofer and other exponents of German geopolitics would note, various minorities lived in addition to Germanic minorities (10 million people in total!), to whom they refused to allow any contact with Germany, as they did with the Austrian enclaves, deprived of Czech industry, Hungarian and Croatian meat and agricultural produce, and any maritime outlet to connect them to the Weimar Republic, which was the wish of the socialists of the era especially (they were to first, notably under the encouragement of their leader Viktor Adler, to ask for Anschluss). Germany had lost its Alsatian glassworks and its province of Posen, rich in wheat, thereby more or less giving Poland autarky in the alimentary scheme, as it did not possess good soils for grains. The Rhineland was demilitarized and no border of the Reich was “intact”, to use the terminology forged in the 17th century by Richelieu and Vauban with Haushofer. In such conditions, Germany could no longer be a “subject of history.”

To become a “subject of history” again

In order to become “a subject of history” again, Germany needed to regain the sympathies lost in the course of the First World War. Haushofer managed to export this concept of “geopolitics”, of Kjellénian origin, not only to Italy and Spain, where institutes of geopolitics were created (for Italy, Haushofer cites the following names in his journal: Ricciardi, Gentile, Tucci, Gabetti, Roletto and Massi) but also to China, Japan, and India. Geopolitics, in the style of Haushofer and Kjellen, equally expanded through the dissemination and translation of a quantity of magazines across the entire world. The second initiative that would he take, in 1925, would be the creation of a “Deutsche Akademie” whose goal was firstly to address the Germanophone elites of Europe (Austria, Switzerland, the German minorities, Flanders, Scandinavia, according to Haushofer’s journal). This Academy would number 100 members. The idea came from the Bavarian legate to Paris, Baron von Ritter, who had, already in 1923, recommended the creation of a German institution similar to the Institut de France or even to the Académie française, in order to bring about good and fruitful contacts abroad in a perspective of constructive appeasement. Although established and financed by private organs, the “Deutsche Akademie” would not know the success that its seductive program deserved. The “Goethe-Institute”, which represent Germany on the cultural level today, would be its indirect heirs, since their foundation in 1932.

The objective of the institutes of geopolitics, the Deutsche Akademie and “Goethe-Institute” was thus to generate a sort of permanent “self-education” within the German people regarding geographic facts and the problems of international politics. This “self-education” or “Selbsterziehung” rests upon an imperative of openness to the world, exactly like Karl and Martha Haushofer were open to Indian, Asian, Pacific, and Siberian realities between 1908 and 1910, during their military mission to Japan. Haushofer explained this approach in a memorandum composed in his villa of Hartschimmelhof in August 1945. The First World War, he wrote, had erupted because the 70 nations involved did not possess the intellectual tools to understand the actions and maneuvers of the others; then, the dominant ideologies before 1914 didn’t perceive the “sacrality of the Earth” (“das Sakrale der Erde”). Factual geographic and historical knowledge, coupled to this telluric intuition – somewhat romantic and mystic in the manner of the “telluric thinker and painter” Carl Gustav Carus, in the 19th century, and his heir Ludwig Klages, who drew attention to the mysteries of the Earth in his speech to the youth movements during their rally in 1913 – could have contributed to a general understanding between peoples: intuition of Gaia’s resources, reinforced by an adequate political “tekhnê,” would have generated a general wisdom, shared among all the peoples of the Earth. Geopolitics, in Haushofer’s perspective, a few weeks after the capitulation of Germany, could have constituted the means to avoid any additional bloodshed and useless conflagration (cf. Jacobsen, tome I, pp. 258-259).

A revolutionary geopolitics in the 1920s

Despite this memorandum from August 1945, which laments the disappearance of all German geopolitics as Haushofer and his team had imagined it, and underlines the “pacifist” dimension, not in the usual meaning of the term but according to the Latin adage “Si vis pacem, para bellum” and the traditional injunction that makes knowing the enemy a sacred duty (“fas”), Haushofer was also and above all – what we remember him for today – the rebel student of Sir Halford John Mackinder, the student who reversed the intentions of the master by retaining the content of his lessons; for Mackinder, from his famous speech of 1904 on the day after the inauguration of the last segment of the Trans-Siberian railway, the dynamic of history rests upon an atavistic and recurrent opposition between continental powers and maritime powers (thalassocracies). The littoral powers of the great Eurasian and African continent were sometimes allied with one or the other. In the 1920s, where his geopolitics was shaped and influenced by the revolutionary milieus (those circles frequented by Ernst and Friedrich-Georg Jünger as well as the original figure Friedrich Hielscher, not forgetting the communists who gravitated around Radek and Rados), Haushofer enumerated the active continental powers, who articulated an original and independent diplomacy against the French or Anglo-Saxon western world: the Soviet Union, Turkey (after the accords signed between Mustafa Kemal Atatürk and the new Soviet power in Moscow), Persia (after Reza Khan’s seizure of power), Afghanistan, the Indian subcontinent (whose independence the Germans believed was imminent at the time), and China. He didn’t include Germany (neutralized and removed from the club of “the subjects of history”) or Japan, a thalassocratic power which had just vanquished the Russian fleet at Tsushima and was entitled to maintain the third largest fleet in the world (double that of France!) in the waters of the Pacific after the accords with Washington in 1922. In order to contain the powers of the Earth, Haushofer noted by close reading of Mackinder, the Anglo-Saxon maritime powers had created a “ring” of bases and support points like Gibraltar, Malta, Cyprus, Suez, the British bases in the Persian Gulf, India, Singapore, Hong Kong as well as New Zealand and Australia, a cordon of more isolated islands and islets (Tokelau, Suvarov, Cook, Pitcairn, Henderson, …) that extended as far as the coastlines of the southern cone of South America. French Indochina, Dutch East Indies, and various Portuguese support points and posts were included, for better or worse, in this “ring” plan, commanded from London. The Philippines, occupied by the United States since the Spanish-American War and the Filipino-American War from 1898 to 1911, were its Northern frontier. Japan refused to be a part of this plan which allowed for the control of oil supply routes leading to the Japanese archipelago. The Empire of the Rising Sun sought to be a double power: 1) continental with Manchuria and much later with its conquests in China and its tacit satellization of Inner Mongolia and 2) maritime by controlling Formosa, the Korean peninsula, and Micronesia, formerly Spanish and then German. Japanese history, after Tsushima, was marked by the will to affirm this double hegemony, continental and maritime, the ground army and the navy argued over budgets and priorities.

KH-pacifique.jpgA continental defensive bloc

Haushofer desired, at this time, the “continental bloc”, Soviet-Turk-Persian-Afghan-Chinese, from which he desired strategic unity, continually pressing on the “ring” in order to break it. This strategic unity is a “pressure / defense alliance”, a “Druck-Abwehr-Verband”, a de facto alliance that defends itself (“Abwehr”) against the pressure (“Druck”) exerted on it by the bases and support points of the thalassocracies, against all deployment attempts by the continental powers. From this perspective, Haushofer denounced colonialism and racism, as these “isms” blocked the way of the peoples towards emancipation and self-determination. In the collective work “Welt in Gärung” (“The World in Turmoil”), Haushofer spoke of “rigid guardians of the status quo” (“starre Hüter des gewesenen Standes”) who are obstacles (“Hemmungen”) to any true peace; they provoke upheavals and destabilizing collapses, “Umstürze”, instead of favoring radical and fruitful changes, “Umbrüche”. This idea links him with Carl Schmitt, when the latter keenly and vehemently criticized the treaties imposed by Washington across the entire world, in the wake of Wilsonian ideology, and the new dispositions, apparently subservient and pacifist, imposed at Versailles and then at Geneva in the framework of the League of Nations. Carl Schmitt criticized, among others, and very severely, the American actions aiming for the ultimate destruction of the classical law of nations, the “ius publicum europaeum” (which disappeared between 1890 and 1918), by aiming to remove the right to make (limited) war from states, according to the juridical theories of Frank B. Kellogg at the end of the 1920s. There is much work to do on the parallelism between Carl Schmitt and the geopolitical schools of his time.

Despite the great amount of sympathy that Japan had enjoyed with Haushofer since his journey to Kyoto, his geopolitics, in the 1920s, was totally in favor of China, whose fate, he said, was similar to that of Germany. It had to cede territories to its neighbors and its maritime front was neutralized by the permanent pressure exerted by all components of the “ring” composed of foreign support points (especially the American in the Philippines). Haushofer, in his reflections on the destiny of China, noted the physical heterogeneity of the former Chinese imperial space: the Gobi desert separates the vast zone populated by the “Han” from the zones inhabited by Turcophone peoples, under Soviet influence at the time. The mountains of Tibet were under British influence coming from India, this influence constituted the deepest advance of thalassocratic imperialism into the interior of Eurasian territories, permitting the expansion of control over the Tibetan “water tower” where the principal rivers of Asia originate (in the West, the Indus and Ganges, in the East, the Brahmaputra / Tsangpo, the Salween, the Irrawaddy, and the Mekong). Manchuria, disputed between Russia and Japan, was once mostly populated by Chinese and thus became Chinese sooner or later.

Sympathy for China but support for Japan

Haushofer, despite his sympathies for China, would support Japan after the start of the Sino-Japanese war (which began with the Mukden incident in September 1931). This new option doubtlessly came from the fact that China had voted for many motions against Germany in the League of Nations, while noting that China was incapable of ending its own miseries through its own forces. Japan henceforth appeared as a more reliable imperial power, capable of bringing a new order to the region, unstable since the opium wars and the Taiping rebellion. Haushofer had followed the “organic growth” of Japan but had not framed that in his theories, in light of its hybrid nature, both continental since its conquest of Manchuria and thalassocratic from its naval superiority in the region. Very connected to Mackinder’s idea of the “maritime ring,” Haushofer held that Japan remained a fluid element on the international chessboard. He looked at “racial” explanations, appealing to “anthropogeographic” criteria (Ratzel) in order to try to explain the imprecise geopolitical and geostrategic status of Japan: according to him, the Japanese people originated from the Pacific islands (notably from the Philippines and doubtlessly, beforehand, from the East Indies and Malaysia) and felt more at ease in warm and humid climates than on the dry soil of continental Manchuria, despite the necessity of having this continental zone available as “breathing space” for the Japanese, acquiring in the long term what Haushofer called an “Atemraum”, a breathing space for its demographic overflow.

East Asia was shaped, he added, by the dynamic of two “Pan-Ideen”, the Pan-Asiatic idea and the Pan-Pacific idea. The Pan-Asiatic idea concerned all the peoples of Asia, from Persia to Japan: it aimed for the strategic unity of all the Asian states solidly arrayed against the Western stranglehold. On the other hand, the Pan-Pacific idea aimed for the unity of all the states bordering the Pacific Ocean (China, Japan, Indochina, the Philippines, on one side; the United States, Mexico, Peru, and Chile on the other). We find a trace of this idea in recent or extant relations between the Asian states (especially Japan) and Latin-American states (commercial relations between Mexico and Japan, Fujimori in the Peruvian presidency, the geopolitical and thalassocratic Pan-Pacific theories of the Chilean General Pinochet, etc.). For Haushofer, the presence of these two idea-forces generated a precarious space (rich in potential turbulence, as we see today) on the intersecting plane where these ideas collided. Namely coastal China and the Japanese possessions facing the Chinese coast. Sooner or later, thought Haushofer, the United States would use the Pan-Pacific idea to contain any Soviet advance in the direction of the Pacific oceanic zone or contain a China that had adopted a continental and Pan-Asiatic policy. Haushofer demonstrated his sympathies regarding Pan-Asianism. For him, Pan-Asianism was “revolutionary,” bringing real, radical, and definite change to the situation, while Pan-Pacificism was “evolutionary,” and only brought minor changes, which were always capable of being revised. Japan, by controlling the Chinese coastline and a large fringe in the hinterland, then opposed any Western interference in the region, opting for the Pan-Asiatic route, which explains Haushofer’s support for its actions in Manchuria. It would then be a constituent element of the alliance that he recommended between Mitteleuropa, Eurasia (Soviet), and Japan / Manchuria orienting its energies towards the South.

All these thoughts indicate that Haushofer was principally a geopolitician specializing in the Asian and Pacific world. The reading of his works on these continental and maritime spaces remains highly interesting today, in light of the current frictions in the region and the American interference which, overall, relies upon an updated Pan-Pacificism in order to maintain its hegemony and contain a China becoming fully Pan-Asiatic in the measure where it has become part of the “Shanghai Cooperation Organization” (SCO), while orienting its maritime ambitions towards the South, striking against a Vietnam that has henceforth aligned itself with the United States, despite the atrocious war, raging for decades, that it waged there. Do not forget that Kissinger, in 1970-1972, had once gambled on a continental Maoist China (without large maritime ambitions) to contain the USSR. China then had a “Pan-Pacific” dimension rather than a “Pan-Asiatic” one (as the Italian general and geopolitician Guido Giannettini underlined). The strategies remain and can be used in multiple fashions, depending on circumstances and the current alliances.

Reflections on India

We have yet to consider, in the very limited framework of this article, Haushofer’s reflections on India. If India had become independent, it would automatically cease to be an essential element of the “ring” and become a master piece of the continental / Pan-Asiatic plan. So the Indian subcontinent was marked by a certain ambivalence: it was the keystone of British maritime power, resting on its total mastery of the Indian Ocean; rather than the vanguard of the continental powers on the meridional “rimland” of Eurasia and the “Middle Sea” which is the Indian Ocean precisely. This ambivalence is found today at the highest level: India is a stakeholder in the challenge launched by the “Shanghai Group” and in the UN (where it doesn’t vote for interventions demanded by the American hegemon) but it is wooed by this same hegemon to participate in the “containment” of China, in the name of its old conflict with Beijing for the Himalayan heights of Aksai Chin on the border of Kashmir and Jammu and for the question of dams on the Brahmaputra and control of Sikkim. Haushofer had already stated, far before the partition of India in 1947 following the departure of the British, that political opposition between the Muslims and Hindus would hinder India’s accession to independence and/or undermine its territorial unity and social coherence. Afterwards, India like Germany or the Europe of the “Kleinstaaterei”, was and still is a politically divided space. The unitary Indian independence movement was, he underlined, a model for Germany and Europe, in the measure where it justly wanted to overcome divisive differences in order to become a bloc fully capable of being a “subject of history” again.

So these are a few essential ideas conveyed by Haushofer’s “Zeitschrift für Geopolitik.” There are many others, sometimes fluctuating and contradictory, that must be exhumed, analyzed and commented upon to re-situate them in their context. The task will be long and heavy but inspiring. Haushofer’s German geopolitics is most interesting to analyze in the 1920s, where it makes its full development, before the advent of National-Socialism, just like the National-Revolutionary movement, more or less Russophile, which ceased its activities after 1933 or somehow pursued them clandestinely or in exile. The relations between Haushofer and Rudolf Hess also remain to be examined, which doesn’t cease to stir passions. Albrecht Haushofer, secretary of the “Deutsche Akademie” and faithful disciple of his parents, summarized the strategic errors of Germany in a few points:

a) Overestimation of the impact of the Japanese strike to weaken the resistance of the thalassocracies in Asia.

b) Overestimation of the crisis in France before the war.

c) Underestimation of the time-frame in which a problem can be eliminated militarily.

d) Overestimation of German military reserves.

e) Ignorance of English psychology, that of the masses as well as the leaders.

f) Disinterest in America.

Albrecht Haushofer, as we know, would be executed with a bullet in the back of the neck by the Gestapo in the Berlin-Moabit prison in 1945. His parents, arrested by the Americans, would be found hanging from a tree in back of the garden of their villa of Hartschimmelhof, on March 10th 1946. Karl Haushofer was sick, depressed, and aged at 75 years.

So official Germany was never inspired by Haushofer, neither under the Weimar Republic, nor under the National-Socialist regime, nor under the Bundesrepublik. Nevertheless a good number of Haushofer’s collaborators pursued their geopolitical works after 1945. Their itineraries and the fluctuations should be capable of constituting an object of study in itself. From 1951 to 1956, the ZfG reappeared, exactly under the same form as in Haushofer’s time. It then changed its title to become the “Zeitschrift für deutsches Auslandswissen” (“German Magazine for Foreign Knowledge”), published under the auspices of an “Institut für Geosoziologie und Politik”. It appeared under the guidance of a disciple of Haushofer, Dr. Hugo Hassinger. In 1960, the geographer Adolf Grabowsky, who also took his first steps besides Haushofer, published a remarkable work, not shirking the term “geopolitics”, “Raum, Staat und Geschichte – Grundlegung der Geopolitik” (“Space, State, and History – The Foundation of Geopolitics”). He would alternatively prefer to speak of “Raumkraft” (“spatial force”). The works that desired to restart German geopolitics in a new European context are those by 1) Baron Heinrich Jordis von Lohausen, whose book ““Denken in Kontinenten” unfortunately remained confined to conservative, nationalist, or national-conservative circles, necessitated by “political correctness,” although Lohausen didn’t develop any provocative or incendiary discourse, and 2) by the political scientist Heinz Brill, “Geopolitik heute”, where the author, a professor at the military academy of the Bundeswehr, dared to depart from an official position within the German state for the first time, enunciating a geopolitical program inspired by the traditions bequeathed by Haushofer’s heirs, especially those who pursued a quest for geopolitical order after the tragic death of their professor and his spouse, like Fochler-Hauke or Pahl. Henceforth, everyone should labor to utilize every aspect of these works, which span nearly a century.

Robert Steuckers,
Forest-Flotzenberg, June 2012.

Bibliography :

Hans EBELING, Geopolitik – Karl Haushofer und seine Raumwissenschaft 1919-1945, Akademie Verlag, 1994.
Karl HAUSHOFER, Grenzen in ihrer geographischen und politischen Bedeutung, Kurt Vowinckel Verlag, Berlin-Grunewald, 1927.
Karl HAUSHOFER u. andere, Raumüberwindende Mächte, B.G. Teubner, Leipzig/Berlin, 1934.
Karl HAUSHOFER, Weltpolitik von heute, Verlag Zeitgeschichte, Berlin, 1934.
Karl HAUSHOFER & Gustav FOCHLER-HAUKE, Welt in Gärung – Zeitberichte deutscher Geopolitiker, Verlag von Breitkopf u. Härtel, Leipzig, 1937.
Karl HAUSHOFER, Weltmeere und Weltmächte, Zeitgeschichte-Verlag, Berlin, 1937.
Karl HAUSHOFER, Le Japon et les Japonais, Payot, Paris, 1937 (préface et traduction de Georges Montandon).
Karl HAUSHOFER, De la géopolitique, FAYARD, Paris, 1986 (préface du Prof. Jean Klein; introduction du Prof. H.-A. Jacobsen).
Hans-Adolf JACOBSEN, Karl Haushofer, Leben und Werk, Band 1 & 2, Harald Boldt Verlag, Boppard am Rhein, 1979.
Rudolf KJELLEN, Die Grossmächte vor und nach dem Weltkriege, B. G. Teubner, Leipzig/Berlin, 1930.
Günter MASCHKE, “Frank B. Kellogg siegt am Golf – Völkerrechtgeschichtliche Rückblicke anlässlich des ersten Krieges des Pazifismus”, in Etappe, Nr. 7, Bonn, Oktober 1991.
Emil MAURER, Weltpolitik im Pazifik, Goldmann, Leipzig, 1942.
Armin MOHLER, “Karl Haushofer”, in Criticon, Nr. 56, Nov.-Dez. 1979.
Perry PIERIK, Karl Haushofer en het nationaal-socialisme – Tijd, werk en invloed, Aspekt, Soesterberg, 2006.
Robert STEUCKERS, “Les thèmes de la géopolitique et de l’espace russe dans la vie culturelle berlinoise de 1918 à 1945 – Karl Haushofer, Oskar von Niedermayer & Otto Hoetzsch”, in Nouvelles de Synergies européennes, n°57-58, Forest, août-octobre 2002 [recension de: Karl SCHLÖGEL, Berlin Ostbahnhof Europas – Russen und Deutsche in ihrem Jahrhundert, Siedler, Berlin, 1998].

Source: https://fr.novopress.info/115822/litineraire-dun-geopolit...

Elections présidentielles françaises : un échec collectif

Lelection-presidentielle-francaise-23-avril-7-2017_0_729_492.jpg

Elections présidentielles françaises: un échec collectif

par Thomas Ferrier

Ex: http://thomasferrier.hautetfort.com 

A l’issue d’une campagne pénible, polluée par les interventions de la justice, où onze candidats, dont quatre étaient réduits au simple témoignage, se sont affrontés, le premier tour a abouti au duel Macron / Le Pen, celui-là même que tous les sondages indiquaient depuis plusieurs semaines, mais l’ordre prévu a été inversé. Aucun candidat, même les deux finalistes, ne peut s’estimer être sorti vraiment vainqueur de cette confrontation.

Avec 24,01% des voix, Emmanuel Macron est sorti finalement en tête, en ayant bénéficié d’un report de voix favorable à la fois de la droite du PS, du centre et de la gauche de LR, mais aussi d’un soutien médiatique sans faille et de l’action des réseaux Hollande. Candidat créé artificiellement par le système politico-médiatique, sans assise populaire, n’ayant jamais été candidat à la moindre élection même locale, représentant par excellence de la bobocratie, il a su donner l’illusion d’être un homme neuf, libre de tout appareil politicien comme des fameuses « Primaires » qui ne survivront sans doute pas à 2017. En réalité, il a été soutenu par les plus démonétisés et « has been » de la classe politique française, de Robert Hue à Alain Madelin, et par tous les « philosophes » du conformisme le plus béat.

Avec 21,3% des voix, Marine Le Pen réussit à accéder pour la première fois au second tour d’une élection présidentielle. Sa présence était prévue par tous les instituts de sondage depuis plus d’un an, mais en tête et plus près des 27% que des 20%. Or elle a bien failli être éliminée, François Fillon obtenant 20,01% des voix et Jean-Luc Mélenchon 19,58%. Les sondages montraient en effet cette dernière semaine un tassement des intentions de vote en faveur de Marine Le Pen. Les raisons de cette contre-performance sont multiples.

Elle a été concurrencée sur le terrain du vote protestataire par Jean-Luc Mélenchon, sur le terrain de l’Europe, où Nicolas Dupont Aignan a proposé un souverainisme modéré, renonçant à tout départ de l’UE ou de tout abandon de l’euro, et enfin sur le terrain des valeurs conservatrices par François Fillon. Ce dernier a repris à droite ce qu’il a perdu au centre, mais de manière insuffisante. Son pari insensé, alors que l’affaire « Pénélope » l’avait plombé, a bien failli réussir. Il était néanmoins difficile de penser qu’il pourrait vaincre Macron. Certains ont ainsi proposé un vote stratégique, en cherchant à opposer Marine Le Pen et Fillon au second tour, garantissant ainsi l’élimination de la gauche et du candidat médiatique Macron.

D’autres raisons ont pu amener à décourager certains électeurs en sachant que 80% de ceux-ci ont voté Marine Le Pen pour signifier leur opposition à l’immigration sous-entendue extra-européenne. Les prises de position en faveur d’une coopération avec l’Afrique, les aides annoncées aux DOM-TOM, message qui a été fort bien entendu par les domiens par ailleurs, sa modération sur l’islam, devenu compatible avec la république selon elle, auront déstabilisé certains électeurs. Elle aura aussi subi les effets pervers de la dédiabolisation, faisant apparaître Jean-Luc Mélenchon comme davantage contestataire du système en place qu’elle-même. Ses positions sur l’Union Européenne et l’euro ont maintenu entre elle et l’électorat de droite un cordon sanitaire naturel.

La surprise est venue du vote des DOM en sa faveur. 23,5% à la Réunion, 27,3% à Mayotte (île à 99% bantoue et musulmane), 32,5% en Polynésie Française ou encore plus de 25% en Guyane. Une façon de marquer leur sentiment d’appartenance à la France ? Ou bien plutôt la marque des « vertus » de la démagogie socialisante sauce mariniste dans ces territoires ? A Paris, elle ne fait que 5% des voix, score lamentable, pour 12,6% en moyenne en Ile de France. L’ouest reste rétif (15,3% en Bretagne seulement), l’Est, le Nord et le sud-est sont forts. La Corse voit le FN atteindre presque 28% des voix, les nationalistes n’hésitant pas à la soutenir au niveau national alors qu’ils la rejettent au niveau régional.

Fillon échoue de peu, n’ayant néanmoins jamais réussi à remonter la pente. Mélenchon absorbe la gauche du PS sur une ligne plébéienne où il incarne un côté robespierrien, évoquant sa « patrie bien aimée » dans un étrange discours de défaite.

Avec 6,36% des voix, le candidat du Parti Socialiste, Benoît Hamon, prend une correction dans les urnes. Pris en tenailles entre un Mélenchon qui pouvait espérer le second tour et un Macron rejoint par plusieurs ténors du PS, il était contraint à faire de la figuration. Le score du PS laisse augurer d'une future extinction.

Nicolas Dupont-Aignan, avec 4,7% des voix, échoue de peu à voir sa campagne remboursée. Cette perte financière va certainement limiter ses ambitions qu’il annonçait immenses au moment des résultats. Il n’a pas apporté de soutien à Marine Le Pen dimanche soir. Il est douteux qu’il le fasse car cela signifierait un ralliement implicite, dans un contexte où la dédiabolisation du FN a échoué, même si l’anti-fascisme de bazar semble adouci par rapport à 2002, car aucun dirigeant politique, aucune personnalité, n’a annoncé son soutien à la candidate du FN.

Le sympathique quoique peu audible Lassalle sort premier des petits candidats avec 1.2% des voix. Les gauchistes Poutou (1,09%) et Arthaud (0,64%) montrent la réalité électorale de leur activisme de rue, à savoir qu’ils ne représentent personne. Avec 0,92% des voix, Asselineau réalise une performance pour quelqu’un de parfaitement inconnu du plus grand nombre en dehors des réseaux sociaux, même si son score reste très modeste. L’européiste identitaire que je suis ne va pas pleurer sur son sort.  Cheminade, n’ayant obtenu que 0,18% des voix seulement, la colonisation de Mars prend du plomb dans l’aile.

Au second tour, Marine Le Pen peut espérer un report favorable des électeurs de Dupont-Aignan, d'au moins la moitié des électeurs de François Fillon du premier tour, d'une petite part de mélenchonistes. Elle devrait pouvoir dans un contexte gauche/droite réunir 40% des voix, si comme tout le laisse penser, beaucoup de gens de gauche répugnent à voter pour Macron et restent chez eux. Ses chances réelles de victoire sont néanmoins très faibles.

Enfin un troisième tour, avec les élections législatives, peut laisser espérer à la droite classique de prendre sa revanche. Il est douteux que le mouvement "En marche", très composite et sans colonne vertébrale, puisse réunir autour de lui une majorité, à moins d'une "grande coalition" très hypothétique au centre.

Thomas Ferrier (Le Parti des Européens)